Lezersrecensie
Even wennen ...
Een man reist in hoog tempo de wereld rond, op zoek naar een meisje dat hij van vroeger kent. De wereld waar hij doorheen reist staat op het punt van vernietiging. Na een nucleair conflict wordt de wereld langzaam maar zeker overspoeld door ijs, en alles wat in de weg van het oprukkende ijs staat, wordt vernietigd.
Ice is zonder twijfel een van de meest merkwaardige boeken die ik gelezen heb. De drie regels hierboven vertellen feitelijk het hele verhaal. Er is geen duidelijk begin; we weten niet wat de nucleaire explosies veroorzaakt heeft of wat hier aan vooraf is gegaan. We lezen dat landen voortdurend met elkaar in oorlog zijn, en iedereen alleen nog maar aan overleven denkt. Mensen zijn voortdurend op de vlucht, eigenlijk tegen beter weten in. De wereld waarin het zich afspeelt voelt surrealistisch en dystopisch aan. Alles is kapot, ontregeld of bevroren. De wereld is zwarter dan zwart, wat het lezen tot een bijna beklemmende ervaring maakt, zeker in het laatste deel van het boek. Je komt er ook niet achter wat de man precies is of doet. In het begin van het verhaal lijkt hij vooral bezorgd om het meisje, naarmate het verhaal vordert, wordt hij steeds afstandelijker. Het meisje zelf wordt voortdurend beschreven als fragiel, broos, alsof ze van glas is, met zilverachtig haar. Ze zit voortdurend in een slachtofferrol. En haar partner, de ‘wachter’ is een wrede militair die haar in haar macht heeft.
Wat ook merkwaardig is in het boek: niemand en niets heeft een naam. We komen er niet achter hoe de man, het meisje en haar partner heten, we lezen nergens in welke stad of zelfs maar welke landen het verhaal zich afspeelt, en ook van andere personen lezen we geen naam. Dit maakt het verhaal heel surrealistisch; je hebt geen idee waar het zich afspeelt en met wie je te maken hebt.
Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-persoon, de man die op zoek is naar het meisje. Maar ook met die man is iets aan de hand; het verhaal maakt regelmatig rare sprongen, waarbij je je afvraagt of de man hallucineert, of droomt. De schrijfster van het boek (Anna Kavan, pseudoniem van Helen Ferguson) leed ten tijde van het schrijven van dit verhaal aan ernstige heroïneverslaving, en je kunt de mogelijke hallucinaties hierdoor bijna terugzien in het boek. Feit en fictie lopen voortdurend door elkaar.
Deze gegevens maken het lezen van het boek tot een echte mindfuck. Er lijkt geen rode draad in te zetten, behalve het alsmaar oprukkende ijs. Regelmatig komen de man en het meisje elkaar tegen, maar steeds vlucht zij van hem weg, en je vraagt je af waarom hij ondanks alle ontberingen überhaupt nog moeite doet haar te vinden. Ongetwijfeld liggen hier parallellen met het leven van de schrijfster, die beseft dat ze met haar verslaving voortdurend op de vlucht is naar een onontkoombaar einde. Een boeiend maar complex verhaal waar je naar hartenlust kunt speculeren over symboliek en thematiek.
Ice is zonder twijfel een van de meest merkwaardige boeken die ik gelezen heb. De drie regels hierboven vertellen feitelijk het hele verhaal. Er is geen duidelijk begin; we weten niet wat de nucleaire explosies veroorzaakt heeft of wat hier aan vooraf is gegaan. We lezen dat landen voortdurend met elkaar in oorlog zijn, en iedereen alleen nog maar aan overleven denkt. Mensen zijn voortdurend op de vlucht, eigenlijk tegen beter weten in. De wereld waarin het zich afspeelt voelt surrealistisch en dystopisch aan. Alles is kapot, ontregeld of bevroren. De wereld is zwarter dan zwart, wat het lezen tot een bijna beklemmende ervaring maakt, zeker in het laatste deel van het boek. Je komt er ook niet achter wat de man precies is of doet. In het begin van het verhaal lijkt hij vooral bezorgd om het meisje, naarmate het verhaal vordert, wordt hij steeds afstandelijker. Het meisje zelf wordt voortdurend beschreven als fragiel, broos, alsof ze van glas is, met zilverachtig haar. Ze zit voortdurend in een slachtofferrol. En haar partner, de ‘wachter’ is een wrede militair die haar in haar macht heeft.
Wat ook merkwaardig is in het boek: niemand en niets heeft een naam. We komen er niet achter hoe de man, het meisje en haar partner heten, we lezen nergens in welke stad of zelfs maar welke landen het verhaal zich afspeelt, en ook van andere personen lezen we geen naam. Dit maakt het verhaal heel surrealistisch; je hebt geen idee waar het zich afspeelt en met wie je te maken hebt.
Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-persoon, de man die op zoek is naar het meisje. Maar ook met die man is iets aan de hand; het verhaal maakt regelmatig rare sprongen, waarbij je je afvraagt of de man hallucineert, of droomt. De schrijfster van het boek (Anna Kavan, pseudoniem van Helen Ferguson) leed ten tijde van het schrijven van dit verhaal aan ernstige heroïneverslaving, en je kunt de mogelijke hallucinaties hierdoor bijna terugzien in het boek. Feit en fictie lopen voortdurend door elkaar.
Deze gegevens maken het lezen van het boek tot een echte mindfuck. Er lijkt geen rode draad in te zetten, behalve het alsmaar oprukkende ijs. Regelmatig komen de man en het meisje elkaar tegen, maar steeds vlucht zij van hem weg, en je vraagt je af waarom hij ondanks alle ontberingen überhaupt nog moeite doet haar te vinden. Ongetwijfeld liggen hier parallellen met het leven van de schrijfster, die beseft dat ze met haar verslaving voortdurend op de vlucht is naar een onontkoombaar einde. Een boeiend maar complex verhaal waar je naar hartenlust kunt speculeren over symboliek en thematiek.
1
Reageer op deze recensie