Een waanzinnige, absurde aanwinst voor onze literatuur
Dimitri Bontenakel (1971) woont en werkt in Antwerpen. Na twee eerdere romans heeft het, mede doordat hij allerlei nevenactiviteiten ontplooide, vijf jaar geduurd voordat hij nu met zijn derde boek acte de présence geeft: De steek van de schorpioen. Maak kennis met Lemmy Planck, volgens de cover 'de Big Lebowski van de Lage Landen.'
Daarmee wordt de toon al gezet; het is dan ook heel lastig om dit boek in een bepaalde hoek te zetten. Op de achterkant staat: 'komisch noir' en daar houd ik het ook maar bij. Het stempel 'thriller' past niet direct bij het boek en ook andere kwalificaties voldoen niet echt. Wat dat betreft heeft Bontenakel een eigen genre gecreëerd; een genre overigens waar ik graag meer van zou willen lezen. Hij zet je continu op het verkeerde been door een zin te beginnen en deze aan het eind met een paar slotwoorden een hele andere lading of een komische noot mee te geven. Gelukkig doet hij dat wel redelijk gedoseerd want te veel van het goede is toch te veel.
Het verhaal begint met de thuiskomst van de mislukte schrijver Lemmy Planck. Twee jaar geleden is hij gescheiden en is zijn eerste boek geflopt, waarna hij de kuierlatten heeft genomen en op wereldreis is gegaan. Bij thuiskomst vindt hij het dagboek dat 'de Chileen', een man die hij tijdens zijn reis heeft ontmoet, hem heeft gestuurd. Al gauw blijkt dat er veel belangstelling voor het boek is en dat men over lijken gaat om het in handen te krijgen. Er ontwikkelt zich een waanzinnig verhaal waarin Planck er alles aan doet om het dagboek in handen te houden en en passant zijn eigen nieuwe boek uitgegeven te krijgen en zijn achtervolgers even hard hun best doen om het boek te pakken te krijgen. Het verhaal lijkt compleet te ontsporen, maar Bontenakel ziet kans zijn personages goed in de hand te houden (al sneuvelt er hier en daar wel eentje) en zowel Planck als de lezer voor te bereiden op een grande finale met een hoofdrol voor zijn schorpioen, die hij net als het dagboek heeft geërfd van de Chileen.
Het geheel is een waanzinnige, absurde geschiedenis met slapstickelementen, afgewisseld met prachtige metaforen en harde misdaad. En met een fikse knipoog naar zijn eigen vak(genoten), uitgevers en nog veel meer. Daarbij laat Bontenakel een zeer zorgvuldig taalgebruik gepaard gaan met een bij tijd en wijle hilarische maar ook poëtische, aantrekkelijke schrijfstijl.
Een aanwinst voor de Nederlandstalige literatuur.
Reageer op deze recensie