Wie is wie?
De Zweedse auteur Bo Svernström (1964) is van oorsprong journalist, werkzaam bij de Zweedse krant Aftonbladet. Hij is als boekenschrijver een laatbloeier, want zijn eerste thriller Offrens, offer in het Zweeds, verschijnt pas in 2018. Hij trekt er wel de aandacht mee, want het boek wordt nog hetzelfde jaar in een aantal talen vertaald. In het Nederlands verschijnt het onder de titel Wie zint op wraak. Met dit boek werd hoofdinspecteur Carl Edson geïntroduceerd, hoofdpersoon in een serie die met het verschijnen van Wie het eerst komt, in een vertaling van Corry van Bree, inmiddels drie delen omvat.
'Wie is wie? Klopt dat wat je ziet wel? Welke waarheid is de waarheid?' - recensent Janneke
Edson en zijn team worden geconfronteerd met een driedubbele moordzaak die in eerste instantie eenvoudig lijkt, maar gaandeweg hun speurtocht naar de vermoedelijke moordenaar lijkt de zaak alleen maar ingewikkelder te worden. Wat is er aan de hand? De tweede man van een mijnbouwbedrijf wordt ontvoerd door milieuactivisten en vermoord teruggevonden in een zomerhuis. Twee van de drie ontvoerders zijn ook vermoord en de derde is spoorloos verdwenen. Wel vinden ze in het huis een jonge, blinde vrouw die zich in een kledingkast heeft verstopt. Maar als getuige kan ze niet veel betekenen: ze heeft de moordenaar wel gehoord, maar niet gezien!
Vanaf dat punt neemt de auteur de lezer mee in een zoektocht naar het hoe en waarom van de ontvoering en de onverwachte moord en hij doet dat op een zeer aantrekkelijke manier. Hij wisselt actieve delen waarin de politie speurt naar aanknopingspunten die hen dichterbij de waarheid brengen af met hoofdstukken die door hun vorm, bijvoorbeeld het lezen van stukken uit een verhoor, passiever zijn maar de lezer veel achtergrondinformatie verschaffen. Het boek is onderverdeeld in vier delen die iedere keer een nieuwe richting van het onderzoek inluiden en er wordt regelmatig van perspectief gewisseld. Hierdoor wordt de plot mooi opgebouwd. Door verrassende ontwikkelingen en over het algemeen korte hoofdstukken houdt Svernström de lezer bij de les.
De opbouw van het verhaal oogt in het begin traag. Het is even doorbijten omdat de spanning uitblijft maar wanneer de eerste onverwachte draai in het onderzoek zich voordoet word je alsnog in het verhaal meegenomen en begint het boek te boeien. Dat heeft te maken met het oplopende tempo van de plotontwikkelingen en met de verrassingen die Svernström de lezer regelmatig voorschotelt. Wie is wie? Klopt dat wat je ziet wel? Welke waarheid is de waarheid? De Zweedse titel Det man inte ser betekent ‘wat je niet ziet’ en is daarin een mooie verwijzing.
Hoofdpersoon is Carl Edson, de leider van het onderzoek. Hij en zijn team zijn goed op elkaar ingespeeld en hoewel dit het derde deel in een serie is, kan het boek prima op zichzelf staand gelezen worden. Door de perspectiefwisselingen en de cadans van actie, rustmomenten en verrassende wendingen leest het verhaal heel vlot. Qua ontwikkeling van de personages blijft Svernström echter een beetje in gebreke. Je komt als lezer niet dieper in de psyche van de hoofdpersonen waardoor je ze niet echt leert kennen. Wie het eerst komt is een fijne thriller maar omdat er niet echt een band ontstaat met de personages blijft het ondanks alles toch afstandelijk. Wanneer de auteur ook dit onderdeel beter voor het voetlicht weet te brengen kan hij zich moeiteloos scharen bij het rijtje interessante Scandinavische namen als Ragnar Jónasson, Cilla & Rolf Björlind en Karin Fossum.
Reageer op deze recensie