Hebban recensie
IJzingwekkend spannend
Gelukkig kan ik ook deze keer een recensie beginnen met een compliment aan de vertaler: Rogier van Kappel ziet kans het soms barokke en intrigerende taalgebruik van John Connolly sfeervol om te zetten. En sfeer, dat is er in overvloed in dit boek. Geen vrolijke sfeer overigens. Bad men gaat over
slechte mannen. Ook kwade geesten spelen een heel belangrijke rol. En er is zelfs een heel slechte vrouw bij het verhaal betrokken.
Op het eiland Dutch Island, door een groot deel van de bevolking nog steeds Sanctuary genoemd, wonen mensen die afstammen van vroege Amerikaanse kolonisten. Nog voor die kolonisten hebben er oorspronkelijke Amerikanen op dat eiland gewoond, en de confrontaties tussen beide groepen zijn altijd vol bloed en ellende geweest.
Nu keert het kwaad terug, in de vorm van Moloch, een man met een missie. Zijn missie is het opsporen en vermoorden van zijn echtgenote en haar zoon. Toevallig is dat kind ook zijn zoon, maar daar zit Moloch niet zo mee. De vrouw heet Marianne en ze is met een lange omweg naar het eiland gevlucht, nadat Moloch haar en haar zoon gedurende hun huwelijk elke dag gruwelijk mishandeld had. Ze heeft vlak voor haar vlucht de hand weten te leggen op een behoorlijk kapitaal: bijna een miljoen dollar heeft ze van Moloch gestolen. Dat geld gebruikt ze niet om van te leven. Het is misdaadgeld, en ze is er bang van. Marianne heeft gewoon een baantje en wil gewoon met rust gelaten worden. Dan komt Jack Dupree in haar leven, de politieman die op het eiland woont en werkt, zoals veel generaties voor hem. Voorzichtig beginnen zij een relatie. Moloch weet uit de gevangenis te ontsnappen en samen met een aantal kameraden in het kwaad gaat hij op zoek naar Marianne. Echter, zowel in het leven van Moloch als op het eiland steken ineens vreemde dingen de kop op: nachtmerries die wel echt lijken, vlinders die niet op het eiland thuishoren, dode vogels, een rare atmosfeer Er staat iets te gebeuren. Iets dat met het verleden van het eiland én zijn huidige bewoners te maken heeft.
Niet veel auteurs zouden kunnen wegkomen met een thriller waarin het bovennatuurlijke een zo overduidelijke hoofdrol speelt. John Connolly kan het. Het zal zijn Ierse natuur wel zijn. Het boek is soms ijzingwekkend spannend en ondanks het gebruik van het bovennatuurlijke element wordt het nergens zweverig of onwaarschijnlijk. Charlie Parker komt in de achtergrond voorbij schuiven, zoals Alfred Hitchcock ook graag deed
Op het eiland Dutch Island, door een groot deel van de bevolking nog steeds Sanctuary genoemd, wonen mensen die afstammen van vroege Amerikaanse kolonisten. Nog voor die kolonisten hebben er oorspronkelijke Amerikanen op dat eiland gewoond, en de confrontaties tussen beide groepen zijn altijd vol bloed en ellende geweest.
Nu keert het kwaad terug, in de vorm van Moloch, een man met een missie. Zijn missie is het opsporen en vermoorden van zijn echtgenote en haar zoon. Toevallig is dat kind ook zijn zoon, maar daar zit Moloch niet zo mee. De vrouw heet Marianne en ze is met een lange omweg naar het eiland gevlucht, nadat Moloch haar en haar zoon gedurende hun huwelijk elke dag gruwelijk mishandeld had. Ze heeft vlak voor haar vlucht de hand weten te leggen op een behoorlijk kapitaal: bijna een miljoen dollar heeft ze van Moloch gestolen. Dat geld gebruikt ze niet om van te leven. Het is misdaadgeld, en ze is er bang van. Marianne heeft gewoon een baantje en wil gewoon met rust gelaten worden. Dan komt Jack Dupree in haar leven, de politieman die op het eiland woont en werkt, zoals veel generaties voor hem. Voorzichtig beginnen zij een relatie. Moloch weet uit de gevangenis te ontsnappen en samen met een aantal kameraden in het kwaad gaat hij op zoek naar Marianne. Echter, zowel in het leven van Moloch als op het eiland steken ineens vreemde dingen de kop op: nachtmerries die wel echt lijken, vlinders die niet op het eiland thuishoren, dode vogels, een rare atmosfeer Er staat iets te gebeuren. Iets dat met het verleden van het eiland én zijn huidige bewoners te maken heeft.
Niet veel auteurs zouden kunnen wegkomen met een thriller waarin het bovennatuurlijke een zo overduidelijke hoofdrol speelt. John Connolly kan het. Het zal zijn Ierse natuur wel zijn. Het boek is soms ijzingwekkend spannend en ondanks het gebruik van het bovennatuurlijke element wordt het nergens zweverig of onwaarschijnlijk. Charlie Parker komt in de achtergrond voorbij schuiven, zoals Alfred Hitchcock ook graag deed
1
Reageer op deze recensie