De spanning wordt veel en veel te lang gerekt
totdat het van de weeromstuit niet spannend meer is.,Michael Crichton is zo’n auteur die met hetzelfde gemak thrillers, fantasy en sciencefiction schrijft. Hoogtepunt van zijn oeuvre vind ik natuurlijk Jurassic Park, dat ik een jaar of drie voor het werd verfilmd al las. Dieptepunten zijn mijns inziens Sphere (een heel saai sciencefiction-verhaal over een vreemde bol) en Disclosure, met taalgebruik anno nul. En dan nu Tijdlijn. Ik neem aan dat Michael Crichton zelf ook veel leest. En ik wil wedden dat hij The Doomsday Book van Connie Willis heeft gelezen (in Nederland uitgekomen als Zwarte winter). Tijdlijn is namelijk een kloon van dit boek.
In het kort: het verhaal speelt zich af in twee tijdperken. Het ene is de huidige tijd, het andere is het Engeland van de Middeleeuwen. Wetenschappers reizen terug in de tijd, maar er gaat iets mis en dus zitten ze vast. Denken ze. Dan verzinnen zij een ingenieuze manier om om hulp te vragen: zij laten een noodkreet achter op een plaats die in onze tijd ook bereikbaar is. De boodschap wordt gevonden en hulp wordt geboden. Waarom reizen die wetenschappers in de tijd? Omdat zij onderzoek willen doen. Maar zij hebben ook achterliggende bedoelingen. En waarom gaat het dan mis? Omdat zij geen rekening hebben gehouden met bepaalde factoren die het leven in de Middeleeuwen nu eenmaal zo anders maken. En omdat er aan ‘deze’ kant, de huidige tijd, iets misgaat met de techniek.
Ziet u de overeenkomsten? Bovenstaande geldt namelijk voor beide boeken! In Tijdlijn wordt het verhaal gepresenteerd met nogal veel technisch gepraat over alternatieve universa (een onderwerp dat in andere boeken veel beter tot z’n recht komt), in Zwarte winter wordt de techniek wat minder op de voorgrond gesteld, maar in beide gevallen reist men terug naar de 14e eeuw. In Tijdlijn zitten mensen uit onze tijd vast omdat ze gevangen worden genomen, in Zwarte winter omdat het winter is en de pest uitbreekt…
Connie Willis was eerder: haar boek dateert van 1992. En het is een spannend, origineel boek, met interessante hoofdpersonen en verwikkelingen. Connie Willis won hier niet voor niets de hoogste prijs voor die in SF-land wordt uitgedeeld. Tijdlijn is een kloon van dit boek. Maar wel een beetje slappe. Al ruim van te voren zie je de ellende aankomen en de spanning wordt veel en veel te lang gerekt, totdat het van de weeromstuit niet spannend meer is. En als je over alternatieve universa wilt lezen, dan weet ik nog wel een paar andere titels…
Kortom, Michael Crichton kan best schrijven, maar hij heeft met dit boek toch de plank redelijk misgeslagen.
Reageer op deze recensie