Meer dan 6,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

een neuroloog over bijna-doodervaringen

jart voortman 17 december 2024
We zijn allemaal sterfelijk en een van de grootste levensbeschouwelijke verschillen tussen ons mensen is het geloof in een leven na de dood. Zijn er bewijzen voor het geloof in een leven na de dood? Veel boeken met getuigenissen van bijna-doodervaringen (bde’s) concluderen van wel.
De Vlaamse neuroloog Steven Laureys is wat gereserveerd over dat soort boeken. Men vertrekt vanuit zijn standpunt en proclameert vervolgens de inzichten die men heeft verworven.
Zelfs als zulke boeken door artsen of medisch specialisten zijn geschreven, ontbreekt erin volgens Laureys een wetenschappelijke benadering. Als een cardioloog een boek schrijft over bde’s heeft dat wetenschappelijk weinig waarde. Je moet kennis hebben van de hersenen en ook specifiek onderzoek doen om verder te komen.
Anderzijds heeft Laureys evenmin affiniteit met dokters die hun eigen medische expertise absoluut stellen: ‘ik weet beter dan de patiënt zelf of die pijn heeft of niet’. Dogmatisme dat hersenscans het hele verhaal vertellen over bde’s is ongepast. The map is not the territory.
Je mag het getuigenis van een patiënt over zijn bde ‘niet afdoen als een goedkoop verzinseltje’. Een bde is een diepe ervaring, die iemands levensvisie grondig verandert. Een gewone droom doet dat niet. ‘Te veel waarde hechten aan alleen een wetenschappelijke kijk is een uiting van subjectiviteit’ (36).
Neurologen moeten bescheiden zijn. We weten niet hoe bewustzijn werkt. Misschien kun je het niveau van de kennis in neurologie vergelijken met die van kosmologen die drie tot vijf procent van de kosmos kunnen detecteren, omdat donkere materie en donkere energie nog steeds raadselachtige grootheden zijn.
Als we het gedrag van dieren niet kunnen verklaren als geconditioneerd of instinctief, dan hebben ze een vorm van bewustzijn. Ook primitieve of miniscule dieren (zoals de Octopus of de Fruitvlieg) hebben bewustzijn. We kunnen hun gedrag namelijk niet voorspellen. Laureys acht het waarschijnlijk dat alle dieren met een hersenstam ook bde’s hebben (217,218)

Wanneer is iemand echt dood?
Het eenvoudige antwoord van Laureys is: ‘hersendood is dood’. Er is bij een hersendode geen reactie op pijnprikkels. Hersenstamreflexen (zoals o.a. de pupilreflex en de hoestreflex) zijn volledig afwezig. Er is nog nooit iemand teruggekeerd nadat hersendood is vastgesteld.
De term klinisch dood is niet zinvol. De meest vitale organen zijn ons hart, onze longen en onze hersenen. Als een korte tijd ons hart en onze longen niet werken is dat nog omkeerbaar. Bij een snelle afkoeling van het lichaam blijven de hersenen nog één uur in tact (226). Als iemand hersendood is, is dat onomkeerbaar.
De term bijna-doodervaring is eigenlijk ook niet juist, omdat sommigen een verwante ervaring hebben zonder dat ze op de grens van de dood zijn.

(H 10) Zijn bde’s misschien ingebeeld? Nee, als je je iets inbeeldt is dat minder intens dan de ervaring dat iets echt gebeurd is. Ingebeelde herinneringen hebben ook minder detail.
(H 12) Eigen onderzoek toont aan dat hoe intenser een bde is, des te meer activiteit er is in de diepere lagen van het brein, het limbische systeem. Op basis van hersenactiviteit kunnen we dus voorspellen wie een bde meemaakt en wie niet.
(208,209) De neuroloog Kevin Nelson stelde een sterk verband vast tussen REMslaapintrusies (dat je van het ene op het andere moment overgaat tot dromen) en het krijgen van een bde. Mensen met REMslaapintrusies krijgen vijf keer zo vaak een bde.
(H13) Belangrijk is verder de autocreativiteit van de hersenen. Als we dromen hebben onze hersenen geen imput. Dus fabriceren ze zelf een perceptie. Er is weinig activiteit in de prefrontale cortex en juist veel in de diepere hersenstam. Ook bij een coma is er meer interactie in het diepere brein. Het brein is in staat ervaringen te genereren die overtuigend zijn, maar niet reëel (208).

Bestaat er zoiets als buitenlichamelijke waarneming?
(H11) Sam Parnia deed er vier jaar onderzoek naar. Hij plaatste in ziekenhuizen voorwerpen op hoogte die niet van onderop te zien waren. De resultaten waren mager. Er werden 101 interviews afgenomen. Negen patiënten hadden een bde gehad. Eén patiënt kon correct details van de reanimatie beschrijven. Niemand maakte melding van de verborgen beelden (150,151).
Dirk De Ridder en Olaf Blanke slaagden erin door prikkeling van de temporopariëtale verbinding de ervaring op te roepen dat men uit zijn lichaam treedt (153-155).
Dit wijst erop dat buitenlichamelijke ervaringen hun oorsprong vinden in de hersenen en niet verband houden met een niet-lokaal bewustzijn, waarvoor geen wetenschappelijk bewijs is.

(H15) Laureys deed in 2019 samen met andere universiteiten en met behulp van AI een analyse van 15000 getuigenissen over spirituele ervaringen tijdens drugsgebruik. Het ging in totaal om 165 drugs. Er werd specifiek gezocht naar verhalen die een overlap vertonen met bde’s: een buitenlichamelijke ervaring, gevoelens van vrede, het zien van een tunnel of een licht.
De conclusie was dat sommige middelen (vooral Ketamine) in hun werking een zeer grote overeenkomst hebben met bde’s. ‘Er bestaat inderdaad zoiets als een farmacologische bijna-doodervaring… Wanneer je getuigenissen leest zonder informatie over de context kun je moeilijk een verschil ontdekken’. Laureys denkt dat het onderzoek naar de invloed van psychoactieve middelen op het brein een hoopvolle piste is om meer inzicht te krijgen in de werking van bde’s.

Steven Laureys heeft met zijn team 22 wetenschappelijke artikelen gepubliceerd. Hij vindt dat je de spirituele ervaring van mensen met een bde serieus moet nemen. Maar soms gaat hij wel ver met zijn materialistische benadering: ‘Het gebeurt dat mensen tijdens lucide dromen dingen ervaren die later waarheid worden. Dat is frappant, maar daarmee heb je nog geen causale relatie aangetoond’.
Hier scheiden onze wegen. Wetenschappelijk zouden bij voorspellende dromen de alarmbellen af moeten gaan. Dat geldt ook voor geverifieerde waarnemingen van patiënten die in coma lagen.
Michael Sabom (Herinneringen…, Strengholt 1983, blz. 83) heeft als een van de eersten getuigenissen van buitenlichamelijke waarneming onderzocht. Kan het niet zo zijn, dat doordat de patiënt iets hoort, dat de hersenen in een droomtoestand er een beeld bij verzinnen, dat soms blijkt te kloppen? Om antwoord te krijgen op deze vraag, maakte hij twee groepen. Een groep van mensen die een uittredingservaring hadden gehad en een controlegroep van mensen, die dat niet had gehad. De vraag die aan hen gesteld werd was de volgende: geef een beschrijving van wat er gebeurd is tijdens je reanimatie. In de groep van 23 mensen met een buitenlichamelijke ervaring waren er drie die een beperkte beschrijving gaven van het gebeuren zonder dat er echt sprake was van fouten. In de controlegroep maakten 20 van 23 deelnemers grote fouten in de beschrijving van de reanimatie. Het blijkt dus dat voorkennis weinig voordeel oplevert om een precieze beschrijving van het gebeuren te geven.
Laureys heeft een wereldbeeld, waarin transcendentie niet bestaat. Akkoord, maar wetenschappelijk is het riskant om voorbij te gaan aan tegenstrijdigheden. Je moet er juist op inzoomen.

Voor meer hierover: https://opengeloven.net/uitzicht-over-de-grens-over-bijna-doodervaringen/

Reageer op deze recensie

Meer recensies van jart voortman

Gesponsord

Als Hyoyoung wordt gevraagd in een brievenwinkel in Seoul te komen werken, realiseert ze zich al snel hoe helend een brief kan zijn. Schrijf je nu in voor de Hebban Leesclub.