Vermakelijk kan deels bederfelijk zijn
Het avonturenverhaal is tijdloos. Zelfs de opmars van de literaire thriller zal hier weinig tot niets aan veranderen. Paul Christopher (pseudoniem voor Christopher Hyde) toont dit eens te meer aan. Na Het Michelangelo mysterie en Het luciferevangelie is inmiddels zijn derde boek, De Rembrandterfenis, in Nederland verschenen. Liefhebbers van Stevensons wereldwijd verspreide Schateiland mogen alvast op het puntje van hun stoel plaatsnemen.
De Amerikaanse Finn Ryan is cliëntenadviseuse bij het Londense veilinghuis Mason-Godwin dat handelt in schilderkunst. Op een dag bezoekt Billy Pilgrim, een pover geklede hertog, het veilinghuis. Hij meent een echte Jan Steen in handen te hebben en laat dit taxeren door Finn. Dat het schilderij niet echt blijkt te zijn doet de hertog nauwelijks iets.
Voor Finn volgt kort daarna een grote tegenslag. Zij wordt door haar arrogante baas ontslagen. Zodra ze thuis zit krijgt ze een brief waarin ze wordt uitgenodigd door een advocaat van de familie Pilgrim. Als Finn hem bezoekt krijgt ze te horen dat ze volgens het testament van een zekere Pieter Bogaert begunstigde is. Archeoloog Bogaert, een neef van Billy's moederkant, is precies een jaar geleden naar het Verre Oosten gereisd en niet meer teruggekeerd. Voordat hij vertrok liet hij instructies na in geval hij nooit meer terug zou komen. Bogaert zou enige tijd de minnaar zijn geweest van Finns moeder. De kans is daardoor groot dat Finn een dochter is van Bogaert en dus recht heeft op de erflating. De dingen die Finn en Billy erven zijn nogal bizar: een roestig stoomschip van 70 jaar oud, een grachtenpand in Amsterdam en een kopie van een Rembrandt. Voorwaarde is wel dat ze binnen 15 dagen persoonlijk door hen in bezit genomen worden. Ze hebben op dat moment nog geen idee in wat voor een vreemd en gevaarlijk avontuur ze terecht zullen komen.
Finn en Billy. Het had zo romantisch kunnen worden tussen de twee. De bloedmooie Finn met haar Ierse trekken, groene ogen en lang rood haar lijkt gemaakt voor Billy met zijn smal, gebruind gezicht, dikke bos blond haar en goed getrainde lichaam. Bij hun eerste kennismaking lijkt het er nog op dat al snel iets zal bloeien tussen de twee. Schijn bedriegt. Naarmate het verhaal vordert lijken de twee amper te beseffen dat hun droommatch binnen handbereik is en is het enige wat door hun hoofd spookt de zoektocht naar de vermiste Bogaert. Christopher is wat dat betreft een tegenpool van bijvoorbeeld de gevoelsauteur John Hart die het wel en wee van zijn personages ver bovenaan heeft staan.
Christopher weet nog ietwat van de schade te beperken dankzij een aangespoelde wetenschapper op het zogenaamde schateiland in de buurt van Borneo. Een wetenschapper die op alle gebieden knap zijn mannetje staat en zijn overlevingstechnieken in de praktijk ijzersterk toepast. Ook de martelpraktijken van de piraten die de zeeën rondom Borneo onveilig maken en hun schrikwekkende gedachtegang worden naar behoren uitgewerkt. Maar voor liefde, verdriet of opgekropte woede kun je een Christopher beter links laten liggen. De Rembrandterfenis is daarmee een tegenhanger van de literaire thriller.
Voor de factor vermaak verdient dit boek een negen of tien. Je blijft voortdurend watertanden van de couleur locale en beestachtige taferelen. Christopher heeft zijn verhaal dan ook heel doordacht aangekleed: de zakenwereld van Londen, een mysterieus pand op de Amsterdamse grachten, piraterij op kolkende wateren, de onherbergzaamheid van een eiland midden in de Suluzee, stuk voor stuk locaties om bij weg te dromen. Maar daarmee zit je als lezer nog niet in een zetel. Christopher werkt een aantal niet-onbelangrijke punten niet verder uit. Neem bijvoorbeeld Rembrandts werk, een van de meest tot de verbeelding sprekende onderwerpen. Dit ruimt het veld nog voor de helft van het boek is gepasseerd. Hinderlijke eilandbewoners in de vorm van bloedzuigers en muskieten komen daarvoor in de plaats.
Christopher voert de lezer naarmate het boek vordert steeds meer met schatzoekerij à la Clive Cussler en verwijst het diepzinnige speurwerk en de historische weetjes naar de reservebank. Dat maakt van Paul Christopher niet meer dan een prima entertainer.
Reageer op deze recensie