Klauwen en scherpe tanden
In Amerika wordt hij in één adem genoemd met De Dresden Files (De Dresden Dossiers). Van deze serie met magiër Harry Dresden in de hoofdrol zijn elf delen verschenen. Een twaalfde is in de maak. De man achter deze dossiers is auteur Jim Butcher, een beoefenaar van diverse vechtsporten en meer dan verdienstelijk ruiter. Iemand die helemaal thuis is in de wereld van live-action-gaming en sciencefiction. Zijn verhalen worden verfilmd en vinden steeds gretiger aftrek in het buitenland waaronder Nederland. Na Stormnacht is onlangs het tweede deel uitgebracht: Wolvenjacht.
Harry Dresden is een praktiserend magiër uit Chicago. Hij verdient de kost als consultant voor de afdeling Speciale Onderzoeken bij de politie. Niet dat dit hem wat oplevert. Opdrachten krijgt hij vrijwel niet meer. In Wolvenjacht lijkt het tij te keren.
Dresden wordt op een dag gevraagd een reeks macabere moorden op te lossen. De slachtoffers zijn compleet verscheurd en wolven zijn de meest voor de hand liggende daders. Op verzoek van de kleine, maar niet te veronachtzamen inspecteur Karin Murphy probeert Dresden het spoor van de gewetenloze moordenaars te traceren. Tussendoor krijgt hij adviezen van huisgenoot Bob, een pratende schedel: de humoristische snaar van het verhaal. Dresden krijgt het niet gemakkelijk. De FBI lust hem rauw, een maffiabaas dwingt hem zaken met hem te doen en ondertussen wordt hij omringd door lykantropen en aanverwanten. Als ook nog eens geregeld zijn magische krachten hem in de steek laten, lijkt het einde zoek
.
Actie, spanning en humor. Hier is in het verhaal het accent op gelegd. Er is verder gepoogd een detective sfeertje te creëren. Dapper, maar weinig succesvol. Jim Butcher benadert het niveau van auteurs als Ruth Rendell of Henning Mankell in de verste verte niet. Het verhaal snelt binnen de kortst mogelijke keren van een krimi naar een bloederige actiefilm. Wie welke misdaad heeft gepleegd, is slechts bijzaak.
De rode draad van het boek hangt op aan alles wat maar enigszins bovennatuurlijk is. Ieder personage blijkt over klauwen en scherpe tanden te beschikken. Gewone, degelijke burgers zijn zelfs met een vergrootglas niet te vinden.
Desalniettemin is een belangrijk cliché omzeild. Ik-persoon Harry Dresden is geen onschendbare superheld, maar iemand die in meerdere opzichten kwetsbaar is. Hij is groot, maar niet breed. Hij vloert anderen, maar wordt net zo vaak zelf gevloerd. Hij beschikt niet over een knalrode Ferrari, maar rijdt rond in een puffende Volkswagen Kever.
De directe toon waarop hij de lezer aanspreekt, had echter wat minder gemogen. Met een zin als: 'Kijk me niet zo aan. Ik zeg toch, het leek mij op dat moment logisch', waagt Butcher zich op het randje van het toelaatbare. Toch maakt ook dit deel uit van de opmerkelijke humor die het boek rijk is. Je lust het of je lust het niet.
Reageer op deze recensie