Een kwestie van smaak
Stephen King was 27 jaar toen zijn eerste boek Carrie verscheen. Het was de eerste stap van het allicht grootste horrortalent aller tijden. Nu, vele jaren later, wil hij van stoppen met schrijven nog steeds niets weten en dat terwijl zich een opvolger heeft aangediend. Niemand minder dan zijn eigen zoon Joseph Hillstrom King probeert in de voetsporen van zijn vader te treden. Als 25-jarige debuteert hij onder het pseudoniem Joe Hill met Zwart hart. Ongetwijfeld klopt het hart van de echte King-fans opeens een flink stuk sneller.
Oud-hardrocker Jude Coyne is een verzamelaar van macabere voorwerpen. Alles wat met dood en verderf te maken heeft, trekt hem op de een of andere manier aan. Coyne woont in een oude boerderij en heeft daarin een klein kantoor ingericht voor zijn personal assistant. Beide mannen struinen het internet af op zoek naar allerlei morbide aanbiedingen waarmee de collectie kan worden aangevuld. Op een dag ziet Jude dat iemand een geest te koop aanbiedt. Door het pak van de overleden persoon te kopen, kan men diens geest in bezit krijgen. Coyne kan het niet laten en doet een royaal bod. Niet veel later ontvangt hij een zwarte, hartvormige doos met daarin het pak. Wat hij werkelijk in huis heeft gehaald, beseft hij pas als de verkoper van het pak onverwachts opbelt. Vanaf dat moment begint alle ellende voor hem, zijn gothic-vrouw en de twee honden.
Bij een boek van Stephen King weet je nooit helemaal zeker welk genre je voor je hebt. Joe Hill wijkt niet veel van dit gegeven af. Uit de flaptekst van Zwart hart is op te maken dat het een occult boek is, maar verder tast je in het duister.
Hill vertelt vanaf de eerste pagina smeuïg en het vertelperspectief wisselt nooit. Tot het einde toe kijk je door de ogen van Jude Coyne, wat lang geen slechte keuze is van de auteur. Coyne, die verknocht is aan het profane, ziet dingen waar een ander geen weet van heeft en wordt tot het uiterste gedreven. De boerderij waarin hij ronddoolt, maakt een claustrofobisch gevoel bij je los waarvan je voorlopig niet wordt verlost. Heel sluw wacht de auteur enige tijd voordat hij van setting verandert.
Behalve de beklemmende sfeer moet Zwart hart het vooral hebben van grootschalig bloedverlies, etterende wonden, geamputeerde lichaamsdelen en rondslingerende messen. Een breed scala aan horrorelementen waarmee Hill de lezer voor zich probeert te winnen. Oké, toegegeven; hij doet dit bijzonder goed. Je voelt de scherpe mesranden meer dan eens door je eigen huid snijden. Het euvel is echter de geest die sneller dan gewenst met zijn spookactiviteiten mag beginnen en lang niet zo akelig is als de schrijver wil doen voorkomen. Toch blijft dit uiteraard een persoonlijke beleving en zal een aantal lezers misschien niet ontkomen aan slapeloze nachten. Eenzelfde beleving geldt overigens voor de ontknoping die enerzijds over-the-top is, maar die anderzijds perfect in het straatje past van de King-fan.
De quote "ik las zelfs door terwijl ik mijn tanden poetste" op de achterzijde van het boek is wel erg optimistisch gesteld. Zwart hart is geen crème de la crème van de horror, hoewel Hill aardig op weg is dit punt te bereiken.
Wat als deze schrijver geen zoon was geweest van
...? spookt er uiteindelijk door je hoofd. Eerlijk gezegd betwijfel ik of de in dat geval onbekende debutant net zo snel op een voetstuk was geplaatst.
Reageer op deze recensie