Op een eiland ben je los van de wereld
Arnold (1979) en Erik van Bruggen (1968) zijn broers, geboren en getogen op Texel. Arnold is schrijver en filmmaker (prospektor.nl). Erik heeft een campagne-adviesbureau op maatschappelijk en cultureel gebied. Deze eilanders stelden een boekje samen met 23 schrijvers die hun liefde voor Texel onder woorden brengen.
Een eiland spreekt altijd tot de verbeelding. Je bent er een beetje los van de wereld en je waant je al snel in een ander land. Vaak is ook de bevolking een apart slag mensen. Men kent elkaar en de geschiedenis van het eiland en als bezoeker ben en blijf je een buitenstaander, alhoewel sommige buitenstaanders na verloop van tijd als echte eilanders gezien worden. Kijk maar naar Jan Wolkers die slechts 20 jaar op Texel woonde maar toch niet meer als 'overkanter' gezien werd. Hij hoorde bij Texel.
In het boekje Dag lief fijn eiland vertellen 23 schrijvers over hun band met Texel. Sommigen beschrijven hun jeugd en de avonturen op het eiland. Anderen blijven in het heden of duiken juist ver de geschiedenis in. Voor wie bekend is met Texel zal dit boekje veel herkenning oproepen. Het gevoel dat een bezoek aan de Slufter oproept wordt door Karina Wolkers prachtig verwoord in een Ode aan de Slufter. Van Thijs Broer is een hoofdstuk uit zijn boek Langs de kust. De Nederlanders en de zee opgenomen. We lezen daarin over het Walvisprotocol en hoe de vissers en eilanders soms in de knel komen door regels die hen belemmeren in hun leven en werk.
De oorlogsjaren drukten een stevig stempel op het eiland en zelfs na de capitulatie werd er nog heftig gevochten omdat de Duitse troepen weigerden zich te laten ontwapenen. Net als de op het eiland gelegerde Georgiërs waarvan er velen stierven in die laatste dagen tijdens de beroemde opstand. Op de Hoge Berg is een erebegraafplaats waar 476 Georgiërs begraven liggen. Uiteraard komt ook dat onderwerp in een aantal verhalen terug.
Veel eilanders leven van de toeristenindustrie alhoewel ook de visserij en de landbouw een stevige duit in het zakje doen. De toeristen zijn onmisbaar maar tegelijk ook vaak een ergenis. Lodewijk Dros schrijft in zijn hoofdstuk over 'Echt Tessels'. Je kunt als bewoner een echte Texelaar zijn, maar ook producten noemt men soms 'echt Tessels' terwijl ze dat niet zijn. De toeristenindustrie speelt daar zeker een rol in.
Maarten van Rossem vergelijkt het gevoel dat je overspoelt op het strand van Texel als 'de eerste keer dat je de Alpen ziet'. Mooi zijn ook de woorden van Tessa de Loo en de herinneringen van Imme Dros. Ieder verhaal is een ode aan dit eiland en na ieder verhaal kun je even wegdromen en terugdenken aan de laatste keer dat je er was.
Wie Texel liefheeft zal dit boek met veel plezier lezen en zeker weer snel terug willen naar dat, zoals Jan Wolkers zei, ‘het onsterfelijk mooie Texel'.
Reageer op deze recensie