De laatste dag was de ergste
WOI, de Eerste Wereldoorlog, is een oorlog die begon op 28 juli 1914 en eindigde op 11 november 1918 en die bekend staat als een van de grootste oorlogen in de geschiedenis. Vrijwel alle grootmachten uit die tijd waren bij deze oorlog betrokken. In totaal waren 70 miljoen militairen, waaronder 60 miljoen Europeanen, betrokken bij deze allesomvattende oorlog. Ondanks het feit dat de oorlog voornamelijk in Europa werd uitgevochten, spreekt men toch van een wereldoorlog omdat er ook veel Engelse en Franse troepen uit de koloniën naar Europa werden gehaald maar zelfs in die koloniën werd een deel van de oorlog uitgevochten. Aan het einde van de oorlog bemoeiden ook de Amerikanen zich ermee en uiteindelijk werd besloten om op 11 november 1918 een staakt het vuren uit te roepen. Men noemt deze datum ook wel de Wapenstilstandsdag.
Op 11 november 1918 werd om 5 uur in de ochtend de wapenstilstand getekend. Deze zou echter pas om 11 uur die ochtend ingaan. Tijdens die laatste uren vielen er gemiddeld meer slachtoffers dan op de andere dagen in deze oorlog. Er vielen gemiddeld 2250 slachtoffers per dag maar juist op de laatste dag waren dat er 2738. Dat intrigeerde de geschiedenisschrijver en historicus Pieter Serrien dermate dat hij besloot er een boek over te schrijven.
In eerste instantie wilde hij een boek schrijven over de Spaanse griep. Een griep die in oktober en november 1918 op zijn hoogtepunt was en waar naar schatting tussen de 20 en 100 miljoen mensen slachtoffer van werden; meer dus dan in de hele Eerste Wereldoorlog. Toch had de oorlog een grote invloed op deze griep en het aantal slachtoffers. De Amerikanen werden ervan verdacht de griep mee naar Europa te hebben genomen en de bevolking was zodanig uitgeput en verzwakt dat er veel mensen aan de griep-pandemie stierven.
Tijdens zijn onderzoek stuitte Pieter Serrien op zoveel bijzondere feiten dat hij Het Elfde Uur schreef. Een boek dat uur voor uur de laatste dag van WOI zichtbaar maakt. Hij heeft dat op een uitermate knappe manier gedaan, want de geschiedenis is een wirwar van feiten en gebeurtenissen en om daar duidelijkheid en lijn in te brengen is een kunst op zich. Hij doet dat door over ieder uur van de dag een hoofdstuk te schrijven waarin staat beschreven wat zich op verschillende plaatsen afspeelt. Dagboeken en getuigenissen uit die tijd worden onderzocht en vooral de kranten uit die jaren pluist hij helemaal uit.
Serrien licht drie onderwerpen nader toe; de Spaanse griep, het geallieerde eindoffensief en de aanloop naar de wapenstilstandsonderhandelingen. Deel 1 van het boek loopt van maandag 4 november tot zondag 10 november. Deel 2 gaat over de laatste 24 uur. Nauwgezet en met veel oog voor detail doet de schrijver verslag van alle facetten die uiteindelijk tot het einde van WOI leiden. Deel 3 laat ons zien wat er op verschillende plaatsen in Europa plaatsvond na 11 uur op die beruchte ochtend van de wapenstilstand.
We lezen niet alleen over militaire handelingen maar ook over de burgerbevolking; alhoewel de geschiedenis van de militairen de overhand heeft. Wat sterk naar voren komt is dat een oorlog als deze voornamelijk gevoerd wordt door bevelhebbers die meer bezig zijn met militaire campagnes dan met de slachtoffers die ze met hun beslissingen maken.
Aan het eind van het boek is een lijst met belangrijke personages en een bibliografie opgenomen. Het Elfde Uur leest als een thriller. Pieter Serrien weet op heel bijzondere wijze deze korte periode in de geschiedenis tot een duidelijk en boeiend verhaal aaneen te smeden.
Reageer op deze recensie