Hebban recensie
154 gevallen van constipatie
In 1889 verwierf Frankrijk het imago een moderne natie te zijn: op de Wereldtentoonstelling in Parijs pakten ze uit met een nooit eerder gezien meesterwerk, de Eifeltoren. Wat de Fransen kunnen, kunnen wij ook, zeiden de Amerikanen. En jawel, vier jaar later streek de grootste tentoonstelling ter wereld neer in Chicago. Dat had echter veel voeten in de aarde: eerst moest een broederstrijd worden uitgevochten met New York, en zorgde de zoektocht naar een geschikte locatie aan de oevers van Lake Michigan voor verdeeldheid. Maar het mocht en kon niet mislukken, en in 1893 was de Witte Stad, met als blikvanger een reuzenrad met gondels zo groot als treinwagons, een feit. Tegelijkertijd was Chicago het toneel van een veel luguberder verhaal: dat van H.H. Holmes, een seriemoordenaar die in zijn zelfgebouwde hotel ongestoord vooral jonge vrouwen ombracht en opstookte in een grote oven.
De duivel in de Witte Stad kan je vooral omschrijven als een docudrama, zoals bijvoorbeeld de BBC ze tegenwoordig graag maakt. Denk maar aan de tot in detail onderbouwde reconstructie van de laatste dagen en uren van Pompeii. Iets gelijkaardigs doet Erik Larson met zijn twee onderwerpen, die overigens behalve de periode helemaal niets gemeen hebben. Misschien geef ik best een paar voorbeelden om een idee te geven van de doorgedreven historische correctheid die Larson hanteert. Als Larson schrijft dat Holmes helper een sterk lichaam heeft, dan mag je er zeker van zijn dat diens dokter dat ook werkelijk zo gezegd of geschreven heeft. Wat dan weer bevestigd wordt in de noten en bronnen. Of als je ooit wil weten hoeveel gevallen van constipatie (154), zware hoofdpijn (364) of extreme winderigheid (1) er werden vastgesteld in het tentoonstellingsziekenhuis, dan moet je bij Larson zijn. Omgekeerd: als hij iets niet onomstotelijk heeft kunnen vaststellen, dan zegt hij dat ook.
Je zou verwachten dat die vloed aan details het lezen verpest, dat Larson er de draad mee uit het oog verliest, maar dat is in het geheel niet zo. Integendeel, het zijn juist de details die het m doen. Toch geef ik Larson maar drie sterren mee, om één belangrijke reden. De delen van het boek die het spannendst zouden moeten zijn, dus die rond de seriemoordenaar Holmes, bevallen mij net iets minder dan de tentoonstellingperikelen. Holmes komt, in al zijn wreedheid, onvoldoende tot leven. De verklaring is allicht dat de geest niet in krantenartikels en dus door research, te vangen valt, hoe gedetailleerd ook zijn daden zijn gedocumenteerd. Of hoe de immense sterkte van een roman tegelijk de grootste zwakte kan zijn.
De duivel in de Witte Stad kan je vooral omschrijven als een docudrama, zoals bijvoorbeeld de BBC ze tegenwoordig graag maakt. Denk maar aan de tot in detail onderbouwde reconstructie van de laatste dagen en uren van Pompeii. Iets gelijkaardigs doet Erik Larson met zijn twee onderwerpen, die overigens behalve de periode helemaal niets gemeen hebben. Misschien geef ik best een paar voorbeelden om een idee te geven van de doorgedreven historische correctheid die Larson hanteert. Als Larson schrijft dat Holmes helper een sterk lichaam heeft, dan mag je er zeker van zijn dat diens dokter dat ook werkelijk zo gezegd of geschreven heeft. Wat dan weer bevestigd wordt in de noten en bronnen. Of als je ooit wil weten hoeveel gevallen van constipatie (154), zware hoofdpijn (364) of extreme winderigheid (1) er werden vastgesteld in het tentoonstellingsziekenhuis, dan moet je bij Larson zijn. Omgekeerd: als hij iets niet onomstotelijk heeft kunnen vaststellen, dan zegt hij dat ook.
Je zou verwachten dat die vloed aan details het lezen verpest, dat Larson er de draad mee uit het oog verliest, maar dat is in het geheel niet zo. Integendeel, het zijn juist de details die het m doen. Toch geef ik Larson maar drie sterren mee, om één belangrijke reden. De delen van het boek die het spannendst zouden moeten zijn, dus die rond de seriemoordenaar Holmes, bevallen mij net iets minder dan de tentoonstellingperikelen. Holmes komt, in al zijn wreedheid, onvoldoende tot leven. De verklaring is allicht dat de geest niet in krantenartikels en dus door research, te vangen valt, hoe gedetailleerd ook zijn daden zijn gedocumenteerd. Of hoe de immense sterkte van een roman tegelijk de grootste zwakte kan zijn.
1
Reageer op deze recensie