Een thriller met een verrassend mager verhaal
Een Victoriaanse literaire thriller in de traditie van Arthur Conan Doyle, Alexandre Dumas en Edgar Allan Poe. Zo wordt De glazen boeken van de dromeneters aangeprezen. Wie echter op zoek is naar een spannende historische roman, genre De quincunx van Charles Palliser, komt bedrogen uit. De glazen boeken is in de grond, ondanks alle fantasy-kantjes en de Victoriaanse setting, gewoon een actiethriller. En niet eens een erg goede.
Desondanks begint De glazen boeken verfrissend en veelbelovend. Miss Celeste Temple krijgt een briefje van haar verloofde, Roger Bascombe, waarin die droogweg hun verloving verbreekt. Ze verzoent zich maar moeilijk met die abrupte breuk, en gaat op zoek naar de reden. Haar zoektocht voert haar naar een afgelegen landhuis, waar allerhande eigenaardige dingen gebeuren. Miss Temple, ontmaskerd als indringster, weet maar ternauwernood te ontsnappen. Tegelijk komen twee mannen in actie. Huurmoordenaar Kardinaal Chang wordt ingehuurd om Miss Temple op te sporen, en dokter Svenson, gedreven door plichtsbesef, probeert zijn prins, Karl-Horst von Maasmärck, op het goede pad te houden. Na wat strubbelingen komt het tot een ontmoeting, en gedrieën trachten ze een groot complot te dwarsbomen, een complot dat verwezenlijkt wordt dankzij blauw glas met magische krachten.
Dahlquist spuit duchtig mist in het rond, en creëert aan de lopende band personages (vaak met eigenaardig klinkende namen als Vandaariff en Xonck). Dat het verhaal zich afspeelt in een soort Victoriaanse tijden (waar en wanneer het verhaal zich juist afspeelt, wordt nergens expliciet gezegd), geeft een extra exotisch tintje aan het boek. De eerste hoofdstukken zijn dan ook heerlijk om lezen: al die duistere bondgenootschappen en geheime procédés moeten wel tot een verrassende ontknoping leiden. Helaas. Hoe verder het boek vordert, hoe minder bevredigend de onthullingen worden. Alles komt in het teken te staan van de actie. De achtervolgingen en schietpartijen volgen elkaar in een hels tempo op. Een ondergrondse, buiten gebruik gestelde gevangenis annex landhuis vormen daarvoor de gedroomde locatie: de kamers zijn voorzien van doorkijkspiegels, kijkgaatjes en geheime uitgangen. De drie redden zich uit de meest hopeloze situaties, al dan niet bengelend aan een zeppelin. Na drie wonderbaarlijke ontsnappingen is het leuke er wel af. Al dat heen-en-weergeloop leidt uiteindelijk naar de ultieme confrontatie tussen de drie en hun tegenstanders. Veel nieuws levert die niet meer op, maar qua vorm mag de finale er best zijn.
De glazen boeken van de dromeneters is een thriller met een verrassend mager verhaal, met een handvol goede actiescènes en minstens evenveel overbodige. Boeken mogen dik zijn, maar dan mag er ook wel iets in staan.
Reageer op deze recensie