Hebban recensie
Een harde dobber
Leonardo Sciascia, reeds overleden in 1989, is altijd een buitenbeentje geweest. Hij schreef detectiveromans, maar de ontknoping liet hij achterwege. In plaats van één dader aan te duiden, nagelde hij liever hele organisaties of systemen aan de schandpaal. De verdwijning van Majorana, bijvoorbeeld, gaat over het failliet van de wetenschap, met haar atoombommen en andere massavernietigingswapens. Vaak was het ook de maffia die er van de Siciliaan Sciascia van langs kreeg, zoals in Ieder het zijne.
In Todo modo, geschreven in 1974, sluit een bekende schilder zich aan bij de 'geestelijke oefeningen', een soort retraite, van een groep 'ministers, kamerleden, presidenten en directeuren van banken, industriëlen... En ook drie krantendirecteuren.' De geestelijke oefeningen, onder leiding van de priester don Gaetano zijn echter voor de meesten meer 'een vakantie die de gelegenheid bood vruchtbare relaties te verstevigen, machts- en geldzaken te regelen, bondgenootschappen te ontmantelen en verraad met verraad te vergelden'. Dat laatste is misschien wel het geval wanneer een van de deelnemers wordt neergeschoten. Later vindt nog een man de dood wanneer hij van een terras wordt geduwd.
Een Sciascia is normaal al geen boek om je gedachten bij te verliezen. Dat geldt dubbel en dik voor Todo modo. De reden is dat ditmaal geen actieve organisatie of een tastbaar instituut wordt aangeklaagd, maar eerder een zienswijze, een gedachtenwereld, een ideologisch standpunt. Het gaat letterlijk om geestelijke oefeningen, getuige de filosofische dialogen tussen de schilder en don Gaetano. Gelukkig brengt een nawoord opheldering, maar ook daarmee blijft Todo modo een harde dobber.
In Todo modo, geschreven in 1974, sluit een bekende schilder zich aan bij de 'geestelijke oefeningen', een soort retraite, van een groep 'ministers, kamerleden, presidenten en directeuren van banken, industriëlen... En ook drie krantendirecteuren.' De geestelijke oefeningen, onder leiding van de priester don Gaetano zijn echter voor de meesten meer 'een vakantie die de gelegenheid bood vruchtbare relaties te verstevigen, machts- en geldzaken te regelen, bondgenootschappen te ontmantelen en verraad met verraad te vergelden'. Dat laatste is misschien wel het geval wanneer een van de deelnemers wordt neergeschoten. Later vindt nog een man de dood wanneer hij van een terras wordt geduwd.
Een Sciascia is normaal al geen boek om je gedachten bij te verliezen. Dat geldt dubbel en dik voor Todo modo. De reden is dat ditmaal geen actieve organisatie of een tastbaar instituut wordt aangeklaagd, maar eerder een zienswijze, een gedachtenwereld, een ideologisch standpunt. Het gaat letterlijk om geestelijke oefeningen, getuige de filosofische dialogen tussen de schilder en don Gaetano. Gelukkig brengt een nawoord opheldering, maar ook daarmee blijft Todo modo een harde dobber.
1
Reageer op deze recensie