Aichner is meedogenloos!
Het motto van Wraakgodin is een uitspraak van de filosoof Friedrich Nietzsche: “En als je lang in een afgrond kijkt, kijkt de afgrond ook in jou.” De Oostenrijkse auteur Bernhard Aichner – die zichzelf met dit boek internationaal op de kaart zet – sleurt je naar de rand van de afgrond en dwingt je erin te kijken. Een blik omlaag werpen is precies datgene waar veel leesfanaten aan verslaafd zijn. Aichner laat je daar echter driehonderd pagina’s lang staan!
Op haar achttiende vermoordt Brünhilde Blum, kortweg Blum, haar pleegouders. In plaats van liefde en een veilige kinderkamer gaven ze haar de aflegkamer van hun begrafenisonderneming in Innsbruck. Al op haar zevende hielp ze haar pleegvader: ze waste de haren van de doden, schoor ze en veegde bloed van hun lichamen. Huilen, laat staan weglopen was geen optie: “Stel je niet zo aan Brünhilde, ze zullen je heus niet bijten.”
Blum laat de verdrinkingsdood van haar pleegouders eruitzien als een ongeluk. De politie lijkt haar te geloven. Blum wordt verliefd op de eerste rechercheur die ter plaatse is, Mark. Nadat ze de uitvaartonderneming van haar pleegouders heeft overgenomen en gemoderniseerd, trouwen ze. Mark houdt van zijn werk, evenals Blum die met veel toewijding de overledenen verzorgt. Ze zijn dol op hun kinderen en acht jaar lang lacht het geluk ze toe. Dan sterft Mark bij een motorongeluk. Als Blum enkele opnamen op zijn telefoon beluistert, stapelen de vragen zich op: wat was Mark op het spoor en was het ongeluk wel een ongeluk?
Blum gaat op onderzoek uit en stuit op een gruwelijk verhaal dat niemand gelooft. Ze besluit het recht in eigen hand te nemen. In en rond Innsbruck komen enkele mannen op gruwelijke wijze aan hun eind; andere verdwijnen simpelweg. Is Blum, geholpen door haar beroep, werkelijk in staat de perfecte moorden te plegen?
In zekere zin gedraagt Blum zich als een verslaafde. Meermaals zegt ze tegen zichzelf: dit moet stoppen. Maar dat kan ze niet. Ze is ergens aan begonnen en wil het afmaken. Noem het doorzettingsvermogen, noem het rechtlijnig of simpelweg verknipt… Wraakgodin – de originele titel is zeer toepasselijk Totenfrau – gaat net als Blum recht op zijn doel af. Geen zijwegen, geen adempauzes. Misschien is Aichner daarin een beetje doorgeschoten, maar daarover zullen de meningen verschillen.
Dat Blum wraak wil, is begrijpelijk; de manier waarop ze daar invulling aan geeft, is huiveringwekkend. Erg veel psychologie zit er niet in Wraakgodin. Blum blijft een vrij statisch persoon. Ze heeft al eerder gedood en doet dat nu weer. Punt. Het enige waar ze zich zorgen om maakt, is: stel dat ik gepakt word, hoe moet dat dan met mijn kinderen? Want ja, naast moordenares is Blum ook een liefhebbende moeder. Vroeg of laat kruipt Blum onder je huid. Of je haar nu wel of niet sympathiek vindt.
Voor het schrijven van Wraakgodin liep Aichner een halfjaar stage bij een begrafenisondernemer. Door de gedetailleerde beschrijvingen van de lijkafleggingen levert het dagelijkse leven van Blum al de nodige suspense op. De vaart waarmee Aichner het verhaal weet te presenteren, hangt nauw samen met zijn schrijfstijl. Alles is kort: hoofdstukken, alinea’s, zinnen. Toch is deze stijl tegelijk een valkuil: omdat alles kort ‘moet’ zijn, klinken de dialogen niet allemaal even natuurlijk en krijgen de verschillende personages niet echt een eigen geluid. Het is en blijft Aichner die je hoort. Daar staat tegenover dat de stijl en de taal erg toegankelijk zijn, zodat Wraakgodin waarschijnlijk op een groot publiek kan rekenen.
De vertaalrechten zijn al aan zeven landen verkocht. Mocht Wraakgodin ooit verfilmd worden, dan hebben de kijkers een ijzeren maag en stalen zenuwen nodig. Ze moeten bereid zijn om, staande aan de rand van de afgrond, vrijwillig voorover te buigen om nog beter naar beneden te kunnen kijken…
Reageer op deze recensie