Lezersrecensie
Mark Lewisohn – The Beatles - All These Years: Volume One Tune In
Leesjaar Dikke Boeken – juni 2022
Mark Lewisohn – The Beatles - All These Years: Volume One Tune In
Crown Archetype (New York) 2013
In dit eerste lijvige deel van wat een complete geschiedenis van de The Beatles in drie delen moet worden, beschrijft de Britse historicus Mark Lewisohn de vroege jaren. Van de eerste levensjaren in typisch Liverpoolse gezinnen, in buurten met eenrichtingsverkeer naar het leren van een vak om bestaanszekerheid op te bouwen. Voor John Lennon, Paul McCartney, George Harrison, Stuart Sutcliffe, Pete Best en Richard Starkey kwam er een nooduitgang in de vorm van Rock and Roll. Ze werden discipelen van Bill Haley, Elvis Presley, Eddie Cochran, Gene Vincent, Little Richard, Chuck Berry en Buddy Holly.
John, Paul en George wilden het ongelijk van hun zeurende familie bewijzen door hun geld met de gitaar te verdienen. Ze oefende hun vingers stuk op de nieuwste hits van overzee, vaak gehoord en als er wat geld was aangeschaft in de platenzaak van Brian Epstein. Omdat het hele businessmodel rondom geld verdienen met je bandje nog uitgevonden moest worden, moest er af en toe toch een baantje worden gezocht. Pete en Richard (inmiddels omgedoopt tot Ringo Starr) vonden hun geluk in de drums. Geld voor instrumenten was er eigenlijk niet, alles moest dus goedkoop of op afbetaling, met garantstelling door een volwassene, worden aangeschaft. Skiffle was een uitkomst, dat kon met minimale middelen worden gespeeld. Met een afgedankt wasbord, een theekist met bezemsteel en touw en een goedkope gitaar kon je het podium op. Zo zag Paul een optreden van John’s Quarrymen, liet de intrigerende voorman zijn eigen vaardigheden horen en een historische vriendschap was geboren. Niet veel later mocht jonkie George zich ook bij de band aansluiten. Optredens waren vooral in de lokale etablissementen, tenmiste als er een drummer met een drumkit gevonden kon worden. Veel hielden ze er nog niet aan over. Quarrymen werd Johnny and the Moondogs, Beatals, Silver Beetles, Silver Beatles en tot slot The Beatles.
Om echt meters te maken op het podium en beter ingespeeld te raken konden The Beatles in de zomer van 1960 naar Hamburg. Ze moesten met vijf man zijn, op dat moment misten ze alleen een drummer. Ze hadden Stuart zo gek gekregen het geld dat hij had verdiend met de verkoop van een van zijn schilderijen te investeren in een basgitaar, hij was, ondanks een algeheel gebrek aan talent en passie voor muziek, de vierde Beatle geworden. De grootste verdienste van Pete Best was dat hij een drumkit had en beschikbaar was om mee te gaan naar Hamburg. In een ranzig, klein hok achter een bioscoopzaal konden ze wat bijkomen van de schier oneindige door dieetpillen en drank aangevuurde shows, die ze tot diep in de nacht in de clubs op de Reeperbahn moesten spelen voor dronken, agressief, veelal crimineel publiek waar ook nog wat verdwaalde existentialisten vertier zochten. Een uitstekende leerschool, waar ze nog een paar keer terug zouden keren. Ringo deed er tegelijkertijd in een andere band podiumervaring op.
Ze kregen in Hamburg de kans een plaat op te nemen als begeleidende groep voor Tony Sheridan, Pete moest zijn drumkit minimaliseren omdat de producer hem te matig vond. In Liverpool was inmiddels ook een flinke schare fans ontstaan. Er was steeds meer vraag naar dat obscure plaatje van The Beatles in de platenzaak van Brian Epstein. Na een bezoek aan de Cavern club in Liverpool wist Epstein genoeg, hij zou ze naar de toppermost of the poppermost managen. Op het podium mochten ze inmiddels een flinke reputatie hebben opgebouwd, in de studio waren ze nerveus en groen als gras. Een proefopname bij Decca, waarbij Pete er nog eens op werd gewezen dat hij niet zo’n geweldige drummer was, leverde niets op. Gitaargroepen waren uit de mode. Epstein kreeg een vinger tussen de deur bij EMI, waar zijn band bij George Martin in de schoot geworpen werd. Niet dat hij erg enthousiast was. Door een deal over de rechten van een aantal door Lennon en McCartney geschreven songs mochten The Beatles proefopnamen komen maken in de Abbey Road studio’s. George Martin wilde na die proefopname wel verder met The Beatles, maar dan wel zonder die drummer. Exit Pete, welkom Ringo, al werd hij na zijn eerste nerveuze getrommel ook bijna permanent vervangen door een sessiedrummer. De puzzel was gelegd, de fab four hadden hun ideale bezetting gevonden. Paul had de bas overgenomen van Stuart, die in Hamburg was achtergebleven voor de liefde en de kunst. Hij overleed er in 1962 aan een hersenbloeding.
Zo komen alle wetenswaardigheden over de vroege jaren van The Beatles aan bod. Lewisohn schetst de omstandigheden waaronder de jongens mannen werden, het Liverpool van eind jaren vijftig waar gelijkgestemde zielen met een zeker talent elkaar bijna niet konden ontlopen en met welk geploeter en doorzettingsvermogen ze van een potentieel nietsnuttenbestaan in de marge een broodwinning met behulp van de (bas)gitaar of drums wisten te maken. De karakters worden uitgediept, zodat duidelijk wordt waarom John en Paul elkaar vinden in vriendschap omwonden met jaloezie (o.a. Paul op de band die John met Stuart heeft), waarom het matige drummen van Pete niet de enige reden was waarom hij niet in de band paste en Ringo wel, dat George door John werd beschouwd als de baby van het stel en daarom niet altijd serieus genomen werd, wie vooraan stond bij excessen met seks, drugs en wat dies meer zij en wie eerst een voorzichtige teen in het water deed of zich totaal op afstand hield. Inzichten die ook belangrijk zijn voor de rest van de geschiedenis van The Beatles. Waar niet meer precies achterhaald kan worden hoe zaken zijn gelopen, geeft Lewisohn dat keurig aan in plaats van te speculeren. Hij kiest voor het meest aannemelijke verhaal. Door de grote nauwkeurigheid en het oog voor de details heeft dit boek veel tijd gevergd. Dat is het grootste nadeel, er zal nog lang gewacht moeten worden op deel 2 en 3. Er is een hoge standaard gezet door de auteur.
Mooiste zin:
Mr. George Jack’s red and brown Vauxhall Estate was the first step on a road that would lead them, five years later, to a Wells Fargo armored truck.
Mark Lewisohn – The Beatles - All These Years: Volume One Tune In
Crown Archetype (New York) 2013
In dit eerste lijvige deel van wat een complete geschiedenis van de The Beatles in drie delen moet worden, beschrijft de Britse historicus Mark Lewisohn de vroege jaren. Van de eerste levensjaren in typisch Liverpoolse gezinnen, in buurten met eenrichtingsverkeer naar het leren van een vak om bestaanszekerheid op te bouwen. Voor John Lennon, Paul McCartney, George Harrison, Stuart Sutcliffe, Pete Best en Richard Starkey kwam er een nooduitgang in de vorm van Rock and Roll. Ze werden discipelen van Bill Haley, Elvis Presley, Eddie Cochran, Gene Vincent, Little Richard, Chuck Berry en Buddy Holly.
John, Paul en George wilden het ongelijk van hun zeurende familie bewijzen door hun geld met de gitaar te verdienen. Ze oefende hun vingers stuk op de nieuwste hits van overzee, vaak gehoord en als er wat geld was aangeschaft in de platenzaak van Brian Epstein. Omdat het hele businessmodel rondom geld verdienen met je bandje nog uitgevonden moest worden, moest er af en toe toch een baantje worden gezocht. Pete en Richard (inmiddels omgedoopt tot Ringo Starr) vonden hun geluk in de drums. Geld voor instrumenten was er eigenlijk niet, alles moest dus goedkoop of op afbetaling, met garantstelling door een volwassene, worden aangeschaft. Skiffle was een uitkomst, dat kon met minimale middelen worden gespeeld. Met een afgedankt wasbord, een theekist met bezemsteel en touw en een goedkope gitaar kon je het podium op. Zo zag Paul een optreden van John’s Quarrymen, liet de intrigerende voorman zijn eigen vaardigheden horen en een historische vriendschap was geboren. Niet veel later mocht jonkie George zich ook bij de band aansluiten. Optredens waren vooral in de lokale etablissementen, tenmiste als er een drummer met een drumkit gevonden kon worden. Veel hielden ze er nog niet aan over. Quarrymen werd Johnny and the Moondogs, Beatals, Silver Beetles, Silver Beatles en tot slot The Beatles.
Om echt meters te maken op het podium en beter ingespeeld te raken konden The Beatles in de zomer van 1960 naar Hamburg. Ze moesten met vijf man zijn, op dat moment misten ze alleen een drummer. Ze hadden Stuart zo gek gekregen het geld dat hij had verdiend met de verkoop van een van zijn schilderijen te investeren in een basgitaar, hij was, ondanks een algeheel gebrek aan talent en passie voor muziek, de vierde Beatle geworden. De grootste verdienste van Pete Best was dat hij een drumkit had en beschikbaar was om mee te gaan naar Hamburg. In een ranzig, klein hok achter een bioscoopzaal konden ze wat bijkomen van de schier oneindige door dieetpillen en drank aangevuurde shows, die ze tot diep in de nacht in de clubs op de Reeperbahn moesten spelen voor dronken, agressief, veelal crimineel publiek waar ook nog wat verdwaalde existentialisten vertier zochten. Een uitstekende leerschool, waar ze nog een paar keer terug zouden keren. Ringo deed er tegelijkertijd in een andere band podiumervaring op.
Ze kregen in Hamburg de kans een plaat op te nemen als begeleidende groep voor Tony Sheridan, Pete moest zijn drumkit minimaliseren omdat de producer hem te matig vond. In Liverpool was inmiddels ook een flinke schare fans ontstaan. Er was steeds meer vraag naar dat obscure plaatje van The Beatles in de platenzaak van Brian Epstein. Na een bezoek aan de Cavern club in Liverpool wist Epstein genoeg, hij zou ze naar de toppermost of the poppermost managen. Op het podium mochten ze inmiddels een flinke reputatie hebben opgebouwd, in de studio waren ze nerveus en groen als gras. Een proefopname bij Decca, waarbij Pete er nog eens op werd gewezen dat hij niet zo’n geweldige drummer was, leverde niets op. Gitaargroepen waren uit de mode. Epstein kreeg een vinger tussen de deur bij EMI, waar zijn band bij George Martin in de schoot geworpen werd. Niet dat hij erg enthousiast was. Door een deal over de rechten van een aantal door Lennon en McCartney geschreven songs mochten The Beatles proefopnamen komen maken in de Abbey Road studio’s. George Martin wilde na die proefopname wel verder met The Beatles, maar dan wel zonder die drummer. Exit Pete, welkom Ringo, al werd hij na zijn eerste nerveuze getrommel ook bijna permanent vervangen door een sessiedrummer. De puzzel was gelegd, de fab four hadden hun ideale bezetting gevonden. Paul had de bas overgenomen van Stuart, die in Hamburg was achtergebleven voor de liefde en de kunst. Hij overleed er in 1962 aan een hersenbloeding.
Zo komen alle wetenswaardigheden over de vroege jaren van The Beatles aan bod. Lewisohn schetst de omstandigheden waaronder de jongens mannen werden, het Liverpool van eind jaren vijftig waar gelijkgestemde zielen met een zeker talent elkaar bijna niet konden ontlopen en met welk geploeter en doorzettingsvermogen ze van een potentieel nietsnuttenbestaan in de marge een broodwinning met behulp van de (bas)gitaar of drums wisten te maken. De karakters worden uitgediept, zodat duidelijk wordt waarom John en Paul elkaar vinden in vriendschap omwonden met jaloezie (o.a. Paul op de band die John met Stuart heeft), waarom het matige drummen van Pete niet de enige reden was waarom hij niet in de band paste en Ringo wel, dat George door John werd beschouwd als de baby van het stel en daarom niet altijd serieus genomen werd, wie vooraan stond bij excessen met seks, drugs en wat dies meer zij en wie eerst een voorzichtige teen in het water deed of zich totaal op afstand hield. Inzichten die ook belangrijk zijn voor de rest van de geschiedenis van The Beatles. Waar niet meer precies achterhaald kan worden hoe zaken zijn gelopen, geeft Lewisohn dat keurig aan in plaats van te speculeren. Hij kiest voor het meest aannemelijke verhaal. Door de grote nauwkeurigheid en het oog voor de details heeft dit boek veel tijd gevergd. Dat is het grootste nadeel, er zal nog lang gewacht moeten worden op deel 2 en 3. Er is een hoge standaard gezet door de auteur.
Mooiste zin:
Mr. George Jack’s red and brown Vauxhall Estate was the first step on a road that would lead them, five years later, to a Wells Fargo armored truck.
2
Reageer op deze recensie