Lezersrecensie
Flessenpost aan Hades en de Dagda
Recensie van:
Flessenpost aan de Hades en de Dagda
Een hedendaags liefdesverhaal
Auteur:
Jeroen Dirk Rook
51 jaar, is een wervelwind aan woorden en emoties: wars van alle constituties over het hoe, waarom en waaraan zinvolle literatuur zou moeten voldoen, neemt hij je onverdoofd mee in levensvraagstukken, gedachten en ontluisterende ontknopingen.
Jeroen is van oorsprong cameraman bij de televisie, maar sinds drie jaar beseft Jeroen dat hij de tornado van de hang naar de immer schreeuwende behoefte aan schrijven echter nooit meer zal kunnen ontlopen. Zijn motto luidt: “Schrijven is een kwelling, niet schrijven een hel!”
Eind september 2021 is zijn roman ‘Babba‘ verschenen, eind maart 2023 zijn roman ‘Doorprutsen met bokkenpruik‘ en half april 2024 is zijn nieuwe roman ‘Flessenpost aan Hades en de Dagda‘ verschenen.
Wijze van lezen:
Recensie-exemplaar ontvangen van uitgeverij Futuro en de auteur zelf in ruil voor mijn recensie.
Uitgeverij: Futuro
Genre: roman
Cover en flaptekst:
Deze cover vind ik mooi. Een mooi gebruik aan kleuren toont een beeld van een flesje met daarin een brief liggend op het strand. Nieuwsgierig makend naar dit verhaal.
De flaptekst is intrigerend en interessant.
Quote:
Proloog
Al zou ik alle wijsheid bezitten van de gehele aarde en zou ik een onuitputbare bron aan kennis kunnen aanboren in een God of ChatGPT, dan nog kan ik niet de brug slaan tussen de dood en de onwetende, tussen de smachtende en de afhoudende, tussen de diepste wens van de verlangende en het onbereikbare, tussen de hunkering van mijn hart en de krochten van de ziel van degene die me niet wenst te zoeken.
De Styx is onverbiddelijk gebleken en vormt de onoverkomelijke barrière. Ze is daarmee een bron van schaamteloos leed. Slechts Hades zal misschien deze muur kunnen breken, maar die vaart in al zijn arrogantie nog een rondje met een plezierjacht op de duistere golven van de onherbergzame Styx: in zijn hand een te lauw glas witte wijn.
De onontgonnen vulkanen van weleer zullen gesloten moeten blijven totdat de aardkorst open zal breken en het lavastenen zal spuwen in de rode lucht of slechts dan wanneer er een regenboog verschijnt in het kristal op open zee.
En als de Grieken het niet kunnen, dan zwerven er wellicht nog Keltische krachten over de aarde. Laat gebeuren wat moet gebeuren! Laat de Dagda de nodige kracht vinden.
Wij zijn als ploeterenden der aarde wellicht onmachtig, maar waar het hart onvermoeibaar blijft roepen, zal er gedanst worden of in ieder geval gepoogd worden om te dansen. Dat zullen we altijd blijven proberen!
Mooie tekst:
Is de droom de weg of het resultaat van onvoltooid verlangen?
Is de weg niet gewoon bezaaid met stenen van weleer?
Is verlangen beklonken in beelden en gezangen
of zien wij op weg slechts die ene grote beer?
Ik heb niet geweten van de storm,
ik heb niet geweten van de weerstand op de weg.
heb niet verwacht het egoïsme van een eenling,
heb niet geloofd in die sneltrein van de pech,
maar ik zal de wereld blijven roemen
om die ene azuurblauwe zee
ik hoor de bijen minzaam zoemen,
de kinderen die huppelen onverstoorbaar en tevree,
ik hoor daarachter die gulle lach,
ik zie de besneeuwde witte berg
en ik kan het niet benoemen,
(ga met allesomvattende liefde het liefst vandaag nog overstag),
dan met extase voor ’t veld gekleurde bloemen
en dan weet ik: Dit is de wereld, dit is mijn dag!
Ik ben een tomeloos passief voyeur,
met alle kracht van onmacht
omarmd,
een notoire toeschouwer met veel gezeur,
die met spelingen van ’t woord zijn hart verwarmt,
Ik ben een toeschouwer, verdwaald langs lange wegen,
Heb mijn hart aan menig luchtkasteel verpand,
en heb geschreeuwd toen anderen zwegen,
daar in dat ideale beloofde land,
Ik heb gedronken op geneugten van ’t leven,
ik heb geleden mijn daaglijks verlies,
Ik heb gestreden met alles wat ik had,
Daar waar de wind haar onheil of verlichting blies,
Ik heb de zon de maan zien kussen,
maar werd bij lange na geen astronaut,
Ik voel het bier mijn zorgen blussen,
In de kwelling: wie is goed of fout?
Maar tussen de zoektocht in de zinnen,
naar de zin van het bestaan,
Struin ik van buiten weer naar binnen,
want het paradijs dat moest bestaan..
Ik heb de zwerver soms beneden,
In de zinloosheid van zijn gesjok,
Van ijver naar de goot gegleden,
De charme van een geschoten bok,
Maar als de bijen zachtjes zoemen
En ik uitkijk over de azuurblauwe zee,
Dan voel ik me, ik kan het niet verbloemen,
meer een leeuw dan een aangeschoten ree
Het verhaal:
Als jongen van een jaar of twintig is Peter hoteldebotel verliefd op een zekere Myrthe. Ze is zijn grote muze en in gedachten draagt hij haar op handen. In de praktijk echter is de romance ver te zoeken. Peter zoekt naar het ultieme middel om de toekomst naar zijn hand te zetten en komt op een lumineus idee. Wat als een brief naar het universum een helder antwoord zou opleveren?
Het idee intrigeert hem mateloos. Uit zijn diepste verlangens schrijft hij zijn flessenpost met daarin zijn liefdeswens. Lang wacht Peter op de echo van de kosmos, maar voorlopig komt er elke dag maar geen antwoord. Als Myrthe in het vervolg van zijn leven uit beeld verdwijnt en een relatie met haar onhaalbaar lijkt geworden, blijft Myrthe als ideale vrouw op zijn netvlies ingebrand staan, zelfs wanneer hij een gezin vormt met Barbara. Hoe normaal hij ook wil leven…
Het beeld verdwijnt nooit volledig uit het zicht en ontwikkelt zich tot een obsessie en daarmee indirect tot een schaduwleven. Deze roman is een fictief verhaal over de zoektocht naar zichzelf van Peter naar aanleiding van een obsessieve, hoofse vorm van liefde, waar droom en realiteit door elkaar heen lopen als kat en muis. Eén vraag blijft zich keer op keer aandienen: Is alles voor niets geweest? Wie verwacht er nu ooit antwoord te krijgen vanuit de genadeloze kosmos? Zou Hades of de Dagda ooit haar brullende antwoord schreeuwen? De tijd loopt.
Mijn leesbeleving:
De proloog vormt voor mij een aangename springplank naar het verhaal. Ik vond het een genot om dit verhaal te lezen. De woorden zijn metaforisch en vaak diep filosofisch geschreven. Voor mij herkenbaar, ze nodigden mij uit om over mijzelf na te denken. Wie ik ten diepste bent, wat ik voor een ander beteken en waarom? Ben ik gelukkig met het leven dat ik gekozen heb? Heeft geluk een houdbaarheidsdatum of moet jezelf de houdbaarheid in de gaten houden?
Het hoofdpersonage Peter leer ik goed kennen. Hij neemt me mee door herinneringen aan zijn leven te delen. De sprongen in de tijd zijn duidelijk aangegeven met plaats en datum. In de achtbaan van zijn leven neem ik naast hem plaats. De rit is onstuimig. Vol hoogdravende gevoelens van vurige passie een hunkering naar liefde naar diepgaande gevoelens van eindeloze wanhoop en melancholie. Continu op zoek naar je identiteit, wat wil je uitstralen in dit leven; welk werk geeft je de voldoening die je zoekt?
Het telkens reflecteren en overleggen met zijn oma vond ik intens mooi. Het erkennen van de plek waar je vandaan komt. Het koesteren van familiebanden. Wijsheid van de oudere generatie. Maar ook de vaak moeizame verhoudingen met het nest waar je uit komt. Met diegene waarmee je een bloedband deelt. Het blijkt dat dat niet automatisch betekent dat je vrienden voor het leven bent. Ook het feit van het gespreide bedje van (gelukkig) getrouwd, het (geluk) van gezonde kinderen tegenover de mijmeringen en verlangens naar een schijnbaar onbereikbare persoon wordt duidelijk voelbaar uit de doeken gedaan. Voor mij was daar herkenning. Het door denderen op je levenspad met structuur als houvast benauwd mij. Geen tijd om stil te staan. In noodvaart van de wieg naar het graf. Zonder zij weggetjes.
Dit verhaal is bewonderingswaardig. Soms hartverscheurend, dan weer absurdistisch, vol overgave en passie. Het leven dat met een rotgang wordt geleefd met de adem van de dood in je nek. Als je het familie geluk of het geluk van het leven niet voelt ben je dan ondankbaar? Is het gras niet groener aan de overkant? Ik dacht waarom kan het niet allemaal naast elkaar bestaan. Iedereen tevreden. Maar zo werkt het schijnbaar niet. Als je uit de pas van het leven loopt is dat vaak afkeurend. Terwijl het verbreden van je horizon volgens mij levens waarde verhogend is.
De plot is alles verpletterend. Maar alles komt hier ook duidelijk samen.
En oude liefde roest niet…
Mijn mening:
Ik geef 5 sterren.
Een prima opgebouwd verhaal met gedetailleerd uitgewerkte personages die daadwerkelijk tot leven kwamen. Mede door de gehanteerde ik-vorm wordt het een pure beleving op beeldende wijze voor alle zintuigen. De metaforische en vaak filosofische zinnen verankeren je stevig in het verhaal. Ik bleef geboeid doorlezen.
Uit het leven gegrepen. Herkenbaar en in de plot komt alles samen.
Bedankt voor wederom een prachtig verhaal Jeroen Dirk Rook.
Flessenpost aan de Hades en de Dagda
Een hedendaags liefdesverhaal
Auteur:
Jeroen Dirk Rook
51 jaar, is een wervelwind aan woorden en emoties: wars van alle constituties over het hoe, waarom en waaraan zinvolle literatuur zou moeten voldoen, neemt hij je onverdoofd mee in levensvraagstukken, gedachten en ontluisterende ontknopingen.
Jeroen is van oorsprong cameraman bij de televisie, maar sinds drie jaar beseft Jeroen dat hij de tornado van de hang naar de immer schreeuwende behoefte aan schrijven echter nooit meer zal kunnen ontlopen. Zijn motto luidt: “Schrijven is een kwelling, niet schrijven een hel!”
Eind september 2021 is zijn roman ‘Babba‘ verschenen, eind maart 2023 zijn roman ‘Doorprutsen met bokkenpruik‘ en half april 2024 is zijn nieuwe roman ‘Flessenpost aan Hades en de Dagda‘ verschenen.
Wijze van lezen:
Recensie-exemplaar ontvangen van uitgeverij Futuro en de auteur zelf in ruil voor mijn recensie.
Uitgeverij: Futuro
Genre: roman
Cover en flaptekst:
Deze cover vind ik mooi. Een mooi gebruik aan kleuren toont een beeld van een flesje met daarin een brief liggend op het strand. Nieuwsgierig makend naar dit verhaal.
De flaptekst is intrigerend en interessant.
Quote:
Proloog
Al zou ik alle wijsheid bezitten van de gehele aarde en zou ik een onuitputbare bron aan kennis kunnen aanboren in een God of ChatGPT, dan nog kan ik niet de brug slaan tussen de dood en de onwetende, tussen de smachtende en de afhoudende, tussen de diepste wens van de verlangende en het onbereikbare, tussen de hunkering van mijn hart en de krochten van de ziel van degene die me niet wenst te zoeken.
De Styx is onverbiddelijk gebleken en vormt de onoverkomelijke barrière. Ze is daarmee een bron van schaamteloos leed. Slechts Hades zal misschien deze muur kunnen breken, maar die vaart in al zijn arrogantie nog een rondje met een plezierjacht op de duistere golven van de onherbergzame Styx: in zijn hand een te lauw glas witte wijn.
De onontgonnen vulkanen van weleer zullen gesloten moeten blijven totdat de aardkorst open zal breken en het lavastenen zal spuwen in de rode lucht of slechts dan wanneer er een regenboog verschijnt in het kristal op open zee.
En als de Grieken het niet kunnen, dan zwerven er wellicht nog Keltische krachten over de aarde. Laat gebeuren wat moet gebeuren! Laat de Dagda de nodige kracht vinden.
Wij zijn als ploeterenden der aarde wellicht onmachtig, maar waar het hart onvermoeibaar blijft roepen, zal er gedanst worden of in ieder geval gepoogd worden om te dansen. Dat zullen we altijd blijven proberen!
Mooie tekst:
Is de droom de weg of het resultaat van onvoltooid verlangen?
Is de weg niet gewoon bezaaid met stenen van weleer?
Is verlangen beklonken in beelden en gezangen
of zien wij op weg slechts die ene grote beer?
Ik heb niet geweten van de storm,
ik heb niet geweten van de weerstand op de weg.
heb niet verwacht het egoïsme van een eenling,
heb niet geloofd in die sneltrein van de pech,
maar ik zal de wereld blijven roemen
om die ene azuurblauwe zee
ik hoor de bijen minzaam zoemen,
de kinderen die huppelen onverstoorbaar en tevree,
ik hoor daarachter die gulle lach,
ik zie de besneeuwde witte berg
en ik kan het niet benoemen,
(ga met allesomvattende liefde het liefst vandaag nog overstag),
dan met extase voor ’t veld gekleurde bloemen
en dan weet ik: Dit is de wereld, dit is mijn dag!
Ik ben een tomeloos passief voyeur,
met alle kracht van onmacht
omarmd,
een notoire toeschouwer met veel gezeur,
die met spelingen van ’t woord zijn hart verwarmt,
Ik ben een toeschouwer, verdwaald langs lange wegen,
Heb mijn hart aan menig luchtkasteel verpand,
en heb geschreeuwd toen anderen zwegen,
daar in dat ideale beloofde land,
Ik heb gedronken op geneugten van ’t leven,
ik heb geleden mijn daaglijks verlies,
Ik heb gestreden met alles wat ik had,
Daar waar de wind haar onheil of verlichting blies,
Ik heb de zon de maan zien kussen,
maar werd bij lange na geen astronaut,
Ik voel het bier mijn zorgen blussen,
In de kwelling: wie is goed of fout?
Maar tussen de zoektocht in de zinnen,
naar de zin van het bestaan,
Struin ik van buiten weer naar binnen,
want het paradijs dat moest bestaan..
Ik heb de zwerver soms beneden,
In de zinloosheid van zijn gesjok,
Van ijver naar de goot gegleden,
De charme van een geschoten bok,
Maar als de bijen zachtjes zoemen
En ik uitkijk over de azuurblauwe zee,
Dan voel ik me, ik kan het niet verbloemen,
meer een leeuw dan een aangeschoten ree
Het verhaal:
Als jongen van een jaar of twintig is Peter hoteldebotel verliefd op een zekere Myrthe. Ze is zijn grote muze en in gedachten draagt hij haar op handen. In de praktijk echter is de romance ver te zoeken. Peter zoekt naar het ultieme middel om de toekomst naar zijn hand te zetten en komt op een lumineus idee. Wat als een brief naar het universum een helder antwoord zou opleveren?
Het idee intrigeert hem mateloos. Uit zijn diepste verlangens schrijft hij zijn flessenpost met daarin zijn liefdeswens. Lang wacht Peter op de echo van de kosmos, maar voorlopig komt er elke dag maar geen antwoord. Als Myrthe in het vervolg van zijn leven uit beeld verdwijnt en een relatie met haar onhaalbaar lijkt geworden, blijft Myrthe als ideale vrouw op zijn netvlies ingebrand staan, zelfs wanneer hij een gezin vormt met Barbara. Hoe normaal hij ook wil leven…
Het beeld verdwijnt nooit volledig uit het zicht en ontwikkelt zich tot een obsessie en daarmee indirect tot een schaduwleven. Deze roman is een fictief verhaal over de zoektocht naar zichzelf van Peter naar aanleiding van een obsessieve, hoofse vorm van liefde, waar droom en realiteit door elkaar heen lopen als kat en muis. Eén vraag blijft zich keer op keer aandienen: Is alles voor niets geweest? Wie verwacht er nu ooit antwoord te krijgen vanuit de genadeloze kosmos? Zou Hades of de Dagda ooit haar brullende antwoord schreeuwen? De tijd loopt.
Mijn leesbeleving:
De proloog vormt voor mij een aangename springplank naar het verhaal. Ik vond het een genot om dit verhaal te lezen. De woorden zijn metaforisch en vaak diep filosofisch geschreven. Voor mij herkenbaar, ze nodigden mij uit om over mijzelf na te denken. Wie ik ten diepste bent, wat ik voor een ander beteken en waarom? Ben ik gelukkig met het leven dat ik gekozen heb? Heeft geluk een houdbaarheidsdatum of moet jezelf de houdbaarheid in de gaten houden?
Het hoofdpersonage Peter leer ik goed kennen. Hij neemt me mee door herinneringen aan zijn leven te delen. De sprongen in de tijd zijn duidelijk aangegeven met plaats en datum. In de achtbaan van zijn leven neem ik naast hem plaats. De rit is onstuimig. Vol hoogdravende gevoelens van vurige passie een hunkering naar liefde naar diepgaande gevoelens van eindeloze wanhoop en melancholie. Continu op zoek naar je identiteit, wat wil je uitstralen in dit leven; welk werk geeft je de voldoening die je zoekt?
Het telkens reflecteren en overleggen met zijn oma vond ik intens mooi. Het erkennen van de plek waar je vandaan komt. Het koesteren van familiebanden. Wijsheid van de oudere generatie. Maar ook de vaak moeizame verhoudingen met het nest waar je uit komt. Met diegene waarmee je een bloedband deelt. Het blijkt dat dat niet automatisch betekent dat je vrienden voor het leven bent. Ook het feit van het gespreide bedje van (gelukkig) getrouwd, het (geluk) van gezonde kinderen tegenover de mijmeringen en verlangens naar een schijnbaar onbereikbare persoon wordt duidelijk voelbaar uit de doeken gedaan. Voor mij was daar herkenning. Het door denderen op je levenspad met structuur als houvast benauwd mij. Geen tijd om stil te staan. In noodvaart van de wieg naar het graf. Zonder zij weggetjes.
Dit verhaal is bewonderingswaardig. Soms hartverscheurend, dan weer absurdistisch, vol overgave en passie. Het leven dat met een rotgang wordt geleefd met de adem van de dood in je nek. Als je het familie geluk of het geluk van het leven niet voelt ben je dan ondankbaar? Is het gras niet groener aan de overkant? Ik dacht waarom kan het niet allemaal naast elkaar bestaan. Iedereen tevreden. Maar zo werkt het schijnbaar niet. Als je uit de pas van het leven loopt is dat vaak afkeurend. Terwijl het verbreden van je horizon volgens mij levens waarde verhogend is.
De plot is alles verpletterend. Maar alles komt hier ook duidelijk samen.
En oude liefde roest niet…
Mijn mening:
Ik geef 5 sterren.
Een prima opgebouwd verhaal met gedetailleerd uitgewerkte personages die daadwerkelijk tot leven kwamen. Mede door de gehanteerde ik-vorm wordt het een pure beleving op beeldende wijze voor alle zintuigen. De metaforische en vaak filosofische zinnen verankeren je stevig in het verhaal. Ik bleef geboeid doorlezen.
Uit het leven gegrepen. Herkenbaar en in de plot komt alles samen.
Bedankt voor wederom een prachtig verhaal Jeroen Dirk Rook.
2
Reageer op deze recensie