Meer dan 6,1 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een van de beste Nederlandstalige genreboeken die ik ken

Johan Klein Haneveld 09 januari 2025 Auteur
Disclaimer: ik was jaren geleden proeflezer voor een eerste versie van dit boek en wat correcties aangegeven in het manuscript.

10- Dit is een van de beste Nederlandstalige genreboeken die ik ooit heb gelezen en ik weet nu al dat het aan het eind van het jaar op mijn 'top 10'-lijst terecht gaat komen. Chris Hoksbergen heeft zich met twee boeken onder zijn eigen naam wat mij betreft op de kaart gezet als een vernieuwende genre-auteur, die de mogelijkheden van taal wil benutten, zijn verhalen uitstekend opbouwt en zijn personages doorleefd weergeeft, maar vooral als schrijver die thematische diepgang weet aan te brengen in zijn verhalen. Misschien wordt het thema nog iets te schematisch uitgewerkt en zijn personages nog iets te makkelijk een op een te koppelen aan filosofische concepten of levenswijzen maar daar zal hij ongetwijfeld nog in groeien. Het is al bijzonder genoeg om in het Nederlandstalige genrelandschap een schrijver tegen te komen die echt iets te zeggen heeft. Als iemand het verdient met zijn boeken tot een groter publiek door te dringen is het deze auteur wel. Ik hoop daarom dat deze horrorroman door veel lezers zal worden opgepakt.
Jazeker, een horrorroman. Op de cover staat dan wel 'psychologische fantasy', maar dit is daadwerkelijk horror. Een deel psychologische horror, maar er zit ook een aspect van kosmische horror in (vooral omdat er wordt gespeeld met meerdere dimensies, en het gaat over de vraag of ons bestaan betekenis heeft of niet).
- Bij het lezen had ik voortdurend het gespannen gevoel onderin mijn buik dat ik heb bij het lezen van de beste horrorverhalen, waarbij je enorm graag verder wilt lezen, maar tegelijk ook bang bent voor wat je zult aantreffen op de volgende pagina's.
- het verhaal speelt zich af in een instelling die geïsoleerd raakt van de buitenwereld en waar mysterieuze zaken gebeuren ... De mentale toestand van de personages is wankel (bij Lovecraft verliezen personages hun verstand, hier hebben ze al last van wanen als het verhaal begint). Het werkt heel goed dat je als lezer de waarnemingen van de personages al niet kunt vertrouwen. Wat is er echt? Wat is waan? Zorgt hun ziekte ervoor dat ze de dreiging te laat opmerken, of zijn ze juist door hun aandoening in staat om te zien wat anderen niet willen geloven?
- er zitten beschrijvingen in van gruwelijke verschijningen en gebeurtenissen, die zo krachtig zijn weergegeven zodat ze op je netvlies blijven staan. Wat er bijvoorbeeld gebeurt met een personage als hij de sneeuw opstapt ... Brrr ... Een beschrijving als 'Haar mond scheurde onmogelijk ver open en drie rijen tanden werden zichtbaar, druipend van het zwarte teer. Toen knikte ze haar hoofd opzij, beet n zijn schedel en scheurde met een ruk zijn gezicht eraf...' vind je niet in een doorsnee fantasyroman. Maar deze beschrijvingen domineren niet het verhaal. De auteur weet ze zo te doseren dat de onderhuidse spanning (terror) de overhand blijft houden boven de afschuw (horror).
- Het slot is episch, apocalyptisch, maar refereert tegelijkertijd mooi terug aan het begin van het verhaal. Ook voor de lezer gaan werkelijkheid en interpretatie door elkaar lopen. Het aspect van de kosmische horror komt hier ook helemaal in tot uiting. Ik vind het enorm goed opgebouwd!
- De thematiek is ook die van een horrorverhaal, namelijk: hoe gaan wij mensen om met de zekerheid van de dood. We zullen allemaal eenmaal sterven - een zekerheid die zo vast staat als de niet te overbruggen ring van sneeuw rond de instelling waar het verhaal zich afspeelt. Verschillende personages lijken te staan voor manieren waarop mensen deze zekerheid het hoofd bieden. Er is er een die het ontkent en gewoon zijn eigen leven wil leiden - hij is aan het begin van het verhaal geestelijk gezond verklaard. Een ander is opgenomen omdat ze een nymfomane is. Zij staat voor het hedonisme: als ons bestaan ten einde komt, kunnen we er maar beter zoveel mogelijk van genieten zolang het duurt, ongeacht de consequenties. Het zoeken van zoveel mogelijk genot - 'laten wij eten en drinken, want morgen sterven wij'. Weer een ander reageert op de zekerheid van de dood met nihilisme, zelfs cynisme. Hij ontkent dat hijzelf betekenis heeft. Hij is opgenomen vanwege de ongeneeslijke waan waarin hij zichzelf ziet als reeds gestorven, ook al loopt hij rond. Sterker nog: hij heeft nooit bestaan en niemand anders heeft ooit bestaan. Het 'ik' is een illusie en er is alleen materie. En dan is er nog iemand die reageert met religieuze zekerheid. Hij klampt zich vast aan de boodschappen van engelen en de overtuiging dat hij een boodschap moet ontrafelen om zo de wereld te redden. In feite kent hij zichzelf zoveel betekenis toe dat de dood geen betekenis meer heeft. In de loop van het verhaal worden al deze benaderingen op de proef gesteld en blijken ze geen van allen afdoende. Het individu ziet zichzelf als betekenisvol en ziet zijn relaties en bezigheden als betekenisvol. De dood maakt daaraan een einde. Een interessant dilemma dat tot nadenken oproept, zonder dat de auteur komt met een oplossing. Zekerheid is immers onmogelijk. Zoals het goede horrorverhalen betaamt blijft er aan het einde van het verhaal voor de lezer ook nog enige ambiguïteit bestaan.

Mijn enige puntje van kritiek (naast de wat schematische verwerking van het thema) is dat de schrijver nog steeds duidelijk leunt op het Engels. Een paar keer wordt met 'het' verwezen naar mannelijke of vrouwelijke begrippen en er openen nog steeds deuren en ogen en verwijdden er blikken. Het Nederlands kent wederkerende werkwoorden en het woord 'zich' is echt niet vies. Maar goed, ik ben een beetje een kniesoor dat ik daarover struikel als de rest van het boek zo goed is.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Johan Klein Haneveld

Gesponsord

Een hartverwarmende romance vol ouderwetse charme en personages die je gelijk in je hart sluit, tegen het decor van de roaring twenties.