Lezersrecensie
De Grote Vloed - Sjoerd Kuyper
Het oeuvre van Sjoerd Kuyper is behoorlijk omvangrijk. Voor de liefhebbers van zijn fantasie, van zijn soepele gebruik van de Nederlandse taal, van zijn brutaliteit, van het ontbreken van enige schroom om ook moeilijke thema’s in zijn verhalen en zijn poëzie te verwerken kan hij maar weinig kwaad doen. Net als van zijn Robin-verhalen van tóen houd ik van zijn Maantje-verhalen van nu. En zoals ‘Bizar’ (2019) veel lof kreeg zal ook het net verschenen ‘De Grote Vloed’ hoog gaan scoren in allerlei lijstjes. Over het verhaal: in 2029 spoelt De Grote Vloed eerder dan verwacht de hele bewoonde wereld onder. Veel mensen hadden dat wel verwacht maar toch niet zó snel al. Moos wel, Moos was voorbereid en dus dobbert hij samen met opa Leon op 4 mei 2029 op een vlot waarop opa’s oude ‘Buick Wildcat Convertible’ is vastgesjord. Opa Leon had geen idee van het dreigende onheil en sputtert aanvankelijk wat totdat hij merkt dat Moos behalve mondvoorraad ook een grote hoeveelheid pijptabak heeft ingepakt. Al snel bedaart hij, blijkbaar zó overtuigd van de capaciteiten van zijn kleinzoon dat hij de hele situatie aan deze jongen overlaat. Uit het niets komen dan ook nog de wat suffige burgemeester van het dorp en een m.i. geschifte wetenschapper aandrijven. Voeg daar nog een paar ‘klote-kabouters’ (not my words) bij en je hebt een heel palet aan karakters bij elkaar die prachtig in een boek van Maarten Toonder zouden passen. De rest van het verhaal loopt daar keurig parallel aan. Je moet Sjoerd Kuyper echt een compliment geven voor de wijze waarop hij zijn materiaal brutaalweg neerkwakt en met alle puzzelstukken een coherent verhaal samenstelt. Al snel komen ze bij een vulkaan uit die boven het water uittorent en waar blijkbaar nog wél leven mogelijk is. Maar net als in het Europa van nu zijn zij daar niet welkom. Zo verweeft Kuyper moeiteloos de thema’s van migratie ten gevolge van klimaatverandering met uitsluiting en ontmenselijking, maar gelukkig ook vindingrijkheid en vriendschap. Daar waar het verhaal uit de bocht dreigt te vliegen duiken die idiote kabouters even op om als Deus ex Machina de situatie te redden. En soms zijn het niet eens de kabouters maar de auteur zélf die sturing geeft. Het is alsof Sjoerd Kuyper door de vierde wand breekt! Tom Poes had het niet beter of slimmer voor elkaar gekregen. Moos is een held en Opa Leon lurkt tevreden aan zijn eeuwige pijpje. Misschien is er zelfs als afsluiting nog wel een eenvoudige doch voedzame maaltijd??? Veel leesbevorderaars, recensenten en docenten gaan dit boek vast en zeker omarmen. De uitgeverij geeft aan dat het zij het boek inschatten voor 10 jaar en ouder, maar door de tone-of-voice denk ik zelf eerder aan lezers vanaf 12 jaar. Mijn tip: lees de eerste drie hoofstukken voor. Die leveren genoeg aanknopingspunten voor een goed gesprek in de klas!
4
Reageer op deze recensie