Lezersrecensie
Josephine – Eva Hofman
Wat weet de gemiddelde lezer van ‘autofictie’ ? OK, vast wel dat het een genre van literatuur is dat elementen van autobiografie en fictie combineert. En dat in autofictie details van het leven van de auteur zich vermengen met fictieve informatie, personages en gebeurtenissen. Maar hebben ze ook enig idee hoe het zich de laatste jaren explosief heeft ontwikkeld en vooral verweven is geraakt in de internetcultuur? En dat vooral jonge vrouwen daardoor aantrokken worden?
Eva Hofman is een onderzoeksjournalist bij De Groene Amsterdammer en publiceerde de laatste jaren artikelen en essays over o.a. deze onderwerpen. Scroll even door de auteurspagina van Eva bij De Groene en je ziet dat zij hierin een brede achtergrondkennis heeft: van TikTok en Taylor Swift tot en met cyberspace en Jeanette Winterson. En nu publiceert zij ‘Josephine’, een roman die wordt geafficheerd als ‘een parodie op autofictie’.
Het boek is de weerslag van de pijn, de angsten en twijfels van de 24 jarige Eva. Eva (Hofman?) is een jonge vrouw die krampachtig probeert Josephine te zijn, een geïdealiseerd beeld van een meisje van haar middelbare school waar ze niet eens écht bevriend mee was. Er zijn de nodige flashbacks naar haar jeugd, maar we kijken vooral mee met Eva in het hier en nu. Ze is vastgelopen in haar studie, heeft geen inkomsten (eerder een gigantische studieschuld) en kan zich niet permitteren om naar een andere stad te verhuizen voor een mooi promotietraject. Laat staan dat ze naar Oxford zou kunnen verhuizen net zoals… Josephine.
In een paar maanden tijd loopt haar knipperlichtrelatie met Melle vast. Daarnaast laat ze haar baantje als online content beheerder (lekker vaag) bij reclamebureau Curiuos George versloffen. Dan verleidt ze ook nog haar collega Luc en maakt ze oorlog met diens vriendin Hedwig. Vast gesmolten aan haar beeldscherm, met allerlei filmseries op repeat, bedwelmd door drank en drugs, levend in een andere werkelijkheid ziet ze nauwelijks nog mensen en draait ze steeds verder vast in haar hunkering naar een onmogelijk ideaalbeeld van zichzelf en de frustratie van haar falen. Dit alles gebeurt in overtreffende trap waaruit de parodie blijkt. Het is navelstaren óver de top.
Hofman beschrijft de teloorgang van Eva in een half jaar tijd. We lezen een mix van het leven van Eva in die maanden, van jeugdherinneringen en van essayistische uitweidingen over meisjescultuur en feminisme (en veel meer). Dit alles tegen de achtergrond van eigentijdse cultuuruitingen in muziek (Taylor Swift) in literatuur (Donna Tartt en Virginia Wolf, of had ze enkel wat quotes van Wolf uit het hoofd geleerd?) en mode en kunst. Het lijkt op het zwelgen in narcisme, maar dat is het niet, want Josephine is écht (?) een ander. Het lijkt op zwelgen in hedonisme, maar dat is het niet, want Eva kan nergens van genieten. Auteur Eva Hofman is keihard voor haar hoofdpersonage Eva. Wanneer ze eenmaal wegloopt uit haar gewone leven en besluit naar Oxford te reizen heeft ze nauwelijks iets bij zich. Geen plan, alleen een creditcard die langzaam maar zeker tegen alle limieten aan loopt. Als lezer vrees je het ergste. Gaat Eva zichzelf opbranden als een fakkel die langzaam uitdooft? Hoe gaat dat aflopen?
Dit boek is best wel een kluif. De argeloze lezer raakt makkelijk de weg kwijt als er even over de drie puntjes heen wordt gelezen die een switch binnen de compositie aanduiden. Van Eva in het lopende verhaal naar Eva in een flashback. En verwijst die flashback dan naar haar jeugd of naar een eerder moment in haar relatie met Melle of met Luc? Dan snel weer terug naar haar studie of haar baantje bij Curious George. En niet te vergeten de twijfel over de antwoorden op de Grote Vragen van het leven. En dat twijfelen krijgt vaak een vorm die lijkt op een stream of consciousness.
Of het nou gaat over cultuur, over esthetiek, over de muzikale autofictie van Taylor Swift of over Eva’s ‘ware zelf’. Dit veelvuldig switchen vergt veel van een jonge lezer en maakt het dus niet meteen een heel toegankelijk boek. Daarentegen kun je stellen dat veel jonge mensen in het hier en nu zich kunnen herkennen in de vele vragen die Eva zich stelt. Ook deze overweging past natuurlijk perfect bij de getormenteerde jonge vrouw die Eva is.
Eva Hofman is een onderzoeksjournalist bij De Groene Amsterdammer en publiceerde de laatste jaren artikelen en essays over o.a. deze onderwerpen. Scroll even door de auteurspagina van Eva bij De Groene en je ziet dat zij hierin een brede achtergrondkennis heeft: van TikTok en Taylor Swift tot en met cyberspace en Jeanette Winterson. En nu publiceert zij ‘Josephine’, een roman die wordt geafficheerd als ‘een parodie op autofictie’.
Het boek is de weerslag van de pijn, de angsten en twijfels van de 24 jarige Eva. Eva (Hofman?) is een jonge vrouw die krampachtig probeert Josephine te zijn, een geïdealiseerd beeld van een meisje van haar middelbare school waar ze niet eens écht bevriend mee was. Er zijn de nodige flashbacks naar haar jeugd, maar we kijken vooral mee met Eva in het hier en nu. Ze is vastgelopen in haar studie, heeft geen inkomsten (eerder een gigantische studieschuld) en kan zich niet permitteren om naar een andere stad te verhuizen voor een mooi promotietraject. Laat staan dat ze naar Oxford zou kunnen verhuizen net zoals… Josephine.
In een paar maanden tijd loopt haar knipperlichtrelatie met Melle vast. Daarnaast laat ze haar baantje als online content beheerder (lekker vaag) bij reclamebureau Curiuos George versloffen. Dan verleidt ze ook nog haar collega Luc en maakt ze oorlog met diens vriendin Hedwig. Vast gesmolten aan haar beeldscherm, met allerlei filmseries op repeat, bedwelmd door drank en drugs, levend in een andere werkelijkheid ziet ze nauwelijks nog mensen en draait ze steeds verder vast in haar hunkering naar een onmogelijk ideaalbeeld van zichzelf en de frustratie van haar falen. Dit alles gebeurt in overtreffende trap waaruit de parodie blijkt. Het is navelstaren óver de top.
Hofman beschrijft de teloorgang van Eva in een half jaar tijd. We lezen een mix van het leven van Eva in die maanden, van jeugdherinneringen en van essayistische uitweidingen over meisjescultuur en feminisme (en veel meer). Dit alles tegen de achtergrond van eigentijdse cultuuruitingen in muziek (Taylor Swift) in literatuur (Donna Tartt en Virginia Wolf, of had ze enkel wat quotes van Wolf uit het hoofd geleerd?) en mode en kunst. Het lijkt op het zwelgen in narcisme, maar dat is het niet, want Josephine is écht (?) een ander. Het lijkt op zwelgen in hedonisme, maar dat is het niet, want Eva kan nergens van genieten. Auteur Eva Hofman is keihard voor haar hoofdpersonage Eva. Wanneer ze eenmaal wegloopt uit haar gewone leven en besluit naar Oxford te reizen heeft ze nauwelijks iets bij zich. Geen plan, alleen een creditcard die langzaam maar zeker tegen alle limieten aan loopt. Als lezer vrees je het ergste. Gaat Eva zichzelf opbranden als een fakkel die langzaam uitdooft? Hoe gaat dat aflopen?
Dit boek is best wel een kluif. De argeloze lezer raakt makkelijk de weg kwijt als er even over de drie puntjes heen wordt gelezen die een switch binnen de compositie aanduiden. Van Eva in het lopende verhaal naar Eva in een flashback. En verwijst die flashback dan naar haar jeugd of naar een eerder moment in haar relatie met Melle of met Luc? Dan snel weer terug naar haar studie of haar baantje bij Curious George. En niet te vergeten de twijfel over de antwoorden op de Grote Vragen van het leven. En dat twijfelen krijgt vaak een vorm die lijkt op een stream of consciousness.
Of het nou gaat over cultuur, over esthetiek, over de muzikale autofictie van Taylor Swift of over Eva’s ‘ware zelf’. Dit veelvuldig switchen vergt veel van een jonge lezer en maakt het dus niet meteen een heel toegankelijk boek. Daarentegen kun je stellen dat veel jonge mensen in het hier en nu zich kunnen herkennen in de vele vragen die Eva zich stelt. Ook deze overweging past natuurlijk perfect bij de getormenteerde jonge vrouw die Eva is.
2
Reageer op deze recensie