Lezersrecensie
Oever - Ludwig Volbeda
Voordat ik begin lees ik nooit de laatste bladzijde van een boek. Herkennen jullie dat? Soms heb ik die aanvechting wél, omdat ik al eerder iets hoorde over een boek. Maar eigenlijk lees ik een boek altijd van a tot z. Ik blader wel vaak terug. Soms vanwege een ingewikkelde compositie, soms om een belangrijk sleutelmoment, maar vaker om nog een keer van een mooie passage of gedachte te kunnen genieten. Dit alles is van toepassing op ‘Oever’ van Ludwig Volbeda.
Dus: lees ‘Oever’ van a tot z. Helemaal. Blader terug voor sleutelmomenten. En geniet telkens weer van de poëzie in de taal van deze nieuwe auteur. Hoewel, ‘nieuw’ is Volbeda eigenlijk niet. Hij won met elk boek waar hij in zijn jonge carrière als illustrator aan meewerkte een of meerdere prijzen. Maar nu schrijft hij voor het eerst zelf de tekst. En hoe!
In ‘Oever’ krijgen we een week lang een kijkje in het hoofd van Jip. Hij/zij heeft een week voordat er voor het lievelingsvak tekenen een opdracht moet worden ingeleverd, een zelfportret. Dat vindt hij/zij erg moeilijk. Jip denkt vooral na over de jongen waar hij/zij verliefd op is. En over insecten, want biologie is Jips andere lievelingsvak. We lezen over de moeizame relaties in het gezin en herkennen de verzuchting van de ouders én de worsteling van de onmachtige puber. De meer ervaren lezer zal echter snel opvallen dat Jip vooral over zichzelf nadenkt. Het boek gaat dan ook niet over liefde of seksualiteit, maar over identiteit. Dat alles maakt ‘Oever’ tot een echte coming-of-age roman. Toch is dit boek ook atypisch.
Atypisch is “Oever’ vooral door de taal en de vorm. Minutieus inzoomend op details legt de auteur de vinger op pijnpunten die veel jongeren zullen herkennen maar niet zó kunnen verwoorden als Jip. Om te beginnen de taal. Jip fileert de mensen om hem/haar heen, de beschrijvingen zijn messcherp en haast voelbaar, soms zelfs pijnlijk. De insecten daarentegen worden liefdevol geobserveerd, evenals het veldje, de plek waar Jip zich veilig en alleen waant. En dan de vorm: Jip is verliefd en schrijft brieven naar ‘jij’, brieven die natuurlijk nooit verstuurd zullen worden. Toch is dit geen briefroman. De brieven zijn een middel om een week lang mee te kijken door Jips ogen, om gedachten te wikken en te wegen, om mee te gaan in twijfels en frustraties. En dat zelfportret? is ook een middel om de lezer geboeid te houden en door te laten lezen.
‘Oever’ zal niet zó maar massa’s jongeren tot lezen verleiden. Maar docenten met gevoel voor de thematiek van het zoeken naar identiteit kunnen wel hele schoolklassen aanspreken. Lees voor en gebruik de haakjes in het boek om het gesprek met de leerlingen te openen. Het lijkt me een prachtig boek om de methode “Begeleid Diep Lezen’, ontwikkeld door Mira Beukering in praktijk te brengen. Meer weten over deze aanpak voor literaire leesvaardigheid? Check haar recente publicatie op de website van Stichting Lezen. Gratis te downloaden :-)
Dus: lees ‘Oever’ van a tot z. Helemaal. Blader terug voor sleutelmomenten. En geniet telkens weer van de poëzie in de taal van deze nieuwe auteur. Hoewel, ‘nieuw’ is Volbeda eigenlijk niet. Hij won met elk boek waar hij in zijn jonge carrière als illustrator aan meewerkte een of meerdere prijzen. Maar nu schrijft hij voor het eerst zelf de tekst. En hoe!
In ‘Oever’ krijgen we een week lang een kijkje in het hoofd van Jip. Hij/zij heeft een week voordat er voor het lievelingsvak tekenen een opdracht moet worden ingeleverd, een zelfportret. Dat vindt hij/zij erg moeilijk. Jip denkt vooral na over de jongen waar hij/zij verliefd op is. En over insecten, want biologie is Jips andere lievelingsvak. We lezen over de moeizame relaties in het gezin en herkennen de verzuchting van de ouders én de worsteling van de onmachtige puber. De meer ervaren lezer zal echter snel opvallen dat Jip vooral over zichzelf nadenkt. Het boek gaat dan ook niet over liefde of seksualiteit, maar over identiteit. Dat alles maakt ‘Oever’ tot een echte coming-of-age roman. Toch is dit boek ook atypisch.
Atypisch is “Oever’ vooral door de taal en de vorm. Minutieus inzoomend op details legt de auteur de vinger op pijnpunten die veel jongeren zullen herkennen maar niet zó kunnen verwoorden als Jip. Om te beginnen de taal. Jip fileert de mensen om hem/haar heen, de beschrijvingen zijn messcherp en haast voelbaar, soms zelfs pijnlijk. De insecten daarentegen worden liefdevol geobserveerd, evenals het veldje, de plek waar Jip zich veilig en alleen waant. En dan de vorm: Jip is verliefd en schrijft brieven naar ‘jij’, brieven die natuurlijk nooit verstuurd zullen worden. Toch is dit geen briefroman. De brieven zijn een middel om een week lang mee te kijken door Jips ogen, om gedachten te wikken en te wegen, om mee te gaan in twijfels en frustraties. En dat zelfportret? is ook een middel om de lezer geboeid te houden en door te laten lezen.
‘Oever’ zal niet zó maar massa’s jongeren tot lezen verleiden. Maar docenten met gevoel voor de thematiek van het zoeken naar identiteit kunnen wel hele schoolklassen aanspreken. Lees voor en gebruik de haakjes in het boek om het gesprek met de leerlingen te openen. Het lijkt me een prachtig boek om de methode “Begeleid Diep Lezen’, ontwikkeld door Mira Beukering in praktijk te brengen. Meer weten over deze aanpak voor literaire leesvaardigheid? Check haar recente publicatie op de website van Stichting Lezen. Gratis te downloaden :-)
1
Reageer op deze recensie