Deugnietenhumor, inhoudelijk wat mager
Sjors en Harold zijn beste vrienden, die hun dagen vullen met het uithalen van kattenkwaad en het tekenen en schrijven van een strip over Kapitein Onderbroek, hun zelfverzonnen superheld. Dit laatste doen ze in hun boomhut. In deel een van deze serie boeken hypnotiseerden ze hun schoolhoofd, meneer Krupp, waardoor hij nu, telkens hij een vingerknip hoort, verandert in hun Kapitein Onderbroek. Hierdoor denkt meneer Krupp dat hij een echte held is. Als hij water over zich heen krijgt, verandert hij gelukkig weer in zichzelf. In dit nieuwe deel loopt een grapje dat de jongens met de kantinejuffrouwen uithalen, helemaal mis, waardoor deze ontslag nemen. De vervangsters blijken echter ruimtewezens die de wereld willen overnemen. Voorkomen Sjors en Harold dit drama met de hulp van Kapitein Onderbroek?
Kapitein Onderbroek en de ongelooflijke kantinejuffrouwen is deel drie uit de serie over Kapitein Onderbroek van de hand van de Amerikaanse auteur/illustrator Dav Pilkey (1966). Als kind met ADHD en onbegrepen door zijn leerkrachten, bracht hij op school heel wat tijd op de gang door. Daar maakte hij naar eigen zeggen zijn eerste strips over Kapitein Onderbroek. In de VS verschenen ondertussen veertien delen en in oktober 2017 werd de reeks door Dreamworks verfilmd. Marjolein Algera verzorgde de Nederlandse vertaling, wat vast geen eenvoudige klus was aangezien er heel wat woordgrappen in voorkomen.
Dit boek hoort thuis in het genre graphic-novel, weliswaar op kindermaat, en dus zijn de illustraties talrijk aanwezig. De vorige delen bestonden uit zwart-witillustraties, terwijl dit derde deel volledig in kleur uitgegeven is. De eenvoudige, humoristische tekeningen beslaan minstens de helft van elke pagina en bepalen méér dan de tekst het succes van de reeks. Voor wie deel een en twee niet kent, begint dit derde deel met een strip die heel kort de essentie van de vorige delen samenvat. Verder in het verhaal vinden we nog eens zo'n strip en er is er ook een als toemaatje op het einde. Ze geven nog een extra grappige toets aan het boek. Omdat ze zogenaamd door de hoofdpersonen getekend zijn, staan ze wel vol taalfouten. Dat is natuurlijk deel van de humor maar zeker de jongste lezers zullen dit niet altijd opmerken. Laat ons hopen dat ze zich hierdoor geen foute spelling eigen maken.
Het boek bevat net als de vorige delen ook nog enkele ‘omsla-no-scopen’ waarbij er door het snel bewegen tussen twee bladzijden een bewegende animatie ontstaat. Dit versterkt de actiescènes op een originele en grappige manier. Voor je het weet ben je zo ook weer tientallen bladzijden verder. Kinderen die liever dunne boeken lezen, moeten zich daarom niet laten afschrikken door het aantal pagina’s. Men raast als een sneltrein door het boek. Het gebruik van een groot lettertype en eenvoudige zinnen maken het verhaal vlot leesbaar, wat ook minder leesminnende kinderen zal aanspreken.
Titel en tekening op de kaft beloven duidelijk wat men uiteindelijk ook krijgt in dit verhaal: humor, veel illustraties, actie en drukte. In die zin is het een zeer modern boek dat perfect aansluit bij de hedendaagse tendens om alles druk en flitsend te maken. Inhoudelijk stelt het boek eigenlijk weinig voor. Het is geschreven om grappig en ondeugend te zijn en dat is het ook, maar daar houdt het bij op. Deugnieten – en welk kind is dat niet? – zullen zich aangesproken voelen, maar voor kinderen die veel lezen is het verhaal wat magertjes.
Reageer op deze recensie