Een literaire schouderklop
De Amerikaanse John Green is een van de meest succesvolle Young Adult-auteurs van de afgelopen jaren. Bekendste werken van zijn hand zijn Een weeffout in onze sterren en Paper Towns, die beide recent nog meer faam verwierven dankzij uitzonderlijk populaire verfilmingen. De personages van Green doorzwemmen doorgaans heel wat watertjes en belichten zo de uitdagingen en emoties die gepaard gaan met opgroeien. Deze worsteling staat ook in Greens nieuwste boek Schildpadden tot in het oneindige centraal, al vormt hier een geestesziekte de boosdoener.
Aan de buitenkant lijkt Aza een doodnormaal meisje, maar vanbinnen wordt ze voortdurend geteisterd door extreme angstgevoelens die haar dagelijkse leven sterk beïnvloeden. Als de bekende en beruchte miljardair Russel Pickett op mysterieuze wijze verdwijnt, besluiten Aza en haar beste vriendin Daisy om op onderzoek uit te gaan. Hun zoektocht brengt hen uiteindelijk bij niemand minder dan zijn oudste zoon Davis, een voormalige kennis van Aza. Tijdens het uitspitten van de zaak wordt Aza meer dan ooit geconfronteerd met de beperkingen van haar geestesziekte, zeker als er nieuwe banden worden gesmeed en oude onder druk worden gezet.
Green lijdt net zoals zijn hoofdpersonage aan een obsessief compulsieve stoornis en zijn vertrouwdheid met het onderwerp is merkbaar. Hij laat de lezer op treffende wijze ervaren hoe lastig de ongecontroleerde gedachten van Aza zijn. De meest bizarre redeneringen onderbreken telkens abrupt de beschreven situatie en palmen ongegeneerd het grootste deel van de bladzijde in. Aza’s worsteling om deze zogenoemde invasies onder controle te krijgen en volop in de realiteit te leven, wordt op deze manier akelig tastbaar.
Net zoals in zijn andere werken is de thematiek ernstig en niet bepaald lichtvoetig, maar de leestrip zelf blijft luchtig dankzij Greens geanimeerde schrijfstijl. Vertaalster Aleid van Eekelen-Benders weet deze eigenheid over te hevelen naar de verzorgde en levendige Nederlandse vertaling.
En toen ik onder de tl-buizen ging zitten die hun agressieve kunstlicht uitspuwden, bedacht ik dat we onszelf allemaal de held van ons eigen heldendicht waanden, terwijl we in wezen identieke organismen waren die een uitgestrekte, vensterloze ruimte koloniseerden waar het naar schoonmaakmiddelen en varkensvet rook.
In elke zin zit de eigenheid van Aza verscholen en de kleurrijke nevenpersonages komen vanzelf tot leven dankzij de spitante conversaties. Daarin schuilt meteen ook de kern van deze Young Adult: een observatie van uiteenlopende persoonlijkheden die even hard botsen als dat ze samenklitten. Dit boek vormt het zoveelste bewijs dat Green voeling heeft met jongeren en dat hun belevingswereld maar weinig geheimen voor hem heeft. Hij erkent hun perikelen (en bij uitbreiding van iedereen die kampt met angst of onzekerheid) én geeft hen tegelijkertijd een bemoedigend schouderklopje door te tonen dat we allemaal meer zijn dan onze angsten.
Een ingrijpend minpunt is het detectiveverhaal dat als stuwende kracht dient. Zoals eerder gezegd ligt de werkelijke focus van het boek elders, maar zelfs voor een tweederangsrol is het verhaal te mager. Het voelt alsof Green alles heeft ingezet op de thematiek van de geestesziektes en pas in een latere fase besefte dat hij een rode draad nodig had. Het onderzoek naar de verdwijning blijft daarom een aparte vertelling die nergens echt aansluiting vindt bij de rest en halverwege haast volledig inzakt.
Reageer op deze recensie