Sprookjes waren nog nooit zo donker
Verliefd worden op een bad-boy is in principe niets bijzonders. Een gecompliceerd achtergrondverhaal voor deze stoere bink hebben we ook al vaker gezien: misbruik, meer vader dan broer voor zijn zusje, de hijgende adem van de kinderbescherming in zijn nek, drugs, ga zo maar door. Deze onderwerpen kwamen we zelfs al tegen in de basisschoolromans van Carry Slee. Toch weet Antonia Michaelis te verrassen en soms zelfs te schokken met De sprookjesverteller. Ze gebruikt alle clichés op een verfrissende manier die doorzingt tot de laatste pagina.
De kracht van Michaelis is dat ze verschillende genres naadloos combineert. In essentie is De sprookjesverteller een YA-roman vol tienerproblematiek. Hoofdpersonage Anna is het lieve, onbedorven meisje uit de hogere milieus. Natuurlijk valt ze dan juist voor paria Abel met zijn punktruien, gemillimeterde haar en zijn goedkope, versleten flatje in de buitenwijken. Stapje voor stapje ontdekt ze wat er allemaal schuil gaat achter zijn boze blik en wat de reden is voor het gefluister van haar klasgenoten.
Behalve een realistisch, aangrijpend verhaal weet Michaelis ook een sprookje in het boek te verwerken. Abel is namelijk niet alleen een zorgzame grote broer, een drugsdealer, spijbelaar, aso of arme sloeber, maar ook een prachtige verhalenverteller. Anna raakt betoverd door zijn sprookje – en natuurlijk door de jongen zelf. Het mooie is dat het sprookje een sterk verhaal op zichzelf is, maar ook nauw verweven wordt met de grotere verhaallijn. In deze raamvertelling staan de verschillende vertellingen zeker niet los van elkaar. Sterker nog, wanneer er moorden gepleegd worden en Anna’s wereld langzaam van helderblauw naar donkerrood kleurt, probeert ze antwoorden te vinden in Abels magische woorden.
Het sprookje waar Anna in belandde, was net zo helder en stralend als het moment waarop hij Micha in de rondte gezwaaid had. Maar ze hoorde achter de woorden een oeroude duisternis loeren, de duisternis van alle sprookjes, de keerzijde. Pas later, veel te laat, zou Anna begrijpen dat dit sprookje dodelijk was.
Het enige echte minpunt van De sprookjesverteller is dat de bijpersonages niet allemaal even goed uitgewerkt worden. De sletterige, grappige beste vriendin en haar gespierde vriendje. De sullige slimme jongen die haast stalkerachtige trekjes vertoont. Geen verrassingen, helaas. Anna’s ouders zijn juist zo atypisch dat ook zij niet goed uit de verf komen. Ze krijgen geen achtergrondverhaal en worden daardoor geen personen van vlees en bloed, maar vage schetsen op papier.
Als je goed leest, kom je allerlei aanwijzingen tegen die je kunnen helpen om de moorden en andere mysteries op te lossen. Zo verklapt Michaelis aan het begin van het verhaal:
Anne bleef alleen buiten en voelde zich dom. Ze wilde weer aan de oude slee met rode touw denken, maar in plaats daarvan dacht ze aan het woord ‘zeepbel’. Ik leef, dacht ze, in een zeepbel. De hele school weet dingen die ik niet weet. Maar misschien wil ik ze helemaal niet weten.
Anne heeft dus oogkleppen op en lijkt niet van plan die af te doen. Handig om te weten als je erachter probeert te komen wie van de sympathieke personages stiekem een moordenaar is. Het mooiste is dat je ondanks het oppikken van alle hints nog altijd verrast zult worden door het einde waarin alles samenkomt.
Reageer op deze recensie