Schrijven als een puber
Erna Sassen kruipt voor Er is geen vorm waarin ik pas in het hoofd van pubermeisje Tessel. De problemen van dit aandoenlijke meisje met liefdesproblemen en faalangst brengt Sassen op grappige en realistische wijze. De schrijfstijl en opbouw passen perfect bij de puber in wiens hoofd we kruipen. Dit is de sterke kant van de roman, maar ook meteen de grootste beperking.
Tessel is overspannen. Althans, dat zegt haar mentor. Ze is perfectionistisch, heeft te lang te hard gewerkt en heeft nu tijd voor zichzelf nodig. Oh ja, en dan is er nog die docent Nederlands die totaal ongepaste dingen uithaalt, al ziet onze ietwat naïeve Tessel dat niet altijd even goed in. Ze is vooral een meisje in de puberteit dat elke dag een paar keer gedachten heeft in de trant van: “Leuk geprobeerd, mam.”
Gelukkig krijgt moederlief af en toe ook wat waardering:
“Ik keek even naar mijn moeder in de deuropening. Eigenlijk is ze een leuk mens. Echt. Lief ook. Niet alleen voor mij. En je kan ontzettend met haar lachen als het zo uitkomt. Maar op de ene of andere manier haalt ze het slechtste in mij naar boven. Ze lokt als het ware uit dat ik me tegenover haar als een bitch gedraag.”
Niet heel veel waardering dus, maar toch. Genoeg om haar dochter door dik en dun te blijven steunen.
Ook heel typisch: een lesje debatteren met als onderwerp de vluchtelingenproblematiek. Wat begint als een rollenspel waarin alle politieke partijen aan bod moeten komen, eindigt in een heerlijke puberale schreeuw- en scheldpartij waarbij de docent uiteindelijk slapjes ingrijpt: “Zo was het wel genoeg, vond hij, hiermee bewezen we die arme vluchtelingen geen dienst. O ja. De vluchtelingen. Die was ik even uit het oog verloren.” Herkenbaar voor iedereen die ooit puber is geweest – en stiekem zijn we ook daarna nog even egocentrisch, al komen we daar niet meer zo heerlijk ontwapenend voor uit.
De puberteit is niet alleen qua personages en scènes realistisch neergezet – zelfs de typografie past bij Tessels denkwijze: hoofdletters, uitroeptekens, veel enters, verschillen in lettergrootte, noem maar op. Het lijkt wel een creatieve schrijfopdracht van een middelbare scholier, maar dan met minder spelfouten. Zelfgeschreven liedjes, losse flarden uit haar leven, flashbacks, gedachten… alles volgt elkaar in hoog tempo op. Hierin ligt de grote zwakte van de roman: het blijven uiteindelijk toch losse flarden. Een deel van die flodders vormt samen een verhaallijn, maar de rest blijft los zand.
De losse en speelse structuur van het verhaal maken het verhaal afwisselend, maar ook ad hoc en soms zelfs onsamenhangend. Het boek lees makkelijk weg door de eenvoudige woorden en zinnen en vele witregels, maar juist door deze puberale oppervlakkigheid zit er weinig tot geen diepgang in Er is geen vorm waarin ik pas. Een mooi inkijkje in het puberbrein, maar geen échte roman die blijft boeien.
Reageer op deze recensie