Een boek waar je op kunt kauwen
Toffee is een van de weinige boeken waarin meer lege witte ruimte staat dan woorden. Sarah Crossan schrijft geen ellenlange alinea’s met de ene volzin na de andere. Nee, Crossan vult ruim vierhonderd pagina’s in vrije versvorm. Dat is even wennen, maar na een pagina of vijftig weet je niet meer beter. De woorden komen door deze vorm binnen als mokerslagen of fluisteren juist langs als blaadjes opgetild door de wind.
De hoofdpersoon van Toffee heet helemaal geen Toffee, maar Allison. Het laatste wat Allison wil is zichzelf zijn. Haar eigen leven vindt ze vreselijk. Jarenlang woonde ze alleen met haar vader die haar mishandelde, maar echt vertrekken kon ze heel lang niet. Het boek begint als Allison al is weggelopen, omdat ze echt niet meer kon blijven. Waar moet een meisje heen als naar huis gaan geen optie meer is?
Zo komt Allison bij de dementerende Marla terecht. De oude dame denkt regelmatig dat Allison haar oude jeugdvriendin is, genaamd Toffee. Allison gaat hierin mee. Deels omdat ze geen andere keuze heeft, maar ook omdat ze liever iemand anders is dan zichzelf.
'Ze denk dat ik Toffee ben,
Dus verbeter ik haar niet meer.
Bovendien
zou ik dat wel willen zijn,
zoet en taai
een meisje met een naam,
waar mensen op kunnen kauwen.Een meisje waar ze hun tanden op
breken.'
Zoals aan het citaat hierboven te zien is, werkt de vrije versvorm vaak ontzettend goed. Met weinig woorden kunnen sterke gevoelens overgebracht worden. Doordat sommige woorden alleen op een regel komen te staan, krijgen ze veel meer nadruk dan in een prozatekst. Dat werkt.
Af en toe werkt de versvorm wel wat afleidend, vooral wanneer Crossan een poging doet om Allison en andere jongeren te laten praten als echt pubers, inclusief scheldwoorden. Die woorden komen ook op een aparte regel terecht en passen totaal niet in de rest van het gedicht op zo’n pagina. Sowieso voelen alle zinnen die niet direct poëtisch te noemen zijn wat vreemd aan tussen de kunststukjes.
Het verhaal zelf had ook in prozavorm ingeslagen als een bom. Het duurt even voor je echt kunt meeleven met Allison doordat je maar mondjesmaat informatie krijgt over haar achtergrond, maar wanneer je eenmaal meegevoerd wordt in haar wereld, kun je niet anders dan je erin verliezen. De thuissituatie van het nog jonge meisje is op z’n zachts uitgedrukt schrijnend en de mensen die ze tegenkomt in haar zoektocht naar een nieuw leven zijn niet bepaald de beste vrienden op de wereld. Je kunt niet anders dan hopen op een gelukkig einde, zelfs als elke wending in het verhaal Allison verder in de wanhoop lijkt te storten.
Toffee smaakt naar meer. Dat is voor een deel ook zeker te danken aan vertaler Sabine Mutsaers. Nergens valt op dat het boek oorspronkelijk in het Engels was. Je vraagt je af wat voor verhalen Crossan nog meer te vertellen heeft. Werkt de vrije versvorm voor elk verhaal? Naast Toffee heeft Crossan nog veel meer prijswinnende boeken op haar naam staan, dus voor liefhebbers is er reden genoeg om het niet bij één boek te laten.
Reageer op deze recensie