Lezersrecensie
Niet door te komen
Ik heb het boek niet uitgelezen, ik ben halverwege gestrand. Ik vond het belangrijk toch een recensie te plaatsen want ik zie nu alleen lovende recensies, alles in superlatieven, terwijl ik een totaal andere ervaring heb.
Dara is, net als zijn jongere broertje en zusje én zijn moeder, autistisch. Toch lijkt het alsof alleen Dara daar last van heeft, alleen hij heeft een speciale benadering nodig, wat wellicht te maken heeft met zijn autistische blik.
Dara beschrijft zichzelf als:'ik heb het hart van een natuur-onderzoeker, het hoofd van een aankomend wetenschapper en de botten van iemand die nu al moe is van de apathie tegenover de afbraak van de natuurlijke wereld.' Van enige bescheidenheid is hier niets te bespeuren.
Dara ziet zichzelf als natuurbeschermer en houdt in deze rol ook praatjes, bijvoorbeeld op 'een lerarenconferentie, een eco-scholen-evenement'. Hij doet mij daarin sterk denken aan Greta Thunberg, ook wat betreft de manier waarop hij zichzelf tijdens dat praatje beschrijft, namelijk totaal verkrampt. Dat vind ik ook het ongemakkelijke bij Greta Thunberg.
Dara kent als aankomend natuur-onderzoeker elk bloemetje, elk plantje, elk vogeltje (hij herkent ze al aan het geluid dat ze maken) en elk insect en schrijft daar héél uitgebreid over, als om zijn kennis te etaleren waarbij hij ons steeds ook op de hoogte brengt van de mythische verhalen erover. Het etaleren van zijn kennis doet hij niet expres, dat komt door zijn autisme, maar wekt bij mij wel veel irritatie op.
Daarbij schrijft hij op een manier zoals ik ook in mijn dagboek schreef als puber: heel overdreven, alles wordt, zowel in het positieve als het negatieve, heel dik aangezet. Een voorbeeld, als het gezin in de auto luistert naar de roep van een kwartelkoning en daar om moet glimlachen. De kwartelkoning is een vogel die volgens Dara met uitsterven bedreigt wordt door onze leefstijl, dit is volgens Dara een mannetje die roept om een vrouwtje dat er niet is, zijn reactie: 'ik hou van mijn familie, maar op dat moment kan ik wel gillen om hun geglimlach. Hoe kunnen ze? Ik sluip de auto uit, sluit het portier zo zacht mogelijk en loop in de richting van het geluid. Zo'n klein lapje aarde en toch: daar is hij, stappende tussen droge rietstengels. "Het spijt me" fluister ik. De vogel Let niet op me, blijft ratelen, tot het seizoen voorbij is. Avond na avond. Zonder ophouden. Ik voel zo'n eenzaamheid en wanhoop terwijl ik naar hem kijk, naar hem luister. Er gaat een golf van paniek door me heen. Ik moet iets doen. Ik moet mijn stem laten horen. Opstaan.' Greta!
Ik twijfel er niet aan dat de gevoelens van deze jongen oprecht zijn, maar dat maakt het er voor een lezer niet beter op. Voor mij als lezer in ieder geval niet. Na meer dan honderd bladzijden van dit soort exaltatische uitingen, afgewisseld met de zeer gedetailleerde beschrijvingen van de bijtjes en de bloemetjes en soms ook nog de taal van een oude man ('de pestkoppen waren machtige jongens, populair, sportief en de leugens rolden als diamanten van hun tong. Donkere diamanten. Bloeddiamanten.') vond ik het niet meer te pruimen.
Dara is, net als zijn jongere broertje en zusje én zijn moeder, autistisch. Toch lijkt het alsof alleen Dara daar last van heeft, alleen hij heeft een speciale benadering nodig, wat wellicht te maken heeft met zijn autistische blik.
Dara beschrijft zichzelf als:'ik heb het hart van een natuur-onderzoeker, het hoofd van een aankomend wetenschapper en de botten van iemand die nu al moe is van de apathie tegenover de afbraak van de natuurlijke wereld.' Van enige bescheidenheid is hier niets te bespeuren.
Dara ziet zichzelf als natuurbeschermer en houdt in deze rol ook praatjes, bijvoorbeeld op 'een lerarenconferentie, een eco-scholen-evenement'. Hij doet mij daarin sterk denken aan Greta Thunberg, ook wat betreft de manier waarop hij zichzelf tijdens dat praatje beschrijft, namelijk totaal verkrampt. Dat vind ik ook het ongemakkelijke bij Greta Thunberg.
Dara kent als aankomend natuur-onderzoeker elk bloemetje, elk plantje, elk vogeltje (hij herkent ze al aan het geluid dat ze maken) en elk insect en schrijft daar héél uitgebreid over, als om zijn kennis te etaleren waarbij hij ons steeds ook op de hoogte brengt van de mythische verhalen erover. Het etaleren van zijn kennis doet hij niet expres, dat komt door zijn autisme, maar wekt bij mij wel veel irritatie op.
Daarbij schrijft hij op een manier zoals ik ook in mijn dagboek schreef als puber: heel overdreven, alles wordt, zowel in het positieve als het negatieve, heel dik aangezet. Een voorbeeld, als het gezin in de auto luistert naar de roep van een kwartelkoning en daar om moet glimlachen. De kwartelkoning is een vogel die volgens Dara met uitsterven bedreigt wordt door onze leefstijl, dit is volgens Dara een mannetje die roept om een vrouwtje dat er niet is, zijn reactie: 'ik hou van mijn familie, maar op dat moment kan ik wel gillen om hun geglimlach. Hoe kunnen ze? Ik sluip de auto uit, sluit het portier zo zacht mogelijk en loop in de richting van het geluid. Zo'n klein lapje aarde en toch: daar is hij, stappende tussen droge rietstengels. "Het spijt me" fluister ik. De vogel Let niet op me, blijft ratelen, tot het seizoen voorbij is. Avond na avond. Zonder ophouden. Ik voel zo'n eenzaamheid en wanhoop terwijl ik naar hem kijk, naar hem luister. Er gaat een golf van paniek door me heen. Ik moet iets doen. Ik moet mijn stem laten horen. Opstaan.' Greta!
Ik twijfel er niet aan dat de gevoelens van deze jongen oprecht zijn, maar dat maakt het er voor een lezer niet beter op. Voor mij als lezer in ieder geval niet. Na meer dan honderd bladzijden van dit soort exaltatische uitingen, afgewisseld met de zeer gedetailleerde beschrijvingen van de bijtjes en de bloemetjes en soms ook nog de taal van een oude man ('de pestkoppen waren machtige jongens, populair, sportief en de leugens rolden als diamanten van hun tong. Donkere diamanten. Bloeddiamanten.') vond ik het niet meer te pruimen.
1
Reageer op deze recensie