Lezersrecensie
Een vurig verhaal over racisme
“Vuur” van Shida Bazyar (vertaald uit het Duits door Irene Dirkes) begint met een krantenbericht waarin gesuggereerd wordt dat Saya M. uit R. de dader is van een islamitische terreuraanslag: in de Bornemannstrasse zijn bij een grote brand meerdere mensen om het leven gekomen. Vroegere buren en kennissen schetsen met hun getuigenissen een beeld van een vrouw die langzaam radicaliseerde.
Vervolgens neemt in de rest van het boek Kasih het woord. Zij vormt samen met Saya en Hani een hechte vriendenclub. Ze groeien op in een Duitsland waar ze (bijna) dagelijks te maken hebben met racisme. Ze beschrijft de gebeurtenissen die al dan niet geleid hebben tot de verschrikkingen van die ene nacht, waarbij ook het proces tegen een groep nazi’s steeds zijdelings of meer aan de voorgrond een rol speelt.
Het door de schrijfster gekozen perspectief zorgt voor een zeer directe schrijfstijl. Kasih richt zich in een ingezonden stuk tot de (witte) lezer van de krant(en) om haar verhaal te doen. Dit doet zij met veel vuur en op een behoorlijk confronterende manier.
“Wie is Life eigenlijk, vragen jullie je nu af. Dat dacht ik al, want we hebben al vastgesteld dat jullie de slachtoffers nooit kennen.”
Daarnaast maakt ze dat de lezer zich constant bewust is “wit” te zijn. Je wordt steeds aan het denken gezet over wat racisme al dan niet is. Tegelijkertijd maakt de manier van schrijven ook dat je zelf welhaast ervaart racistisch bejegend te worden. Jij bent immers toch niet zo als het publiek waartoe Kasih zich richt? Of toch wel? Zelfs als je van mening bent zelf helemaal niet racistisch te zijn, zal je waarschijnlijk bepaalde situaties in het boek herkennen en toe moeten geven ook weleens iets gevraagd te hebben wat wellicht in je eigen ogen heel onschuldig en oprecht geïnteresseerd was, maar op een ander misschien wel heel anders is overgekomen. Ten slotte daagt Kasih je keer op keer uit na te denken over de vraag of je haar betrouwbaar acht als verteller of niet. En of dit al dan niet terecht is. Dit geeft een extra dimensie aan het boek.
Bij alle in het boek aangekaarte vraagstukken over racisme is het mooie aan de drie vriendinnen dat zij zeer verschillend naar situaties kijken. Saya is vaak fel en zeer duidelijk in wat zij als racisme ziet. En zij komt dit (bijna) altijd en overal tegen. Hani daarentegen gaat vaker uit van het idee dat je er toch ook anders tegenaan kunt kijken en dat iemand wellicht niet zulke slechte intenties had. Kasih, ten slotte, is het vaak wel met Saya eens, maar is een stuk minder uitgesproken. Door deze wisselwerking ontstaan steeds interessante discussies die je als lezer haast dwingen je bepaalde vragen te stellen: wat is racisme? Is racisme alleen racisme als de spreker het zo bedoeld heeft of altijd als de ontvanger het zo heeft opgevat?
“Types zoals hij denken dat ons Duits zo waardeloos is dat ze beter in hun beroerde Engels met ons kunnen communiceren.’ ‘En wat zei jij dan’, vroeg ik, ‘heb je in het Duits geantwoord?’ ‘Tuurlijk niet’, zei Saya, ‘de vlucht duurde anderhalf uur en hij zat naast me. Een antwoord in het Duits zou hebben betekend dat ik langer met hem had moeten praten. Ik heb in het Engels gezegd dat mijn Engels niet goed is. Hij heeft toen heel medelijdend gekeken en alleen nog geglimlacht.’ ‘En wat als hij gewoon aardig was en het alleen uit welwillendheid deed?‘ vroeg Hani.
De verschillende standpunten ten opzichte van alledaags racisme en de voorbeelden daarvan in het leven van Saya, Hani en Kisah maken dit boek zeer lezenswaardig. Tegelijkertijd maakt het dat dit geen gemakkelijk boek is om te lezen. Het schuurt vaak en maakt je bewust van je eigen gedrag en gedachten. Het vraagt erom langzaamaan te doen, dat wat je gelezen hebt op je in te laten werken en er eventueel je voordeel mee te doen in het dagelijks leven.
Met betrekking tot de personages is zeer interessant dat Saya er bewust voor kiest niet uitgebreid te vertellen over de achtergronden van haar vriendinnen:
“Jullie wachten op het moment waarop ik uitleg wie van ons uit welk land komt. Dat moeten jullie namelijk weten, voordat jullie je in ons kunnen verplaatsen. Dat is voor jullie ongeveer net zo belangrijk als om te weten aan de rand van welke provinciestad we zijn opgegroeid en hoe oud we zijn en wie van ons het meest sexy is. Ik zeg daar niets over. Daar moeten jullie doorheen. Ik weet tenslotte ook niets over jullie.”
Dit weglaten van informatie confronteert de lezer met het feit dat weten waar iemand vandaan komt inderdaad iets is waar een bepaalde waarde aan gehecht wordt en dat het ontbreken van deze gegevens maakt dat je anders leest. Natuurlijk kom je door het verhaal uiteindelijk heel wat over de persoonlijkheden van de dames te weten. En vorm je je zo toch een (eigen) beeld van hen.
Ten slotte speelt het boek op een interessante manier met tijd. In haar relaas lijkt Kasih zeer veel belang te hechten aan wanneer de dingen zich afspeelde. Regelmatig benoemt ze nadrukkelijk hoeveel jaar geleden zich iets af heeft gespeeld, dat het drie of vier minuten duurde voor iemand weer iets zei of dat ze van een zijspoor snel weer teruggaat naar de hoofdlijn: ze wil het immers chronologisch brengen. Ook hier blijkt echter langzaamaan dat ze steeds weer met haar eigen betrouwbaarheid aan het spelen is en weet ze door onverwachte wendingen de lezer hevig aan het wankelen te brengen.
Kortom, Shida Bazyar voert op confronterende wijze het thema racisme op in haar boek en gaat de punten waarop dit thema schuurt zeker niet uit de weg. Ze speelt met het beeld van de lezer op de wereld en op de medemens, goochelt met de betrouwbaarheid van haar verteller en zet je constant aan het denken. Zo zorgt zij voor een zeer intense en soms ook intensieve leeservaring.
Vervolgens neemt in de rest van het boek Kasih het woord. Zij vormt samen met Saya en Hani een hechte vriendenclub. Ze groeien op in een Duitsland waar ze (bijna) dagelijks te maken hebben met racisme. Ze beschrijft de gebeurtenissen die al dan niet geleid hebben tot de verschrikkingen van die ene nacht, waarbij ook het proces tegen een groep nazi’s steeds zijdelings of meer aan de voorgrond een rol speelt.
Het door de schrijfster gekozen perspectief zorgt voor een zeer directe schrijfstijl. Kasih richt zich in een ingezonden stuk tot de (witte) lezer van de krant(en) om haar verhaal te doen. Dit doet zij met veel vuur en op een behoorlijk confronterende manier.
“Wie is Life eigenlijk, vragen jullie je nu af. Dat dacht ik al, want we hebben al vastgesteld dat jullie de slachtoffers nooit kennen.”
Daarnaast maakt ze dat de lezer zich constant bewust is “wit” te zijn. Je wordt steeds aan het denken gezet over wat racisme al dan niet is. Tegelijkertijd maakt de manier van schrijven ook dat je zelf welhaast ervaart racistisch bejegend te worden. Jij bent immers toch niet zo als het publiek waartoe Kasih zich richt? Of toch wel? Zelfs als je van mening bent zelf helemaal niet racistisch te zijn, zal je waarschijnlijk bepaalde situaties in het boek herkennen en toe moeten geven ook weleens iets gevraagd te hebben wat wellicht in je eigen ogen heel onschuldig en oprecht geïnteresseerd was, maar op een ander misschien wel heel anders is overgekomen. Ten slotte daagt Kasih je keer op keer uit na te denken over de vraag of je haar betrouwbaar acht als verteller of niet. En of dit al dan niet terecht is. Dit geeft een extra dimensie aan het boek.
Bij alle in het boek aangekaarte vraagstukken over racisme is het mooie aan de drie vriendinnen dat zij zeer verschillend naar situaties kijken. Saya is vaak fel en zeer duidelijk in wat zij als racisme ziet. En zij komt dit (bijna) altijd en overal tegen. Hani daarentegen gaat vaker uit van het idee dat je er toch ook anders tegenaan kunt kijken en dat iemand wellicht niet zulke slechte intenties had. Kasih, ten slotte, is het vaak wel met Saya eens, maar is een stuk minder uitgesproken. Door deze wisselwerking ontstaan steeds interessante discussies die je als lezer haast dwingen je bepaalde vragen te stellen: wat is racisme? Is racisme alleen racisme als de spreker het zo bedoeld heeft of altijd als de ontvanger het zo heeft opgevat?
“Types zoals hij denken dat ons Duits zo waardeloos is dat ze beter in hun beroerde Engels met ons kunnen communiceren.’ ‘En wat zei jij dan’, vroeg ik, ‘heb je in het Duits geantwoord?’ ‘Tuurlijk niet’, zei Saya, ‘de vlucht duurde anderhalf uur en hij zat naast me. Een antwoord in het Duits zou hebben betekend dat ik langer met hem had moeten praten. Ik heb in het Engels gezegd dat mijn Engels niet goed is. Hij heeft toen heel medelijdend gekeken en alleen nog geglimlacht.’ ‘En wat als hij gewoon aardig was en het alleen uit welwillendheid deed?‘ vroeg Hani.
De verschillende standpunten ten opzichte van alledaags racisme en de voorbeelden daarvan in het leven van Saya, Hani en Kisah maken dit boek zeer lezenswaardig. Tegelijkertijd maakt het dat dit geen gemakkelijk boek is om te lezen. Het schuurt vaak en maakt je bewust van je eigen gedrag en gedachten. Het vraagt erom langzaamaan te doen, dat wat je gelezen hebt op je in te laten werken en er eventueel je voordeel mee te doen in het dagelijks leven.
Met betrekking tot de personages is zeer interessant dat Saya er bewust voor kiest niet uitgebreid te vertellen over de achtergronden van haar vriendinnen:
“Jullie wachten op het moment waarop ik uitleg wie van ons uit welk land komt. Dat moeten jullie namelijk weten, voordat jullie je in ons kunnen verplaatsen. Dat is voor jullie ongeveer net zo belangrijk als om te weten aan de rand van welke provinciestad we zijn opgegroeid en hoe oud we zijn en wie van ons het meest sexy is. Ik zeg daar niets over. Daar moeten jullie doorheen. Ik weet tenslotte ook niets over jullie.”
Dit weglaten van informatie confronteert de lezer met het feit dat weten waar iemand vandaan komt inderdaad iets is waar een bepaalde waarde aan gehecht wordt en dat het ontbreken van deze gegevens maakt dat je anders leest. Natuurlijk kom je door het verhaal uiteindelijk heel wat over de persoonlijkheden van de dames te weten. En vorm je je zo toch een (eigen) beeld van hen.
Ten slotte speelt het boek op een interessante manier met tijd. In haar relaas lijkt Kasih zeer veel belang te hechten aan wanneer de dingen zich afspeelde. Regelmatig benoemt ze nadrukkelijk hoeveel jaar geleden zich iets af heeft gespeeld, dat het drie of vier minuten duurde voor iemand weer iets zei of dat ze van een zijspoor snel weer teruggaat naar de hoofdlijn: ze wil het immers chronologisch brengen. Ook hier blijkt echter langzaamaan dat ze steeds weer met haar eigen betrouwbaarheid aan het spelen is en weet ze door onverwachte wendingen de lezer hevig aan het wankelen te brengen.
Kortom, Shida Bazyar voert op confronterende wijze het thema racisme op in haar boek en gaat de punten waarop dit thema schuurt zeker niet uit de weg. Ze speelt met het beeld van de lezer op de wereld en op de medemens, goochelt met de betrouwbaarheid van haar verteller en zet je constant aan het denken. Zo zorgt zij voor een zeer intense en soms ook intensieve leeservaring.
2
1
Reageer op deze recensie