Schimmige reis in een duistere wereld
Auteur Denis Johnson (1949) is een in Duitsland geboren Amerikaan die een uitgebreid en zeer divers oeuvre heeft opgebouwd. Hij groeide op in de Filipijnen, Japan en Amerika en trok rond in Afrika. Johnson won met Een zuil van Rook de National Book Award en was in 2012 met de novelle Treindromen genomineerd voor de Pulitzer prijs.
In De lachende monsters wordt speciaal agent Ronald Nair, werkzaam voor de NAVO, naar Freetown in Sierra Leone gestuurd om Michael Adriko, Amerikaans agent van Oegandese afkomst, in de gaten te houden en over zijn activiteiten en intenties te berichten. Nair kent Michael van eerdere klusjes in Afghanistan.
Johnson heeft maar een paar korte zinnen nodig om je onder te dompelen in het armoedige Afrika van de 21e eeuw. Op weg naar zijn hotel herkent Nair een eerste geheim agent, een “eikel die vroeger undercover voor Interpol was”. Het zal niet de enige bekende zijn, want in Afrika zijn meer inlichtingendiensten vertegenwoordigd, waaronder Amerikanen, Engelsen, Russen en Israëliërs. Er wordt heel veel geld besteed aan verklikken en spioneren. ”Sinds 11 september is het najagen van mythes en sprookjes een serieuze zaak geworden. Een industrie.”
Het is geen aangename wereld, met “vrienden van de geheime dienst. Oftewel bondgenoten van de stompzinnigheid”, maar Ronald Nair en Michael Adriko voelen zich er prima in thuis. Beide heren hebben ook nog hun eigen duistere plannen, “als we op reis zijn… houden we altijd onze neus open voor de geur van zaken.” Onderhuids voel je de gekte van de ontsporende inlichtingenwereld waarbinnen waarheid een relatief begrip blijkt: “Wat ik bedoel is dat ik zoveel leugens heb verteld en naar zoveel leugens heb geluisterd dat ik niet meer weet wat waar is en wat niet.” Niet alles verloopt volgens plan, maar dat is normaal in dit continent: “Soms loop je gewoon vast. Dat is Afrika. Dan ben je weer op weg zonder enig idee wat er gebeurd is, en dat is ook Afrika.”
Michael lijkt met zijn Amerikaanse verloofde Davidia op weg naar zijn geboortegebied in de grensstreek tussen Congo en Oeganda om te trouwen en Nair mag mee als zijn getuige. Onderweg naar de Newada berg gebeurt er van alles, maar uiteindelijk zijn ze op weg naar een bizarre finale waar koningin La Dolce, gezeten op een stoel in een boom, heerst. In de hallucinerende beschrijvingen in de Lachende Monsters is Denis Johnson op zijn best.
De lachende monsters is een schimmige spionageroman en door zijn beeldende taal gelijktijdig bijna een roadmovie. De kracht van het boek zit in Johnsons vermogen om met weinig woorden heel beeldend en tegelijk op een bijna sobere manier een spannend verhaal te vertellen. De onvoorspelbaarheid van de gebeurtenissen houdt je gevangen. Niet alle zijwegen in het boek krijgen evenveel aandacht en daardoor blijft bijvoorbeeld het karakter van verloofde Davidia te weinig uitgediept en blijken sommige gebeurtenissen ineens zonder nadere omschrijving voldongen feiten.
Reageer op deze recensie