Verdriet en hoop in Afrikaanse familieroman
Saturdays kinderen is een zorgvuldig gecomponeerde familieroman over het leven in een Afrikaans stadje. De familie Avoke, moeder Zarah, vader Theo en zoon Kojo, heeft het redelijk voor elkaar met een huis, auto en hulp in de huishouding Atsu, maar het houdt niet over. Sinds kort is het land een democratie, maar deze bestuurlijke verandering is vooral doorgevoerd om de westerse fondsen veilig stellen. De macht is bij dezelfde personen gebleven, die het ook voor het zeggen hadden tijdens de dictatuur van Karamoh Saturday. Er is meer vrijheid, maar niet iedereen is er van overtuigd dat het land er nu beter voor staat: “Vroeger kon ik kiezen of ik wilde werken of studeren, […], nu gaan kinderen studeren omdat er toch geen werk voor ze is.”
Ayesha Harruna Attah kiest er voor het verhaal via vier hoofdpersonen te vertellen. Daarbij komen afwisselend Zarah, Theo en Kojo als ik-figuur aan het woord, maar voor het dienstmeisje Atsu wordt een verteller ingeschakeld om haar handelen en denken over te brengen. Een wat geforceerde keuze, mogelijk vanwege het gegeven dat Atsu in het begin van het boek nog niet kan lezen en schrijven. Een groot deel van het boek lijkt het vooral om de romantische ontwikkelingen bij de hoofdpersonen te gaan, maar ondertussen krijg je wel inkijkjes in de ondernemerswereld (Zarah), het ambtelijke apparaat (Theo) en het onderwijs (Kojo). Via Atsu maak je kennis met het armoedige leven in de dorpjes op het platteland.
Terwijl de romantiek voortkabbelt heb je soms de indruk dat de gekozen verhaallijn te dwingend is in het verhaal. Dingen die in het begin van het boek gebeuren komen later in een gevarieerde vorm terug, zoals de botsing die Zarah veroorzaakt of Kojo die al vrij vroeg laat doorschemeren wel van zijn huidige school weg te willen. Voorbodes als “Ook moest ik je van Emma herinneren aan het functioneringsgesprek over twee maanden” komen uit de lucht vallen. Je weet dan al dat dit gesprek belangrijk gaat worden.
De schrijfkwaliteiten van Attah komen het sterkst naar voren als er van alles misgaat en het gezin uiteen dreigt te vallen. Zarah verliest haar baan en minnaar en belandt in het ziekenhuis en Theo in de gevangenis, terwijl Kojo zijn eerste vriendinnetje moet loslaten en van school wegloopt. Verdriet, schuldgevoelens en fysieke pijn worden zeer indringend beschreven.
Saturdays kinderen boeit het meest door de zijdelingse verhalen die een inkijk geven in het Afrikaanse leven na een dictatuur. Het plezier in het vertellen van een mooi verhaal druipt er bij Ayesha Harruna Attah vanaf, waarbij in dit boek romantiek, de harde werkelijkheid van het dagelijkse leven en hoop samenkomen.
Saturdays kinderen is het tweede boek van de in Amerika wonende Ghanese schrijfster Attah en haar eerste boek dat in Nederland is gepubliceerd. Met haar debuut Harmattan Rain stond ze op de shortlist van de Commenwealth Writers’ Prize for Best First Book.
Reageer op deze recensie