Lezersrecensie
Diepe lagen
De roman ‘de onbevlekte’ lijkt een zoektocht naar het hoe en waarom van het maken van een foute keuze, namelijk de keuze van Marcel om in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van de SS te strijden en uiteindelijk het leven te laten aan het Oostfront.
Er is echter meer aan de hand. De rol van vrouwen in de aanloop naar die Tweede Wereldoorlog. De relatie tussen broer (Marcel) en zus (Andrea). De weerslag die dit op het latere huwelijk heeft van Andrea. Er liggen tal van aanknopingspunten en vragen die deze roman zo bijzonder maken.
De eerste hoofdstukken zijn geschreven vanuit het perspectief van de oudere zus van Marcel, Andrea, die droomt dat haar broer Marcel weer thuis is en blijft vragen om reiniging.
“‘Spoelen, spoelen, Andrea,’ herhaalde hij telkens weer. Het klonk als een bede om vergeving of verlossing, een roep om een reiniging, die dieper moest gaan dan zijn huid, zijn haarwortels, zijn poriën.” (p. 6-7)
Het zijn zinnen als deze die je op je in moet laten werken en waarvan je dan nog niet zeker bent wat de schrijver (of de persoon Andrea) ermee bedoelt. Het is deze Andrea, haar moeder had haar liever Maria genoemd, de onbevlekte, die centraal blijft staan in deze roman.
“Ik heb hem als een mummie in draden gewikkeld. Aan de kant van de weg heb ik met vlaggetjes gezwaaid en hem uitgewuifd. Ik was een vrouw, een broedmachine, de larven van mijn na-ijver heb ik in hem geplant. Hij was de stroman, die de ketens van mijn vrouw-zijn zou verbreken.” (p11).
En op pagina 31: “Al het leed van deze tijd, alle puinen van onze gemartelde steden, alle offers van onze gevallen jongens (waarom niet het mijne, mijn offer, als gevallen vrouw?) kunnen ons harden om naar uw voorbeeld, recht en onomkoopbaar door het leven te gaan.”
Het zijn slechts enkele van de vele zinnen die vragen om duiding van de lezer, die vragen oproepen die vaak niet beantwoord worden.
Vanaf hoofdstuk 4 verschuift de tijd en zitten we in het nu. De verteller is de schrijver Marcel geworden. Andrea is een derde persoon. Het is een zoektocht naar Andrea, die zich verstopt achter nietszeggende zinnetjes en die de televisie loeihard zet. Via flashbacks probeert de schrijver vat te krijgen op haar, op het verleden, op Marcel, grootvader en hun onderlinge relaties.
Vanaf hoofdstuk 7 komen de brieven die Marcel vanuit zijn verschillende locaties naar huis stuurt en die je iets – maar ook niet meer dan dat – dichter bij hem brengen.
De onbevlekte is geschreven in een prachtige stijl. Zinnen die je aandachtig wilt herlezen. Vanwege de boodschap, maar ook vanwege de poëzie die erin besloten ligt. Het zijn slechts 141 pagina’s. In werkelijkheid zijn het er 423 omdat een tweede en misschien zelfs derde herlezing een aanrader is om nog meer te genieten van deze prachtige literatuur vol vragen en raadsels.
Er is echter meer aan de hand. De rol van vrouwen in de aanloop naar die Tweede Wereldoorlog. De relatie tussen broer (Marcel) en zus (Andrea). De weerslag die dit op het latere huwelijk heeft van Andrea. Er liggen tal van aanknopingspunten en vragen die deze roman zo bijzonder maken.
De eerste hoofdstukken zijn geschreven vanuit het perspectief van de oudere zus van Marcel, Andrea, die droomt dat haar broer Marcel weer thuis is en blijft vragen om reiniging.
“‘Spoelen, spoelen, Andrea,’ herhaalde hij telkens weer. Het klonk als een bede om vergeving of verlossing, een roep om een reiniging, die dieper moest gaan dan zijn huid, zijn haarwortels, zijn poriën.” (p. 6-7)
Het zijn zinnen als deze die je op je in moet laten werken en waarvan je dan nog niet zeker bent wat de schrijver (of de persoon Andrea) ermee bedoelt. Het is deze Andrea, haar moeder had haar liever Maria genoemd, de onbevlekte, die centraal blijft staan in deze roman.
“Ik heb hem als een mummie in draden gewikkeld. Aan de kant van de weg heb ik met vlaggetjes gezwaaid en hem uitgewuifd. Ik was een vrouw, een broedmachine, de larven van mijn na-ijver heb ik in hem geplant. Hij was de stroman, die de ketens van mijn vrouw-zijn zou verbreken.” (p11).
En op pagina 31: “Al het leed van deze tijd, alle puinen van onze gemartelde steden, alle offers van onze gevallen jongens (waarom niet het mijne, mijn offer, als gevallen vrouw?) kunnen ons harden om naar uw voorbeeld, recht en onomkoopbaar door het leven te gaan.”
Het zijn slechts enkele van de vele zinnen die vragen om duiding van de lezer, die vragen oproepen die vaak niet beantwoord worden.
Vanaf hoofdstuk 4 verschuift de tijd en zitten we in het nu. De verteller is de schrijver Marcel geworden. Andrea is een derde persoon. Het is een zoektocht naar Andrea, die zich verstopt achter nietszeggende zinnetjes en die de televisie loeihard zet. Via flashbacks probeert de schrijver vat te krijgen op haar, op het verleden, op Marcel, grootvader en hun onderlinge relaties.
Vanaf hoofdstuk 7 komen de brieven die Marcel vanuit zijn verschillende locaties naar huis stuurt en die je iets – maar ook niet meer dan dat – dichter bij hem brengen.
De onbevlekte is geschreven in een prachtige stijl. Zinnen die je aandachtig wilt herlezen. Vanwege de boodschap, maar ook vanwege de poëzie die erin besloten ligt. Het zijn slechts 141 pagina’s. In werkelijkheid zijn het er 423 omdat een tweede en misschien zelfs derde herlezing een aanrader is om nog meer te genieten van deze prachtige literatuur vol vragen en raadsels.
2
Reageer op deze recensie