In wezen gaat het om de laatste drie woorden in De erfgenaam: “Mijn grond. Mijn.” De mijn is de steenkolenmijn van de familie – beter het geslacht – Weltmann. Breder Weltmann leeft in welstand in Zuid-Limburg op het landgoed van de familie. De mijn is al decennia dicht en die sluiting en de herstructureringsgelden in de jaren zeventig hebben de familie geen windeieren gelegd. Dat ontdekt hij wanneer dat verleden weer wordt opgerakeld door een allesverwoestende explosie en brand in zijn landhuis. Breders rustige miljonairsbestaan staat op de kop. Hij wordt bedreigd – een teken dat hij iemand op het spoor is – en zelfs gemarteld. Hij ontdekt dat de hele onderneming gebaseerd was op een paar voorvaders – en zijn eigen vader, die met zijn moeder in een verkeersongeluk om het leven kwam – die het niet zo nauw namen. Dat komt Breder na al die jaren duur te staan. Maar hij komt er ook achter dat hij uiteindelijk uit hetzelfde hout is gesneden (“de geschiedenis herhaalt zich”) en niet meer of beter is, hoe beschaafd hij zich ook gedraagt.
Den Tex is de laatste jaren goed bezig. Niet alleen getuige de Bellicher-boeken en –verfilmingen, maar ook met zijn vijf sterren thriller De vriend (2012) en waarvoor hij de CrimeZone Award kreeg en werd genomineerd voor Gouden Strop en Diamanten Kogel.
Niets lijkt zo voor de hand liggend die lijn van boeken over identiteitsverlies en –verraad door te trekken, maar Den Tex kiest met De erfgenaam voor een ander pad. Het is een thriller over goed en kwaad, geld en hebzucht en met een hoofdpersonage – Breder Weltmann – dat gaandeweg ontdekt dat hij niet zo is zoals hij zich graag voordoet of wil dat zijn omgeving hem ziet. En die omgeving is een stuk kleinschaliger dan we van hem gewend zijn, een voormalig mijndorp in Zuidoost Limburg.
Mooi verhaal, lekker geschreven (doet – ook qua plot – denken aan de thrillers zoals Felix Thijssen die de laatste jaren schrijft) en vooral herkenbaar. In de eerste plaats voor de (Zuid-)Limburgers maar vooral ook door de link naar de actualiteit (wethouders die sjoemelen met projectontwikkelaars en aannemers). Maar bovenal ook mooi typeringen en zinnen: “Ondernemen is vergeten”, als voorbeeld. Laten we hopen dat Den Tex nog veel onderneemt voor hij vergeet en zelf toe is aan een erfgenaam. De erfgenaam bevestigt weer eens dat Den Tex bouwt aan een sterk en eigenzinnig oeuvre.
Reageer op deze recensie