Lezersrecensie
Cynische notities van een outcast
Dit is een verkorte versie van mijn bespreking op https://jipleest.wordpress.com/2020/10/05/cynische-notities-van-een-outcast/
Het boek Ondergrondse notities is verrassend actueel. Niet alleen vanwege de thematiek, maar ook vanwege de zeer leesbare vertaling van Gerard Cruys, waardoor je nauwelijks beseft dat deze novelle oorspronkelijk al verscheen in 1864.
Het boek is verdeeld in twee delen. Deel I kent een nogal zwartgallig begin. Daarmee wordt al direct een sfeer van cynisme opgeroepen, waarin de veertigjarige vertellende protagonist terugblikt op zichzelf en zijn ervaringen vanuit zijn hol, zijn smerige rotkamer aan de rand van de stad Sint-Petersburg. Tegenspraak en paradox, maar ook kritiek en polemiek vormen belangrijke bouwstenen van deel I. We hebben te maken met een man die er alles aan doet om anderen het leven zuur te maken en er genoegen in schept om als klootzak en outcast door het leven te gaan. Tegelijk is het een man die in dat eerste deel vrijwel onophoudelijk een monoloog afsteekt, waarin onderwerpen als mensbeeld en maatschappij vlijmscherp worden geanalyseerd en bekritiseerd. De protagonist mag dan wel een enorme lul zijn, maar zijn kritiek geeft genoeg stof tot nadenken.
Deel II is ten opzichte van het voorgaande meer verhalend, maar zeker niet minder cynisch.
Ondergrondse notities is een sterke novelle, waarin de problemen die verbonden zijn aan de moderniteit zijn schaduwen al vooruitwerpen. Met name in het eerste deel komen vragen aan de orde waar wij in onze tijd nog altijd geen passend antwoord hebben. De moderniteit heeft geen einde gemaakt aan geweld en ook de dehumanisering door het maken van rationele en berekende keuzes is in onze neoliberale orde nog steeds problematisch en een bron van onvrede. De parallel met nepnieuws en alternatieve waarheden kan ook gemakkelijk worden gelegd. Na al die jaren is het de vraag of fundamentele maatschappijkritiek en sociale en psychologische inzichten werkelijk tot andere inzichten en keuzes hebben geleid. Na lezing van dit boek ben je geneigd om deze vraag afwijzend te beantwoorden. Vreemd is dat niet, want “de mens is nu eenmaal dom, fenomenaal dom. Of eigenlijk is hij helemaal niet dom, maar hij is zo ondankbaar als wat.”
Het boek Ondergrondse notities is verrassend actueel. Niet alleen vanwege de thematiek, maar ook vanwege de zeer leesbare vertaling van Gerard Cruys, waardoor je nauwelijks beseft dat deze novelle oorspronkelijk al verscheen in 1864.
Het boek is verdeeld in twee delen. Deel I kent een nogal zwartgallig begin. Daarmee wordt al direct een sfeer van cynisme opgeroepen, waarin de veertigjarige vertellende protagonist terugblikt op zichzelf en zijn ervaringen vanuit zijn hol, zijn smerige rotkamer aan de rand van de stad Sint-Petersburg. Tegenspraak en paradox, maar ook kritiek en polemiek vormen belangrijke bouwstenen van deel I. We hebben te maken met een man die er alles aan doet om anderen het leven zuur te maken en er genoegen in schept om als klootzak en outcast door het leven te gaan. Tegelijk is het een man die in dat eerste deel vrijwel onophoudelijk een monoloog afsteekt, waarin onderwerpen als mensbeeld en maatschappij vlijmscherp worden geanalyseerd en bekritiseerd. De protagonist mag dan wel een enorme lul zijn, maar zijn kritiek geeft genoeg stof tot nadenken.
Deel II is ten opzichte van het voorgaande meer verhalend, maar zeker niet minder cynisch.
Ondergrondse notities is een sterke novelle, waarin de problemen die verbonden zijn aan de moderniteit zijn schaduwen al vooruitwerpen. Met name in het eerste deel komen vragen aan de orde waar wij in onze tijd nog altijd geen passend antwoord hebben. De moderniteit heeft geen einde gemaakt aan geweld en ook de dehumanisering door het maken van rationele en berekende keuzes is in onze neoliberale orde nog steeds problematisch en een bron van onvrede. De parallel met nepnieuws en alternatieve waarheden kan ook gemakkelijk worden gelegd. Na al die jaren is het de vraag of fundamentele maatschappijkritiek en sociale en psychologische inzichten werkelijk tot andere inzichten en keuzes hebben geleid. Na lezing van dit boek ben je geneigd om deze vraag afwijzend te beantwoorden. Vreemd is dat niet, want “de mens is nu eenmaal dom, fenomenaal dom. Of eigenlijk is hij helemaal niet dom, maar hij is zo ondankbaar als wat.”
1
Reageer op deze recensie