Af en toe clichématig, maar boeiend
Op 4 september publiceerde Elizabeth George haar eerste young adult boek: The Edge of Nowhere. Precies op dezelfde dag kwam dit boek ook in Nederland uit onder de titel Stormgevaar. George schreef al ruim twintig boeken voor volwassenen, maar nam na 24 jaar toch de stap naar het schrijven voor jongeren. Ze is vooral bekend van de boeken over inspecteur Lynley: een detective van New Scotland Yard die samen met sergeant Barbara Havers moorden oplost. Er werd door de BBC een succesvolle serie van gemaakt, die ook in Nederland bij de KRO werd uitgezonden. Stormgevaar is het eerste deel van de Fluistereilandtrilogie over Becca en de bewoners van het eiland Whidbey.
Al zolang als Becca King zich kan herinneren, kan ze gedachten lezen. Gelukkig heeft ze de steun van haar moeder Laurel en haar oma die de gave in mindere mate bezit. Dan komt ze erachter dat haar stiefvader zijn zakenpartner heeft vermoord en heeft ze geen andere keus dan samen met haar moeder te vluchten. Op het eiland Whidbey wordt Becca afgezet bij een oude vriendin van Laurel, terwijl zij op zoek gaat naar een woonplaats in Canada. Eenmaal aangekomen blijkt de vrouw te zijn overleden. Tot overmaat van ramp is Laurel onbereikbaar en moet Becca zich alleen zien te redden. Terwijl ze probeert om de bewoners van Whidbey te leren kennen, moet Becca erg voorzichtig zijn om haar ware identiteit geheim te houden.
Aan Stormgevaar kan je goed zien dat George het detectivegenre nog niet helemaal heeft losgelaten. Een flink deel van het boek draait om een mysterie rond Derric, een nieuwe vriend van Becca die onder verdachte omstandigheden in een afgrond valt en in een coma raakt. In het boek voel je je al snel zelf een detective. Becca heeft het namelijk vrij druk met uit de handen te blijven van mensen die haar identiteit kunnen onthullen. Ondanks dat je je prima vermaakt met het verdenken van de personages zijn voornamelijk de tieners vlak geschetst. Met een sportieve populaire jongen, een gevoelige jongen met een gitaar en een jaloers, boos meisje zijn er maar een paar genoemd. Zeker van Elizabeth George, 'Master of psychology', zou je meer verwachten. Bovendien is, na alle theorieën die je over het mysterie hebt gevormd, de anticlimax waarop het verhaal eindigt erg teleurstellend.
Maar het verhaal faalt niet op alle fronten. Op de schrijfstijl van George valt niets aan te merken. Als compositie is het boek vrijwel perfect. Het is een mooi afgerond verhaal en laat dankzij de epiloog nog een paar losse eindjes hangen, die duidelijk aan een tweede deel moeten worden geknoopt. Daarnaast komt Beccas gave goed uit de verf. Vooral de morele en ethische dilemmas waar ze voor komt te staan zijn interessant. Het boek boeit hierdoor ondanks de clichématige kijk van George op de leefwereld van jongeren. Als laatste punt van kritiek: de prachtige Engelse titel van het boek had niet slechter vertaald kunnen worden.
Reageer op deze recensie