Lezersrecensie
Waar dit boek begint met de verdwijning van de hoofdcommissaris Marcusse van bureau Rembrandtplein Amsterdam. Een moord in het Trippenhuis van Amsterdam, met wel een hele rare uitbeelding. Een erg bekend schilderij van Rembrandt van Rijn, "Het feest van Belsassar". En een woordenwisseling tussen de hoofdrolspelers apotheker en kriminalst C.J. van Ledden Hulsebosch en politie-inspecteur Jonathan Saltet. Doet niet vermoeden van het verhaal welke achter De Rembrandtcode steekt.
De titel doet vermoeden dat het een kloon is van Dan Brown, misschien wilden de schrijvers wel meeliften met het succes, maar het verhaal bewijst het tegendeel. Niet om het hele boek hier te kunnen beschrijven, maar ik durf te beweren dat het boek ligt tussen een Da Vinci code van Dan Brown en een De acht van Katherine Neville. De spanning van het boek en het verhaal doet natuurlijk al gauw aan deze schrijvers denken, maar de code en historische personages die voorbijkomen zijn zeker uniek. Wie kan nu zeggen dat Hendrik Lorentz, Albert Einstein en Paul Ehrenfest (drie grote Natuurkundigen) een hoofdrol spelen in hun boek. Het is de beide schrijvers gelukt om bekende wetenschappers, mooie locaties, mysterieuze codes en oude schilderijen tot een spannend verhaal om te vormen. En de tijd tikt, want waar is Marcusse en wat betekend toch die code; Mene Mene tekel Ulfarsin. Dat ze hierbij de hulp hebben ingeroepen van hun al in drie eerdere verhalen (Moord in Tuschinski, Wraak van de keizer en Spelen met vuur) voorkomende hoofdrolspelers Van Ledden Hulsebosch en Saltet is geweldig, maar ook gevaarlijk. Dat er daardoor een klein foutje met de tijd voorkomt kan gebeuren (het vorige boek waar in dit boek naar verwezen wordt speelt zich af in 1928, terwijl dit boek zich afspeelt voor 1928). Voor de meeste lezers zal dat niet van belang zijn, voor hen zal dit boek de eerste kennismaking zijn met van Ledden Hulsebosch. Maar laat ik dit zeggen het zal zeker niet tegenvallen.
De titel doet vermoeden dat het een kloon is van Dan Brown, misschien wilden de schrijvers wel meeliften met het succes, maar het verhaal bewijst het tegendeel. Niet om het hele boek hier te kunnen beschrijven, maar ik durf te beweren dat het boek ligt tussen een Da Vinci code van Dan Brown en een De acht van Katherine Neville. De spanning van het boek en het verhaal doet natuurlijk al gauw aan deze schrijvers denken, maar de code en historische personages die voorbijkomen zijn zeker uniek. Wie kan nu zeggen dat Hendrik Lorentz, Albert Einstein en Paul Ehrenfest (drie grote Natuurkundigen) een hoofdrol spelen in hun boek. Het is de beide schrijvers gelukt om bekende wetenschappers, mooie locaties, mysterieuze codes en oude schilderijen tot een spannend verhaal om te vormen. En de tijd tikt, want waar is Marcusse en wat betekend toch die code; Mene Mene tekel Ulfarsin. Dat ze hierbij de hulp hebben ingeroepen van hun al in drie eerdere verhalen (Moord in Tuschinski, Wraak van de keizer en Spelen met vuur) voorkomende hoofdrolspelers Van Ledden Hulsebosch en Saltet is geweldig, maar ook gevaarlijk. Dat er daardoor een klein foutje met de tijd voorkomt kan gebeuren (het vorige boek waar in dit boek naar verwezen wordt speelt zich af in 1928, terwijl dit boek zich afspeelt voor 1928). Voor de meeste lezers zal dat niet van belang zijn, voor hen zal dit boek de eerste kennismaking zijn met van Ledden Hulsebosch. Maar laat ik dit zeggen het zal zeker niet tegenvallen.
2
Reageer op deze recensie