Een ijzersterke toevoeging aan Grishams al reeds omvangrijke oeuvre
De doodstraf is als onderwerp een platgetreden terrein. Het is eigenlijk betrekkelijk simpel om kritiek op het systeem in een leesbare vorm te gieten: bedenk een onschuldige man, verzin er enkele louche bewindspersonen omheen en zet een bevlogen advocaat op de zaak die vervolgens in tijdnood komt om de zaak op te lossen. De lezer zal altijd partij kiezen voor het slachtoffer die de grotere machten als het juridische systeem niet alleen kan bevechten. Toch presteert John Grisham het om in zijn nieuwste roman een geheel nieuwe invalshoek te bedenken om zo het verhaal van een onschuldige ter-dood-veroordeelde fris en origineel te brengen. John Grisham kiest namelijk hetzelfde wapen waarmee vele conservatieve Amerikanen juist de doodstraf prediken: de religie.
De jonge zwarte Amerikaan Donté Drumm zit op death row. Na negen lange jaren in afwachting van het voltrekken van zijn vonnis is er geen uitzicht meer op redding. Zijn geloof in God is afgetakeld tot een twijfel, want hoe kan een goddelijke entiteit toezien hoe zijn volgelingen een systeem hanteren dat zo inhumaan en hard is als de doodstraf. Honderden kilometers verderop, in een geheel andere staat, voltrekt zich een miraculeuze gebeurtenis, de daadwerkelijke dader van het misdrijf legt zijn bekentenis neer bij een priester. Er ontstaat een zinderende race tegen de klok waarin priester en dader tijdig bij de betreffende advocaten moeten komen. Hun grootste hindernis is echter niet de afstand tussen de staten, maar een starre bureaucratische rompslomp die de rechtvaardigheid in de weg staat.
John Grisham is boos. De doodstraf deugt niet en dat zullen we als lezer weten ook. Vanuit de priester Keith zien we de onmenselijkheid en het onchristelijke van een systeem dat gebouwd is om mensenlevens te vernietigen. De hele roman is dan ook een genadeloze vuist tegen het juridische systeem dat de doodstraf in leven houdt. Vooral rechts-conservatief Amerika krijgt er flink van langs. Zelfs de moeder van het slachtoffer, Nicole Yarber, wordt neergezet als een ijskoude bitch die met een emotievolle campagne alles op alles zet om Donte te zien branden in de hel. Ministers van justitie en rechercheurs worden neergezet als slodderige minkukels die geen oog hebben voor het menselijke aspect. Wellicht wat ongenuanceerd, maar het maakt wel dat de boodschap van anti-doodstraf harder doorkomt.
Het boek leest als een volmaakte pageturner die vooral uitblinkt in de fragmenten voor de executie van Donte. Er zit een ongenadig spannende opbouw in de combinatie tussen de gebrekkige tijd en de onwil van diverse partijen om eraan mee te werken. Als deze situatie af is gewikkeld - goed of slecht, dat blijft voor de lezer - zakt de spanning wat weg. Grisham weet dan ook niet meer zo goed waar hij de spanning uit moet halen en vervalt dan in goedkoop sentiment. De eerste twee delen zijn dan ook vele malen sterker dan het derde slotdeel, maar desalniettemin is het zeer de moeite om hier toch doorheen te lezen. De laatste puzzelstukjes vallen op hun plaats en vervolmaken de persoonlijke ontwikkeling van de betrokken karakters. In De bekentenis vindt men een ijzersterke toevoeging aan het al reeds omvangrijke oeuvre van John Grisham.
Reageer op deze recensie