Lezersrecensie
Vasthouden aan het oude als alles verandert.
In 'De Vrouw met het Rode Haar' (2016) mijmert een ouder wordende zakenman over de vormende weken dat hij in Öngören moest werken als assistent van een puttenmaker. Zijn links-activistische vader liet het afweten toen Cem dringend geld nodig had om zijn universitaire studie te kunnen bekostigen. Öngören was nog een dorpje aan de periferie van een grote stad, maar mettertijd zou het volledig opgeslokt worden door een uitdijende metropool als Istanbul. Zoals het putten maken als ambacht ingehaald zou worden door moderne technologie, zo zou het dorpsleven van Öngören zelf ook veranderen onder druk van globalisering, industrialisering en stedelijke groei.
Maar voor Cem is de herinnering aan Öngören springlevend. De ons-kent-ons dorpsgemeenschap. De klassieke ambacht van het putten maken: noeste, uitputtende arbeid en met een weinig accuraat fingerspitzengefühl op zoek naar de waterbron. De kleurrijke verhalen van leermeester Mahmut, waarin religieuze parabelen samenkomen met volkswijsheden en smeuïge anekdotes. En natuurlijk de spaarzame momenten wanneer de hoofdpersoon contact weet te leggen met de vrouw met het rode haar; een enigmatische aanwezigheid die zinnelijkheid en vrijheid uitstraalt in een conservatieve gemeenschap. Naast de moralistische vertellingen van Mahmud raakt Cem geïnspireerd door haar vele rollen als actrice van een experimentele theatergemeenschap.
Toch eindigde deze vormende tijd in Öngören met een judasstreek. Cem zou het dorpje van toen met de staart tussen de benen verlaten en een levenslange fascinatie houden naar Oosterse en Westerse noodlotsvertellingen. De zoon die zijn vader vermoordt en naar bed gaat met zijn moeder (Oedipus) tegenover de vader die zijn zoon afslacht in een dagenlange eindstrijd (Rostam & Sohrab). Zouden deze klassieke vertellingen Cem meer kunnen vertellen over zijn eigen beweegreden om het ultieme verraad te plegen op een vaderfiguur? Of voegt hij er zelf iets aan toe door zijn eigen situatie erop te projecteren? Wat is nog de werkelijkheid tussen mythes die ons vormen of die wij zelf vormen? Als de ik-verteller voor zaken terug moet naar een compleet veranderd Öngören, dan moet hij óók de confrontatie aan met een verleden dat hem zowel nostalgisch stemt als angst inboezemt.
Voor mij wordt het tijd om eens op zoek te gaan naar jonge Turkse auteurs. 'De Vrouw met het Rode Haar' (2016) leest lekker weg en het heeft de postmoderne elementen die ik waarder uit eerder werk van Orhan Pamuk, zoals hoe wereldliteratuur en kunstgeschiedenis naadloos overlopen in een psychologisch portret. Het is sterk hoe parallellen tussen de vadermoord (Oedipus) en zoonmoord (Sohrab & Rostam) worden doorgetrokken naar maatschappijkritiek op eigentijdse kwesties. Maar 'De Vrouw met het Rode Haar' (2016) voelt als een verplicht nummertje voor een Nobelprijswinnaar die weinig scherpe randjes opzoekt. Daarnaast heeft de feministische apotheose iets flauws in een roman waarin vrouwelijke personages weinig persoonlijkheid krijgen. Alsof het een soort plotwending is dat vrouwen een stem hebben, terwijl Pamuk ze vooral voorspelbaar opvoert als muzen in de beleving van een obsessief mannelijk personage.
Maar voor Cem is de herinnering aan Öngören springlevend. De ons-kent-ons dorpsgemeenschap. De klassieke ambacht van het putten maken: noeste, uitputtende arbeid en met een weinig accuraat fingerspitzengefühl op zoek naar de waterbron. De kleurrijke verhalen van leermeester Mahmut, waarin religieuze parabelen samenkomen met volkswijsheden en smeuïge anekdotes. En natuurlijk de spaarzame momenten wanneer de hoofdpersoon contact weet te leggen met de vrouw met het rode haar; een enigmatische aanwezigheid die zinnelijkheid en vrijheid uitstraalt in een conservatieve gemeenschap. Naast de moralistische vertellingen van Mahmud raakt Cem geïnspireerd door haar vele rollen als actrice van een experimentele theatergemeenschap.
Toch eindigde deze vormende tijd in Öngören met een judasstreek. Cem zou het dorpje van toen met de staart tussen de benen verlaten en een levenslange fascinatie houden naar Oosterse en Westerse noodlotsvertellingen. De zoon die zijn vader vermoordt en naar bed gaat met zijn moeder (Oedipus) tegenover de vader die zijn zoon afslacht in een dagenlange eindstrijd (Rostam & Sohrab). Zouden deze klassieke vertellingen Cem meer kunnen vertellen over zijn eigen beweegreden om het ultieme verraad te plegen op een vaderfiguur? Of voegt hij er zelf iets aan toe door zijn eigen situatie erop te projecteren? Wat is nog de werkelijkheid tussen mythes die ons vormen of die wij zelf vormen? Als de ik-verteller voor zaken terug moet naar een compleet veranderd Öngören, dan moet hij óók de confrontatie aan met een verleden dat hem zowel nostalgisch stemt als angst inboezemt.
Voor mij wordt het tijd om eens op zoek te gaan naar jonge Turkse auteurs. 'De Vrouw met het Rode Haar' (2016) leest lekker weg en het heeft de postmoderne elementen die ik waarder uit eerder werk van Orhan Pamuk, zoals hoe wereldliteratuur en kunstgeschiedenis naadloos overlopen in een psychologisch portret. Het is sterk hoe parallellen tussen de vadermoord (Oedipus) en zoonmoord (Sohrab & Rostam) worden doorgetrokken naar maatschappijkritiek op eigentijdse kwesties. Maar 'De Vrouw met het Rode Haar' (2016) voelt als een verplicht nummertje voor een Nobelprijswinnaar die weinig scherpe randjes opzoekt. Daarnaast heeft de feministische apotheose iets flauws in een roman waarin vrouwelijke personages weinig persoonlijkheid krijgen. Alsof het een soort plotwending is dat vrouwen een stem hebben, terwijl Pamuk ze vooral voorspelbaar opvoert als muzen in de beleving van een obsessief mannelijk personage.
1
Reageer op deze recensie