Hebban recensie
Over het kwaad in de wereld
We hebben hier te maken met een literair grootgewicht, een schrijver met pretenties die verder reiken dan de lezer te plezieren met amusante thrills. Zo vaak is het de vraag of de term literaire thriller van toepassing is op de boeken die hier gerecenseerd worden, maar het is absoluut een zekerheid dat deze Doodverf een literair werk is. Maar is het dan ook een thriller? Nee, het is meer dan dat, en het is niet aan te raden om dit als luchtig vertier op te pakken, zo is er namelijk geen doorkomen meer aan.
A.F.Th. doet niet minder dan het kwaad in de wereld terug te brengen tot de 361 paginas van Doodverf. Het kwaad komt in de vorm van karakters Gesu Porpora, maffiose en handelaar in kinderen, Albert, drugsdealende student, en Flix, wiens obsessie om tot de ultieme kunst te komen naar de dood van zijn beste vriend leidt. Ieder personage heeft zo zijn redenen om tot daden te komen die de grenzen van de wet en de moraal tarten. Hun verhalen worden met elkaar vervlochten tot ze samenkomen in de zogenaamde Gipsmoord, een concept dat A.F.Th. al eens eerder gebruikt heeft in zijn cyclus van De Tandeloze Tijd. Met het herschrijven, weglaten en opnieuw samenstellen heeft de schrijver echter een opzichzelfstaande roman gefabriceerd, ook goed leesbaar voor mensen die niet bekend zijn met eerdere delen rond dezelfde verhaallijnen.
Doodverf is geen gemakkelijke kost. Het is literatuur in de grote zin van het woord. Het lezen ervan is soms een worsteling met ellenlange zinnen en bloemrijk taalgebruik, maar het is aan te raden om door te zetten. De finale maakt namelijk een hoop goed.
A.F.Th. doet niet minder dan het kwaad in de wereld terug te brengen tot de 361 paginas van Doodverf. Het kwaad komt in de vorm van karakters Gesu Porpora, maffiose en handelaar in kinderen, Albert, drugsdealende student, en Flix, wiens obsessie om tot de ultieme kunst te komen naar de dood van zijn beste vriend leidt. Ieder personage heeft zo zijn redenen om tot daden te komen die de grenzen van de wet en de moraal tarten. Hun verhalen worden met elkaar vervlochten tot ze samenkomen in de zogenaamde Gipsmoord, een concept dat A.F.Th. al eens eerder gebruikt heeft in zijn cyclus van De Tandeloze Tijd. Met het herschrijven, weglaten en opnieuw samenstellen heeft de schrijver echter een opzichzelfstaande roman gefabriceerd, ook goed leesbaar voor mensen die niet bekend zijn met eerdere delen rond dezelfde verhaallijnen.
Doodverf is geen gemakkelijke kost. Het is literatuur in de grote zin van het woord. Het lezen ervan is soms een worsteling met ellenlange zinnen en bloemrijk taalgebruik, maar het is aan te raden om door te zetten. De finale maakt namelijk een hoop goed.
2
Reageer op deze recensie