Hebban recensie
Het boek doet beter dienst als reisgids met thriller-randje dan als spannende policier.
Wanneer de Griekse rechercheur Kostas Charitos op vakantie gaat naar Turkije krijgt hij te maken met een bijzondere moordzaak. De stokoude Griekse Maria Chambou, bekend als een lief besje, heeft haar broer vergiftigd met een maaltijd en is naar Turkije gevlucht. Haar wraaktour is echter nog niet ten einde en in Istanbul laat ze wederom een spoor van doden achter met haar moorddadige recept. Hoewel zij ook mensen bezoekt die zij slechts laat proeven van haar overheerlijke kookkunsten zonder dat deze het met de dood moeten bekopen. Ze is een soort instrument des Gods dat oordeelt over goed en kwaad, bijna als het gedichtje voor Sinterklaas: wie zoet is krijgt lekkers, maar wie hier stout is stikt in zijn eigen braaksel.
Het is aan Kostas om de Turkse politie bij te staan in de zoektocht naar de vrouw die als een spook rondwaart in de Griekse gemeenschap in het moderne Turkije. En dan dreigt er ook nog eens een diplomatieke rel te ontstaan als een van de slachtoffers van Turkse afkomst is. Wat begon als een vakantie om te ontspannen wordt algauw een frustrerende zoektocht naar een onvindbare moordenares. Een zoektocht waarbij de Turkse commissaris Murat, degene die het onderzoek eigenlijk leidt, hem in eerste instantie vooral dwarszit uit wantrouwen naar deze Griekse collega.
Petros Markaris groeide op in Turkije als zoon van een Griekse moeder en een Armeense vader. In dat licht is Het kindermeisje waarschijnlijk een persoonlijke terugkeer naar die eerdere ervaringen in dat land, die tot uiting komen in de uitgebreide beschrijvingen van de bijzondere plekken die Istanbul rijk is. Hij zoomt met name in op de bijzondere gemeenschap van Griekse inwoners van Turkije en hun historische geschiedenis. Hij schetst een beeld van een orthodoxe groep mensen die zich gediscrimineerd voelt door de Turkse meerderheid. De moordenares in het verhaal is eigenlijk niet zoveel meer dan een kader om deze groep mensen mee in beeld te brengen. Met commissaris Murat in de bijrol heeft de schrijver meteen een werktuig om de gebeurtenissen vanuit Turks perspectief te zien. Vanuit zijn ogen zien we een moderne jongeman die, door zijn verblijf in Duitsland, aankijkt tegen een maatschappij die Islamitische waarden steeds af moet wegen tegen Westerse normen.
Het Turkse verleden van de schrijver komt ook tot uiting in de veelvuldige beschrijvingen die los worden gelaten op de reis die Kostas door Istanbul maakt. Als lezer krijgt men het gevoel beland te zijn in een reisgids. Toeristische ins en outs worden tot in detail tot leven gebracht. In elk hoofdstuk wordt de loftrompet afgespeeld over de heerlijke keuken of de sfeer van de lokale souks. Daar zit hem de kracht van het boek maar tegelijkertijd ook de keerzijde: spannend wil het boek maar niet worden, omdat Petros Markaris veel liever schrijft over de stad Istanbul dan dat hij er echte spanning in bouwt. De verhaallijn kakt voorzichtig verder als een vooroorlogs boemeltreintje dat slechts zeer sporadisch een heuveltje op of af moet.
Het helpt ook niet mee dat er te veel aandacht uitgaat naar het persoonlijke leven van Kostas en zijn echtelijke ruzies met vrouw Adriani. Dan probeert Petros Markaris er nog wat geforceerde spanning in te bouwen door een deadline te stellen voor Kostas, als zijn onlangs gehuwde dochter besluit te hertrouwen voor de kerk omwille van haar schoonouders. Een gebeurtenis die hij niet mag missen, maar hij kan natuurlijk ook niet zijn onderzoek in Turkije overlaten aan een diender die nog geen band heeft opgebouwd met de Turkse autoriteiten. Alles bij elkaar genomen doet het boek beter dienst als reisgids met thriller-randje dan dat het een nagelbijtend spannende policier wil worden. Maar is dat erg? Het antwoord ligt bij de lezer van deze recensie, want er zullen vast mensen zijn die wel degelijk kunnen genieten van de gids door Turkije die hierin wordt beschreven.
Het is aan Kostas om de Turkse politie bij te staan in de zoektocht naar de vrouw die als een spook rondwaart in de Griekse gemeenschap in het moderne Turkije. En dan dreigt er ook nog eens een diplomatieke rel te ontstaan als een van de slachtoffers van Turkse afkomst is. Wat begon als een vakantie om te ontspannen wordt algauw een frustrerende zoektocht naar een onvindbare moordenares. Een zoektocht waarbij de Turkse commissaris Murat, degene die het onderzoek eigenlijk leidt, hem in eerste instantie vooral dwarszit uit wantrouwen naar deze Griekse collega.
Petros Markaris groeide op in Turkije als zoon van een Griekse moeder en een Armeense vader. In dat licht is Het kindermeisje waarschijnlijk een persoonlijke terugkeer naar die eerdere ervaringen in dat land, die tot uiting komen in de uitgebreide beschrijvingen van de bijzondere plekken die Istanbul rijk is. Hij zoomt met name in op de bijzondere gemeenschap van Griekse inwoners van Turkije en hun historische geschiedenis. Hij schetst een beeld van een orthodoxe groep mensen die zich gediscrimineerd voelt door de Turkse meerderheid. De moordenares in het verhaal is eigenlijk niet zoveel meer dan een kader om deze groep mensen mee in beeld te brengen. Met commissaris Murat in de bijrol heeft de schrijver meteen een werktuig om de gebeurtenissen vanuit Turks perspectief te zien. Vanuit zijn ogen zien we een moderne jongeman die, door zijn verblijf in Duitsland, aankijkt tegen een maatschappij die Islamitische waarden steeds af moet wegen tegen Westerse normen.
Het Turkse verleden van de schrijver komt ook tot uiting in de veelvuldige beschrijvingen die los worden gelaten op de reis die Kostas door Istanbul maakt. Als lezer krijgt men het gevoel beland te zijn in een reisgids. Toeristische ins en outs worden tot in detail tot leven gebracht. In elk hoofdstuk wordt de loftrompet afgespeeld over de heerlijke keuken of de sfeer van de lokale souks. Daar zit hem de kracht van het boek maar tegelijkertijd ook de keerzijde: spannend wil het boek maar niet worden, omdat Petros Markaris veel liever schrijft over de stad Istanbul dan dat hij er echte spanning in bouwt. De verhaallijn kakt voorzichtig verder als een vooroorlogs boemeltreintje dat slechts zeer sporadisch een heuveltje op of af moet.
Het helpt ook niet mee dat er te veel aandacht uitgaat naar het persoonlijke leven van Kostas en zijn echtelijke ruzies met vrouw Adriani. Dan probeert Petros Markaris er nog wat geforceerde spanning in te bouwen door een deadline te stellen voor Kostas, als zijn onlangs gehuwde dochter besluit te hertrouwen voor de kerk omwille van haar schoonouders. Een gebeurtenis die hij niet mag missen, maar hij kan natuurlijk ook niet zijn onderzoek in Turkije overlaten aan een diender die nog geen band heeft opgebouwd met de Turkse autoriteiten. Alles bij elkaar genomen doet het boek beter dienst als reisgids met thriller-randje dan dat het een nagelbijtend spannende policier wil worden. Maar is dat erg? Het antwoord ligt bij de lezer van deze recensie, want er zullen vast mensen zijn die wel degelijk kunnen genieten van de gids door Turkije die hierin wordt beschreven.
1
Reageer op deze recensie