Lezersrecensie
Mijn moeder, dus ik ben
Waarom heeft mijn geestesziekte moeder op haar eenenzestigste zelfmoord gepleegd? Die vraag vormt het centrale onderdeel van deze autobiografische roman. Delphine de Vigan ontwijkt te makkelijke antwoorden, integendeel: de schrijfster zet haar moeder neer als ware zij een nog onbeschreven blad, waarop de schrijfster zelf steeds nieuwe pennenstreken aanbrengt. Ongerijmdheden, tegenstrijdigheden en mysteriën in het leven van haar moeder-figuur worden, waar mogelijk, aangevuld met fictieve passages om het onkenbare in te kleuren. Het boek bestaat dan ook uit drie delen: gefictionaliseerde jeugd van de moeder, herinneringen aan de eigen jeugd van de auteur, opmaat naar de zelfmoord.
Knap aan de vertelling is hoe De Vigan weigert om gemakkelijke oorzaken en gevolgen aan te wijzen. Met elke pennenstreek creëert zij een nieuwe laag, van totaal verschillende vertakkingen, waarbinnen verschillende levensgebeurtenissen van invloed kunnen zijn geweest op haar moeders uiteindelijke keuze om zelfmoord te plegen. Steeds werpt de schrijfster expliciete en impliciete balletjes op over de link tussen gebeurtenissen in het verleden en zelfmoord in de toekomst. Zo wordt er weinig aan de verbeelding overgelaten in beschrijvingen van familietrauma’s, financiële malaise, agressie in en rond de gezinssfeer, of geruchten over vermeend seksueel misbruik. Soms óók is de link veel meer impliciet in hoe het de veranderende tijdsgeest beschrijft van (voornamelijk) de beknellende jaren zestig en de meer liberale jaren zeventig.
Ergens in de samenkomst van tijdsgeest, opvoeding, genen, ontwikkeling en psyche is het zaadje geplant van Lucile’s uiteindelijke gekte.
Laat ik voorop stellen dat 'Niets Weerstaat de Nacht' betreft lezersverwachtingen een knappe exercitie is in het plagerig onthouden van bevredigende antwoorden. Elke wending maakt nieuwsgierig naar aspecten van de persoonlijkheid van ‘de echte Lucile de Vigan’, maar tegelijkertijd wordt het complexe probleem nooit opgelost. De moeder onttrekt zich continu aan één essentiële typering: zij is en blijft een mysterie vanaf het moment dat zij dood wordt aangetroffen in haar eigen appartement. Daarom óók weigert de auteur mannelijke liefdespartners erbij te betrekken, waaronder haar eigen vader, omdat die weer weggaan bij de kern – waarom werd Lucile wie zij werd- door hun eigen vertroebelde herinneringen.
Tegelijkertijd houdt de Vigan zelf documentair bij wat de gevolgen zijn van het schrijfproces voor haarzelf en voor haar nabije omgeving. Het dwingende verleden heeft onherroepelijk geleid tot de eigen beschadigde jeugd van de auteur. Haar eigen verwording is gekoppeld aan het disfunctionele in een gezin waar demonen uit het verleden nog immer hun schaduw wierpen op de dagelijkse gang van zaken. Eerst en vooral probeert de auteur passages uit het leven van haarzelf en haar moeder te herschrijven of te kaderen; episodes waarbinnen zijzelf (mede) gevormd is door trauma's, herinneringen, verhalen, leugens en feiten van voorgaande familieleden. Tegelijkertijd bestaat er een onoverbrugbare afstand tussen haarzelf en dat onbereikbare verleden wat haar gemaakt heeft tot wie zij is. Het enige wat nog rest is haar eigen verbeelding.
Toch wist deze hoogst interessante ‘soul searching’ amper emoties op te wekken. Met uitzondering van de gruwelijke slotpassage - waarin de dochter haar dode moeder vindt, dan stijgt de roman even boven zichzelf uit met een beeldende passage- is het vervelend opsommerig geschreven. De dromerige, sensuele toon in de fictie-segmenten grijpt te gladjes in hoe het steeds hetzelfde patroon schetst van een ogenschijnlijke idylle die keer en keer doorbroken wordt door tragiek en onheil. Een gevalletje van: En toen, en toen, en toen. Daarentegen zijn de documentaire beschrijvingen juist lelijk in hun schreeuwerige huis-tuin-en-keuken gepsychologiseer en je reinste navelstaarderij. Show don't tell, ik hoef niet elke emotie uitgebreid uitgetypt te zien. Al met al levert het een spannende roman op die ik in een uurtje of drie heb verslonden, maar die verder niet bij zal blijven om zijn beklijvende stijl.
Knap aan de vertelling is hoe De Vigan weigert om gemakkelijke oorzaken en gevolgen aan te wijzen. Met elke pennenstreek creëert zij een nieuwe laag, van totaal verschillende vertakkingen, waarbinnen verschillende levensgebeurtenissen van invloed kunnen zijn geweest op haar moeders uiteindelijke keuze om zelfmoord te plegen. Steeds werpt de schrijfster expliciete en impliciete balletjes op over de link tussen gebeurtenissen in het verleden en zelfmoord in de toekomst. Zo wordt er weinig aan de verbeelding overgelaten in beschrijvingen van familietrauma’s, financiële malaise, agressie in en rond de gezinssfeer, of geruchten over vermeend seksueel misbruik. Soms óók is de link veel meer impliciet in hoe het de veranderende tijdsgeest beschrijft van (voornamelijk) de beknellende jaren zestig en de meer liberale jaren zeventig.
Ergens in de samenkomst van tijdsgeest, opvoeding, genen, ontwikkeling en psyche is het zaadje geplant van Lucile’s uiteindelijke gekte.
Laat ik voorop stellen dat 'Niets Weerstaat de Nacht' betreft lezersverwachtingen een knappe exercitie is in het plagerig onthouden van bevredigende antwoorden. Elke wending maakt nieuwsgierig naar aspecten van de persoonlijkheid van ‘de echte Lucile de Vigan’, maar tegelijkertijd wordt het complexe probleem nooit opgelost. De moeder onttrekt zich continu aan één essentiële typering: zij is en blijft een mysterie vanaf het moment dat zij dood wordt aangetroffen in haar eigen appartement. Daarom óók weigert de auteur mannelijke liefdespartners erbij te betrekken, waaronder haar eigen vader, omdat die weer weggaan bij de kern – waarom werd Lucile wie zij werd- door hun eigen vertroebelde herinneringen.
Tegelijkertijd houdt de Vigan zelf documentair bij wat de gevolgen zijn van het schrijfproces voor haarzelf en voor haar nabije omgeving. Het dwingende verleden heeft onherroepelijk geleid tot de eigen beschadigde jeugd van de auteur. Haar eigen verwording is gekoppeld aan het disfunctionele in een gezin waar demonen uit het verleden nog immer hun schaduw wierpen op de dagelijkse gang van zaken. Eerst en vooral probeert de auteur passages uit het leven van haarzelf en haar moeder te herschrijven of te kaderen; episodes waarbinnen zijzelf (mede) gevormd is door trauma's, herinneringen, verhalen, leugens en feiten van voorgaande familieleden. Tegelijkertijd bestaat er een onoverbrugbare afstand tussen haarzelf en dat onbereikbare verleden wat haar gemaakt heeft tot wie zij is. Het enige wat nog rest is haar eigen verbeelding.
Toch wist deze hoogst interessante ‘soul searching’ amper emoties op te wekken. Met uitzondering van de gruwelijke slotpassage - waarin de dochter haar dode moeder vindt, dan stijgt de roman even boven zichzelf uit met een beeldende passage- is het vervelend opsommerig geschreven. De dromerige, sensuele toon in de fictie-segmenten grijpt te gladjes in hoe het steeds hetzelfde patroon schetst van een ogenschijnlijke idylle die keer en keer doorbroken wordt door tragiek en onheil. Een gevalletje van: En toen, en toen, en toen. Daarentegen zijn de documentaire beschrijvingen juist lelijk in hun schreeuwerige huis-tuin-en-keuken gepsychologiseer en je reinste navelstaarderij. Show don't tell, ik hoef niet elke emotie uitgebreid uitgetypt te zien. Al met al levert het een spannende roman op die ik in een uurtje of drie heb verslonden, maar die verder niet bij zal blijven om zijn beklijvende stijl.
3
Reageer op deze recensie