Lezersrecensie
De zon gaat weer schijnen!
Geert Wilders heeft ons beloofd dat de zon weer gaat schijnen in Nederland. Dat lijkt wel het geval als ik op het Loosduinse Hoofdplein zit met een exemplaar van Bilal Ben Abdelkarim's 'Van Dankbaar naar Strijdbaar' (2024). Deze Haagse volkswijk heeft bij de Tweede Kamerverkiezingen een verkiezingswinst behaald, met 28% van de stemmen. Maar na weken van regen heeft de geblondeerde Messias zonder leden eindelijk gelijk gekregen: een échte zonnige dag. Op de omringende bankjes is het een komen en gaan van mensen. Achter mij keuvelt een oudere Loosduiner met een Nederlands-Surinaamse man over 'Taki-Taki taal' en de beste rotishops. De witte Peenbuiker drukt zich weinig 'woke' uit, maar zijn gesprekspartner lijkt er geen moeite mee te hebben. Naast mij fluisteren twee jonge mensen in het Pools tegen elkaar. Een mevrouw achter mij zegt schaterlachend tegen een meneer dat zij op de school waar ze lesgeeft soms 'pinda' genoemd wordt door haar leerlingen. Tegenover mij komen er een Nederlandse meneer en een Marokkaans-Nederlandse meneer te zitten met een geel hesje met 'handhaving' erop. Elke keer als er iemand over het Loosduinse Hoofdplein fietst, springen de BOA's overeind om die persoon terecht te wijzen. De meeste fietsers luisteren braaf, maar soms trapt er iemand harder op de pedalen om weg te komen.
Voor mij voelt 'Van Dankbaar Naar Strijdbaar' (2024) als een optimistischere, positievere aanvulling op 'Mijn ontelbare identiteiten' (2021) van Sinan Çankaya. In zijn persoonlijke zoektocht brengt Çankaya de oorsprongsgeschiedenis in kaart van de Centrum Democraten in relatie tot het opkomende rechts-extremisme. Toen overigens nog niet opererend in het centrum van de macht. Abdelkarim analyseert juist de vele vormen van verzet in muziek, opiniestukken, literatuur, politiek en door een collectief saamhorigheidsgevoel vanuit de eigen gemeenschap. Simpel gezegd: Çankaya signaleert problemen als racisme en structurele onderdrukking, terwijl Abdelkarim erop voortbouwt door te laten zien waar de kracht ligt vanuit migrantengemeenschappen zelf. Zoals de nuancering die Abdelkarim aanbrengt in het eenzijdige en stereotiepe beeld van eerste generatie migranten uit Marokko. Zo waren ze in de meeste gevallen helemaal niet geronseld om in Nederland te komen werken, maar kozen ze veelal op eigen gelegenheid om hier hun leven op te bouwen. Ook klopt het clichébeeld niet dat die eerste generatie Marokkaanse migranten alleen bestond uit 'onopgeleide werkbijen' die volledig los stonden van culturele bewegingen. In werkelijkheid ging het om een diverse groep mensen (vrije vogels, avonturiers, conservatievelingen) die eveneens beïnvloed waren door de toenmalige hippiecultuur en hun eigen popmuziek en literatuur meebrachten.
Maar naast de vele gesprekken met andere Marokkaanse Nederlanders, ziet Bilal Ben Abdelkarim dat er in zijn eigen emancipatieproces een belangrijke rol weggelegd voor de opkomst van de 'Arabisch-Europese Liga' (AEL). In de Libanees-Vlaamse activist/politicus/opiniemaker Dyab Abou Jahjah ziet hij een soort rolmodel. Iemand die een noodzakelijk tegengeluid bood aan racistische sentimenten na 11 september en de politieke moorden op Pim Fortuijn en Theo van Gogh. Vooral in de manier waarop Abou Jahjah zich trots op de voorgrond plaatste in het maatschappelijke debat, zonder daarbij zijn eigen identiteit of achtergrond te verloochenen. Gebruikmakend van precies dezelfde vrijheid van meningsuiting die in rechtse kringen zo wordt bejubeld, maar door dingen te zeggen die ingaan tegen het koloniale perspectief. Ik moet eerlijk zeggen dat ik Abdelkarims' enthousiasme over Abou Jahjah niet deel, omdat ik de laatste tijd vooral sleetse uitspraken van hem lees over politieke correctheid of negatieve uitspraken over LHBTIQ+ kwesties. Jammer, dat vind ik oprecht.
Nu gaat 't echter om Abdelkarims' beleving van Abou Jahjah en niet om de mijne. En dan vind ik absoluut het sterkst aan 'Van Dankbaar Naar Strijdbaar' (2024) hoe hij de persoon Abou Jahjah en de maatschappelijke beweging 'Arabisch-Europese Liga' doortrekt naar huidige issues. Via passages uit het AEL-programma filosofeert Abdelkarim over een gemeenschappelijke 'Arabische' identiteit, ook voor bijvoorbeeld niet-moslims, seculiere denkers of Marokkaanse Nederlands met Amazigh-roots. Het raakte mij in het bijzonder hoe de auteur (zelf praktiserend moslim) inzicht geeft in intellectuele en filosofische tradities binnen de islam. Het geloof is voor de auteur een bron van emancipatie, verdieping en open debat. Waar vrij denken wordt gestimuleerd en niet gebruikt wordt als een platte checklist om 'haram' af te vinken. Verder gebruikt Abdelkarim zowel de programmapunten van de AEL als de beeldvorming rond Abou Jahjah om te betogen dat er een dubbele maat is waar het mensenrechten betreft. Bijvoorbeeld als het gaat om de vele gevallen waarin inlichtingendiensten kritische migranten oppakten onder het mom van terrorismedreiging of de moeilijkheid om kritiek op de staat Israël te uiten in het publieke debat.
Het is inmiddels een zonnige woensdag. Marktdag in Loosduinen. Overal om me heen kraampjes en gezellig keuvelende mensen uit alle lagen van de bevolking. Met een vrolijk gemoed sla ik mijn exemplaar van 'Van Dankbaar naar Strijdbaar' (2024) dicht. Ik heb net Abdelkarims' vlammende betoog gelezen over de Italiaanse filosoof Gramsci en hoe zijn ideeën over een onder- en een bovenklasse verkeerd worden gerepresenteerd door rechtse opiniemakers. Dat een spookterm als 'cultuurmarxisme' eigenlijk meer van toepassing is op hoe populistische partijen proberen om een uitzonderingspositie voor zichzelf te bewerkstelligen. En ik heb net gelezen hoe de auteur zelf geleerd heeft om racistisch gedachtegoed weliswaar niet goed te keuren, maar dat hij kan begrijpen waarom sommige kiezers een kloof ervaren tussen hun concrete problemen en sommige progressieve idealen. Eigenlijk hebben een heleboel PVV-stemmers veel belangen gemeen met mensen met een migrantenachtergrond. Er zou toch een sterk links verhaal gemaakt kunnen worden om mensen bij elkaar te brengen in plaats van ze uit elkaar te spelen!?
Ik heb 'Van Dankbaar naar Strijdbaar' (2024) naast me neergelegd om nog even te genieten van het zonnetje en het vrolijke marktrumoer. Achter mij hoor ik twee witte Nederlanders in plat Haags met elkaar praten. Opeens spreekt de vijftiger een poëtische tekst uit tegen zijn bejaarde gesprekspartner: 'Èndelijk istâh weâh lich in de dùisternis.' Treffend, wel. Hij vervolgt zijn relaas: 'Ik had neige maande las van un heâhfsdepressie, maah èndelijk is de zon weâh gan schène.' Geert Wilders kan zeggen wat hij wil, maar die zon is van ons allemaal. Hij komt en gaat volgens zijn eigen regels, en niemand heeft er meer of minder recht op. En zo voelt 'Van Dankbaar naar Strijdbaar' (2024) voor mij ook als een krachtig manifest om te onderstrepen dat er altijd mensen met een migrantenachtergrond zijn geweest die hun eigen plek hebben opgeëist en die zullen blijven opeisen. Daar is met de recente verkiezingsuitslag niks aan veranderd. Het is zaak om vooruit te kijken én kritisch te zijn op jezelf en op je eigen gemeenschap, maar altijd vanuit zelfrespect en trots. Anderen hebben niet te bepalen wie jij bent.
Voor mij voelt 'Van Dankbaar Naar Strijdbaar' (2024) als een optimistischere, positievere aanvulling op 'Mijn ontelbare identiteiten' (2021) van Sinan Çankaya. In zijn persoonlijke zoektocht brengt Çankaya de oorsprongsgeschiedenis in kaart van de Centrum Democraten in relatie tot het opkomende rechts-extremisme. Toen overigens nog niet opererend in het centrum van de macht. Abdelkarim analyseert juist de vele vormen van verzet in muziek, opiniestukken, literatuur, politiek en door een collectief saamhorigheidsgevoel vanuit de eigen gemeenschap. Simpel gezegd: Çankaya signaleert problemen als racisme en structurele onderdrukking, terwijl Abdelkarim erop voortbouwt door te laten zien waar de kracht ligt vanuit migrantengemeenschappen zelf. Zoals de nuancering die Abdelkarim aanbrengt in het eenzijdige en stereotiepe beeld van eerste generatie migranten uit Marokko. Zo waren ze in de meeste gevallen helemaal niet geronseld om in Nederland te komen werken, maar kozen ze veelal op eigen gelegenheid om hier hun leven op te bouwen. Ook klopt het clichébeeld niet dat die eerste generatie Marokkaanse migranten alleen bestond uit 'onopgeleide werkbijen' die volledig los stonden van culturele bewegingen. In werkelijkheid ging het om een diverse groep mensen (vrije vogels, avonturiers, conservatievelingen) die eveneens beïnvloed waren door de toenmalige hippiecultuur en hun eigen popmuziek en literatuur meebrachten.
Maar naast de vele gesprekken met andere Marokkaanse Nederlanders, ziet Bilal Ben Abdelkarim dat er in zijn eigen emancipatieproces een belangrijke rol weggelegd voor de opkomst van de 'Arabisch-Europese Liga' (AEL). In de Libanees-Vlaamse activist/politicus/opiniemaker Dyab Abou Jahjah ziet hij een soort rolmodel. Iemand die een noodzakelijk tegengeluid bood aan racistische sentimenten na 11 september en de politieke moorden op Pim Fortuijn en Theo van Gogh. Vooral in de manier waarop Abou Jahjah zich trots op de voorgrond plaatste in het maatschappelijke debat, zonder daarbij zijn eigen identiteit of achtergrond te verloochenen. Gebruikmakend van precies dezelfde vrijheid van meningsuiting die in rechtse kringen zo wordt bejubeld, maar door dingen te zeggen die ingaan tegen het koloniale perspectief. Ik moet eerlijk zeggen dat ik Abdelkarims' enthousiasme over Abou Jahjah niet deel, omdat ik de laatste tijd vooral sleetse uitspraken van hem lees over politieke correctheid of negatieve uitspraken over LHBTIQ+ kwesties. Jammer, dat vind ik oprecht.
Nu gaat 't echter om Abdelkarims' beleving van Abou Jahjah en niet om de mijne. En dan vind ik absoluut het sterkst aan 'Van Dankbaar Naar Strijdbaar' (2024) hoe hij de persoon Abou Jahjah en de maatschappelijke beweging 'Arabisch-Europese Liga' doortrekt naar huidige issues. Via passages uit het AEL-programma filosofeert Abdelkarim over een gemeenschappelijke 'Arabische' identiteit, ook voor bijvoorbeeld niet-moslims, seculiere denkers of Marokkaanse Nederlands met Amazigh-roots. Het raakte mij in het bijzonder hoe de auteur (zelf praktiserend moslim) inzicht geeft in intellectuele en filosofische tradities binnen de islam. Het geloof is voor de auteur een bron van emancipatie, verdieping en open debat. Waar vrij denken wordt gestimuleerd en niet gebruikt wordt als een platte checklist om 'haram' af te vinken. Verder gebruikt Abdelkarim zowel de programmapunten van de AEL als de beeldvorming rond Abou Jahjah om te betogen dat er een dubbele maat is waar het mensenrechten betreft. Bijvoorbeeld als het gaat om de vele gevallen waarin inlichtingendiensten kritische migranten oppakten onder het mom van terrorismedreiging of de moeilijkheid om kritiek op de staat Israël te uiten in het publieke debat.
Het is inmiddels een zonnige woensdag. Marktdag in Loosduinen. Overal om me heen kraampjes en gezellig keuvelende mensen uit alle lagen van de bevolking. Met een vrolijk gemoed sla ik mijn exemplaar van 'Van Dankbaar naar Strijdbaar' (2024) dicht. Ik heb net Abdelkarims' vlammende betoog gelezen over de Italiaanse filosoof Gramsci en hoe zijn ideeën over een onder- en een bovenklasse verkeerd worden gerepresenteerd door rechtse opiniemakers. Dat een spookterm als 'cultuurmarxisme' eigenlijk meer van toepassing is op hoe populistische partijen proberen om een uitzonderingspositie voor zichzelf te bewerkstelligen. En ik heb net gelezen hoe de auteur zelf geleerd heeft om racistisch gedachtegoed weliswaar niet goed te keuren, maar dat hij kan begrijpen waarom sommige kiezers een kloof ervaren tussen hun concrete problemen en sommige progressieve idealen. Eigenlijk hebben een heleboel PVV-stemmers veel belangen gemeen met mensen met een migrantenachtergrond. Er zou toch een sterk links verhaal gemaakt kunnen worden om mensen bij elkaar te brengen in plaats van ze uit elkaar te spelen!?
Ik heb 'Van Dankbaar naar Strijdbaar' (2024) naast me neergelegd om nog even te genieten van het zonnetje en het vrolijke marktrumoer. Achter mij hoor ik twee witte Nederlanders in plat Haags met elkaar praten. Opeens spreekt de vijftiger een poëtische tekst uit tegen zijn bejaarde gesprekspartner: 'Èndelijk istâh weâh lich in de dùisternis.' Treffend, wel. Hij vervolgt zijn relaas: 'Ik had neige maande las van un heâhfsdepressie, maah èndelijk is de zon weâh gan schène.' Geert Wilders kan zeggen wat hij wil, maar die zon is van ons allemaal. Hij komt en gaat volgens zijn eigen regels, en niemand heeft er meer of minder recht op. En zo voelt 'Van Dankbaar naar Strijdbaar' (2024) voor mij ook als een krachtig manifest om te onderstrepen dat er altijd mensen met een migrantenachtergrond zijn geweest die hun eigen plek hebben opgeëist en die zullen blijven opeisen. Daar is met de recente verkiezingsuitslag niks aan veranderd. Het is zaak om vooruit te kijken én kritisch te zijn op jezelf en op je eigen gemeenschap, maar altijd vanuit zelfrespect en trots. Anderen hebben niet te bepalen wie jij bent.
6
Reageer op deze recensie