De ziel is een duistere diepte
Stuart Turton, een Engelse schrijver en journalist, heeft de bestsellerlijsten gehaald met zijn bijzondere debuut, De zevenvoudige dood van Evelyn Hardcastle. Hij heeft Engels en filosofie gestudeerd en mogelijkerwijs hebben zijn erudiete taalgebruik en minutieus uitgewerkte personages hun wortels in de uitgekozen studierichting. Turton heeft oorspronkelijk gewerkt als freelance reisjournalist in Dubai en Shanghai en woont tegenwoordig met zijn gezin in West-Londen. Net als zijn debuut is ook zijn tweede boek, De duivel en de duistere diepte, niet eenvoudig in een genre te plaatsen. Het kan beschreven worden als historische fictie, horror, detective, avonturenroman of een scheepsroman en elke beschrijving dekt deels de lading. Het resultaat van dit ‘gemengde genre’ is een uiterst spannend en vermakelijk verhaal waarbij de lezer wordt uitgedaagd om mee te denken en tot de ontknoping in het ongewisse blijft.
Het verhaal speelt zich af in 1634, wanneer het trotse VOC-schip de Saerdam klaar is om de haven van Batavia te verlaten en te beginnen aan een lange, acht tot tien maanden durende reis naar Amsterdam. Aan boord bevindt zich het meest gevarieerde gezelschap, van rijke kooplieden en notabelen, waaronder de gouverneur-generaal met zijn vrouw Sara en dochter Lia, tot musketiers, huurlingen, passagiers die met de grootste moeite het geld voor de reis bij elkaar hebben gesprokkeld en natuurlijk de bemanning, in regel ver van onberispelijk en tot alles bereid.
Twee personen trekken onmiddellijk de aandacht van de lezer: de musketier Arent Hayes, vanwege zijn fysieke kracht en grote postuur ook bekend als ‘de Beer’ en een gevangene, Sammy Pipps. Sammy is een bekende genezer en een ‘problematicus’, een soort detective die in staat is om onoplosbaar lijkende mysteries op te lossen.
De reis van de Saerdam begint slecht. In de haven van Batavia wordt het schip en iedereen aan boord vervloekt door een leproos. De leproos spreekt zijn vloek helder en duidelijk uit, toch blijkt later dat hij geen tong had. De bijgelovige bemanning zou het liefst in Batavia blijven, maar de gouverneur-generaal en de kapitein van het schip peinzen daar niet over. De Saerdam vaart uit, volgeladen met handelswaar en kostbaarheden, in een konvooi met zeven andere schepen richting Amsterdam.
Het duurt niet lang voordat de eerste vreemde gebeurtenissen op het schip plaatsvinden. De leproos verschijnt aan boord, samen met onheilspellend gefluister in de nacht en een getekend symbool van een oog met een staart dat verschijnt op diverse plaatsen. De oude zeelieden kennen het oude verhaal van de duivel die iedereen belooft wat hij het liefst wil hebben, in ruil voor andere diensten, moord, misdaad. De eerste doden vallen.
De slimme, vrijgevochten en dappere Sara, de echtgenote van de gouverneur-generaal, haar buitengewoon begaafde dochter Lia, de musketier Arent en Sammy Pipps binden de strijd aan met de donkere krachten. De duivel is bekend onder de naam ‘Ouwe Tom’ en geleidelijk blijkt dat diverse personen aan boord in het verleden al eens kennis met hem hebben gemaakt. Het slechte weer, de krappe en volgestouwde ruimte, storm, te weinig proviand, haat en jaloezie tussen de passagiers en de bemanning, alles bij elkaar maakt het verblijf op de Saerdam tot een verschrikkelijke ervaring. Hoe zal de reis aflopen? Is er überhaupt een kans om heelhuids aan te komen? Het lijkt of iedereen een geheim,een misdaad, een schuld, een verboden verlangen verbergt. En ‘Ouwe Tom’ kent ze allemaal en schroomt niet om iedereen tegen elkaar uit te spelen.
Stuart Turton weet een zeer geloofwaardige sfeer te scheppen. Het lijkt voor de lezer of hij ook aan boord van de Saerdam is en alles van dichtbij meemaakt. Het dagelijkse leven aan boord is zeer realistisch beschreven, de onderlinge vetes en strijd tussen de bemanning levensecht. Wat zeker aan het gevoel van inleving bijdraagt is de tekening van het schip met de indeling en alle verschillende dekken en masten aan het begin van het boek. Daardoor is het voor de lezer eenvoudig om het verhaal en alle plaatsen waar het zich afspeelt, goed te volgen.
De duivel en de duistere diepte, vertaald door Erica Feberwee, is met zijn bijna 500 pagina’s niet een boek om in een avond uit te lezen. De lezer moet ook eerst wennen aan de beschrijvende taal met vele details, maar eenmaal hieraan gewend, verloopt het verhaal spannend en snel en met vele verrassende wendingen. De personages zijn gelaagd, goed uitgewerkt en springlevend. Hoewel Sara en Arent wel erg veel buitengewoon positieve en sterke eigenschappen hebben, is het geheel niet storend en goed te accepteren.
De duivel en de duistere diepte is een spannend, vermakelijk en wervelend boek, een mustread voor de liefhebbers van historische fictie met een pakkend verhaal en mysterie.
Reageer op deze recensie