Lezer blijft met honger naar meer achter
Als ‘dundenken’ mogelijk was, dachten we ons allemaal snel naar size zero. Maar helaas, niets wat afvallen betreft is eenvoudig, snel of simpel, laat staan dat de kracht van onze gedachten enige mate van succes kan bewerkstelligen. Daar komt ook de held van het verhaal van Frank Norbert Rieter (1973), staatssecretaris Hartman, op een pijnlijke manier achter. De omvang van zijn buik stijgt evenredig snel als zijn politieke carrière en zijn snel toenemende frustratie hierover brengt de arme Hartman tot een uitbarsting waarin hij de gehate weegschaal uit het raam van zijn appartement gooit. Men doet er beter aan dit soort acties in dit digitale tijdperk te vermijden en het sneue vervolg laat inderdaad niet lang op zich wachten: een aantal passanten en toeschouwers zetten het gebeuren vast en in no-time is de staatssecretaris het nieuwste trendy topic op alle sociale media.
Bevangen door blinde paniek ontvlucht Hartman de stad en duikt onder in het leegstaand huis van zijn overleden ouders in een Brabants dorp. Daar in het verlaten huis, ondergedompeld in de huidige ellende en een dreigend abrupt einde van zijn zorgvuldig opgebouwde politieke carrière, komen zijn oude demonen tevoorschijn uit alle bekende en beladen hoeken van het huis. En daarmee de eeuwige grote vraag van alle dikkerds: eet men te veel vanuit puur plezier en bourgondische levenswijze of blijft men eten om andere onvervulde zaken te compenseren? Metselt Hartman de leegte in zijn leven, de gaten in zijn hart vol met het cement van overdadig voedsel? Dooreten zonder echt te kiezen, amper proevend, puur om de tsunami van emoties, verdriet, verlies en pijn te bedwingen.
Het is een moeilijk en in literatuur vaak behandeld onderwerp. Eerlijkheid gebiedt te vermelden dat de roman van Leon de Winter, Hoffman’s honger, de lezer een vergelijkbaar vraagstuk heeft voorgeschoteld. De diplomaat Felix Hoffman valt ook ten prooi aan een onbedwingbare onstilbare honger, veroorzaakt en magistraal gevoed door pijn en verlies. Waar De Winter echter erudiet en met vakkundige bravoure schrijft, blijft Rieter achterwege, en al is het moeilijk een debuutnovelle en een volleerd roman te vergelijken, het onderwerp van beide boeken doet ertoe verleiden. Desalniettemin blijft De dundenker tot de laatste pagina boeien. Hartman is menselijk, geteisterd en geloofwaardig in zijn blinde drang willekeurig voedsel naar binnen te proppen, als het maar veel is. Hilarisch en voor velen herkenbaar is zijn gang naar de snackbar in het dorp, waar hij doet voorkomen alsof er thuis vele familieleden smachtend wachten op de bestelde snacks.
“Ik was zo bezig met normaal overkomen, dat ik maar bleef bestellen. Ik dacht eigenlijk: het is wel goed als hij (de snackbar eigenaar) denkt dat ik niet alleen voor mezelf bestel, maar ook nog wat mensen thuis heb, een vrouw en kinderen, of een paar vrienden. En een paar kroketten om thuis af te bakken, als we later nog trek kregen, die bestelde ik ook.”
Hartman, in zijn dromen op jacht om een leger boosaardige tuinkabouters te bestrijden – in het echte leven mogelijk zijn angsten en frustraties – ontmoet zijn oude platonische liefde Marieke. Wanneer oude pijnen en keuzes op hun plaats beginnen te vallen, vindt Hartman misschien de kracht om een nieuwe kijk op zijn leven te vinden.
In een nogal gehaast en aan elkaar gefrutseld einde is de onervarenheid van de schrijver weer zichtbaar. Het thema en ook de persoon van Hartman en zijn verleden bieden meer mogelijkheden om uit te diepen. Dat gebeurt helaas niet, waardoor de lezer met een honger naar meer enigszins onbevredigd achterblijft.
Reageer op deze recensie