Amusant en herkenbaar, met een serieuze twist
Fleur Brockhus, auteur van de vlotte, eigentijdse chicklits De urenfabriek en het originele, meer op het innerlijk gerichte Juffrouw Holle, een sprookje voor de moderne vrouw, keert in haar derde boek terug naar de lotgevallen van advocate Fien, nadat zij de advocatuur heeft verlaten.
Fien woont met twee dochters en man in een prachtig pand in het Amsterdamse Oud-Zuid en heeft een goedlopende 'inspiratiepraktijk'. Als coach probeert Fien haar diverse klanten een doordacht, meevoelend en vooral inspirerend advies te geven. Haar praktijk loopt goed en Fien zelf lijkt een voorbeeld van een succesvolle, bewust levende dertiger: een veganist die er secuur op let wat haar gezin eet, een vrouw die elke dag een goede daad wil verrichten, die vrienden bijstaat met hulp en advies, die elke avond iets in haar ‘dankbaarheiddagboek’ schrijft, bijna niet drinkt en elke avond om half tien in haar bed ligt. Daar ergens begint ook het probleem van dit boek: waar de lezer altijd van Bridget Jones blijft houden om haar blunders, liters witte wijn en kilo’s ongezond voedsel, daar gaat men Fien langzaam en zeker reuze irritant vinden. Wanneer er een lichte wrijving ontstaat tussen Fien en haar man Alex en Fien met een wellustig oog naar de man van haar vriendin begint te kijken, denkt de lezer ‘yes, eindelijk gaat er iets fout in het paradijs’. Hoe zal inspiratiecoach Fien met deze situatie omgaan? Zijn haar adviezen en regels ook van kracht wanneer het om eigen familie gaat? Maar dan slaat het noodlot toe en moet Fien zich staande houden in wat de moeilijkste tijd van haar leven is.
Fleur Brockhus heeft een vlotte pen en actueel, amusant woordgebruik, dat soms ronduit hilarisch is, zoals in het geval van ‘mamarexia’. Helaas is in vergelijking met Brochus’ roman De urenfabriek Fien een minder realistisch en herkenbaar personage. Ook al worstelt zij af en toe met een aantal serieuze vragen, in principe heeft ze voor alles een oplossing en het juiste antwoord klaar. Haar leven is een grote vertoning van multitasking, maar zelden met een klein en direct weggewerkt scheurtje. Er is wel een belangrijke uitzondering: wanneer Fien getroffen wordt door het noodlot, weet Brockhus haar oorspronkelijke talent terug te vinden. Op die pagina’s is Fien opeens een levend, echt personage, verscheurd door verdriet en niet meer in staat om rationeel en weloverwogen te handelen. Er valt opeens niets te schrijven in het ‘dankbaarheiddagboek’.
Anderen helpen heeft, wanneer jezelf alle grond onder de voeten verliest, direct een minder dringende prioriteit. En zo wordt het verhaal opeens een boeiende les in de kunst van het relativeren. Welke zaken zijn echt waardevol en waar gaat het om in het leven? Welke vragen dienen echt beantwoord te worden en welke zijn slechts een lege, trendy opvulling van je dag? Helaas duurt de diepgang maar even en wordt deze al snel vervangen door het betweterige, onechte toontje dat in het boek de boventoon voert. Misschien zijn de vragen ook te moeilijk, te breed en veelomvattend om ze en passant op een paar pagina’s te beantwoorden. Hoe dan ook, dit intermezzo maakt De inspiratiepraktijk de moeite waard om te lezen.
Reageer op deze recensie