Veel clichés en vergezochte plotwendingen
Het is best moeilijk om in het oerwoud van Scandinavische trillers nog op te vallen. Naast enkele excellente werken (zo blijft Jo Nesbø, ondanks het afscheid van charismatische Harry Hole en het inslaan van volstrekt nieuwe wegen in zijn laatste boek Koninkrijk, een heldere ster aan het firmament), komen er steeds meer min of meer op elkaar lijkende thrillers op de planken van de boekhandels te liggen.
De Noorse Geir Tangen is de auteur van een trilogie, waarvan de eerste twee delen Meesterwerk en Hartenbreker al eerder zijn verschenen (vertaald naar het Nederlands respectievelijk in 2016 en in 2017). De boeken van Tangen werden al snel een groot succes, op zijn blog mag de auteur zich verheugen over meer dan 170.000 volgers. Dodenmanstango, het sluitstuk van de trilogie, liet tot 2020 op zich wachten. Op zich kunnen de drie boeken los van elkaar gelezen worden, al zijn er in het derde deel heel wat lijntjes en verwijzingen naar de voorgaande delen.
Inspecteur Lotte Skeisvoll werkt wederom samen met de journalist Viljar Gudmundsson. Samen zijn ze op zoek naar een sadistische moordenaar, 'De dode man' genoemd, die zijn slachtoffers vermoord door ze bloot te stellen aan hun grootste angst. Dat insinueert dat hij zijn slachtoffers goed en persoonlijk kent. De bewoners van een klein Noors dorpje zijn in rep en roer. Lotte en Viljar jagen deze seriemoordenaar op, maar ze hebben beide ook nog wat problemen op te lossen. In de voorgaande delen van de trilogie hebben zij samen een misdaad in de doofpot gestopt en deze ondoordachte daad lijkt nu verregaande consequenties te hebben. Er vallen heel wat doden en er moeten heel wat raadsels opgelost worden voordat alles tot een spannend slot komt.
De schrijfstijl van Tangen is heel fijn, vlot en helder, het verhaal ontvouwt zich voor de lezer eenvoudig en begrijpelijk. Wel heeft de auteur wat last van een opeenstapeling aan clichés en conventionele, door niets opvallende personages – wat op zich niet per se een irritant gegeven hoeft te zijn. Maar toch, een licht beschadigde vrouwelijke inspecteur, een aan de lager wal geraakte journalist, ietwat onwaarschijnlijke relaties, onoverzichtelijke cold case-verbanden en soms vergezochte plotwendingen, dat komt het verhaal niet echt ten goede.
De personages laten niet veel indruk op de lezer achter. Er zijn in de Scandinavische thrillers zoveel meer minutieus uitgewerkte, uitgediepte personages die de lezer als ware vrienden een lange tijd blijven vergezellen. Denk maar aan de eerder genoemde Harry Hole van Nesbø, of Olivia Rönning en Tom Stilton van Rolf en Cilla Börjlind – en wie heeft niet tijdens het lezen de onvergetelijke Sebastian Bergman gehaat en bewonderd, stuk voor stuk personages die je niet zomaar vergeet. Dat soort diepe en uitgewerkte karakter vindt men niet bij Tangen.
Daarbij komt dat het verhaal wat moeizaam op gang komt; pas in het laatste gedeelte ontstaat er een soort spannende eindspurt naar de ontknoping. Dodemanstango is helaas niet meer dan een gemiddelde Scandi-thriller. Hopelijk weet Geir Tangen wat minder vaak belopen paden te vinden in zijn volgend werk.
Reageer op deze recensie