Een trouwkapel of een begrafenisondernemer? Wie wint?
Mooie roodharige Marla is de eigenaresse van een sfeervolle, kleine trouwkapel, De Little White Wedding, waar van elke bruiloft, conventioneel of controversieel, een onvergetelijk feest wordt gemaakt. Marla bestiert haar trouwkapel met hart en ziel en is heel succesvol: verliefde stellen uit heinde en verre willen hun verbintenis juist op deze plek officieel maken. Groot is dan ook de schrik van Marla wanneer zij verneemt dat in een leegstaand pand naast haar trouwkapel zich - in plaats van een geplande cupcake bakkerij- een begrafenisondernemer gaat vestigen. Marla ziet haar ondernemersdroom in duigen vallen, want hoe kan zoiets nou goed gaan?
Vrolijke bruidsparen aan het begin van hun gezamenlijke leven, kunnen zich maar moeilijk verbinden met rouwstoeten, lijkkisten en grafkransen. Marla hoopt op een minnelijk overleg met de eigenaar van de begrafenisonderneming, maar het blijkt zeer moeizaam te gaan: de jonge, Ierse en woest aantrekkelijke Gabriel is geenszins van plan om zijn bedrijfsplan te wijzigen en is van mening dat de twee bedrijven prima naast elkaar kunnen voortbestaan. Een reeks misverstanden samen met gemene praktijken van een kersverse receptioniste, zorgen voor steeds grotere animositeit tussen de twee hoofdpersonages. En dat terwijl er ook sprake is van een groot aantrekkingskracht…
Hoe dat allemaal verdergaat, leest u met plezier en ontspanning in een echte feelgoodroman, uitgegeven door HarperCollins en met liefde en toewijding vertaald door Titia van Schaaik. Deze vertaalster, lang niet onverdienstelijk in het vertaalvak, verrijkt de Nederlandse vertaling met juweeltjes zoals:
“Hij hield haar hart in zijn handen en daar leek het veiliger te zijn dan het ooit in haar eigen handen had gevoeld. Zijn tong gleed loom en langzaam over de hare terwijl ze haar vingers verborg in zijn zondoorstoofde donkere haar.”,
En er zal geen lezeres te vinden zijn die niet begrijpt hoe 'zondoorstoofd' donker haar ruikt en voelt.
De kleine 400 pagina’s van deze roman zijn iets te veel voor het simpele hoofdverhaal met weinig verrassende wendingen. De vele randpersonages met eigen problemen en verwikkelingen zorgen er echter voor dat het boek redelijk blijft boeien.
Een hele onderneming is een aangenaam boek: alles is prettig gedoseerd, niet te diep en niet confronterend. De echte liefde, seks, ruzies en serieuze gesprekken, homoseksualiteit, blijdschap, verdriet, jarenlange gelukkige verbintenissen en huwelijksontrouw, alles komt aan bod, maar louter om de lezer plezierig te vermaken en ontspannen, niet om te dwingen tot nadenken of tot het vormen van een mening. Het zwierige personage van de homoseksuele Jonny lijkt specifiek te zijn neergezet om vooroordelen en gay-clichés te bevestigen. Het echtpaar Ivan en Dora bevestigen weer alle romantische veronderstellingen over koppels die tientallen jaren met elkaar leven in volledige harmonie. Ook het borrelende testosteron van mannelijke personages Gabriel en Dan is in harmonie met de verwachtingen van een feelgoodroman.
En het is ergens zo jammer. Het is weliswaar prettig om je af en toe onder te dompelen in een onvervalste romance, toch kan een feelgoodroman zoveel meer zijn dan alleen dat. Denk maar aan Girl van Emma McLaughlin, waarin sociaal engagement zich prima weet te verenigen met de tijdgeest, problematiek op de werkmarkt en jawel, ook liefde. Ook al lukt het Kat French niet om uit het feelgood korset te stappen, Een hele onderneming staat garant voor vele uren onvervalst romantisch leesplezier. Het boek is een onderdeel van een reeks romans die zich allemaal afspelen in de winkelstraat van het plaatsje Beckleberry en vertellen over de avonturen van de dames die hier een winkel hebben: een restaurant, een ijssalon, een antiekwinkel en een kralenwinkel.
Reageer op deze recensie