Waar of niet? Over de onbetrouwbaarheid van de herinnering
In een amper driehonderd pagina tellend boekje vertelt Herman Koch het verhaal van zijn kortstondige – want maar drie dagen durende – liefde voor het Finse meisje Anna. De jonge Herman vertrekt, vlak na het overlijden van zijn moeder waar hij een diepe en ingewikkelde relatie mee had, naar Finland om na te denken over zijn toekomst. In het harde onherbergzame noorden werkt hij op een boerderij.
Een dunne en lichamelijk niet sterke jongeman met nul ervaring op het gebied van welke fysieke arbeid dan ook, heeft het niet makkelijk met de zware fysieke eisen dat het boerenleven met zich meebrengt. Hij probeert het een en ander te compenseren met veel bravoure en het (meestal succesvol) verbergen van zijn echte gevoelens. Tijdens een korte ontmoeting raakt hij gecharmeerd van het meisje Anna, maar wanneer zij na een paar dagen vertrekt, doet hij geen enkele poging om haar terug te vinden. Het verblijf op de Finse boerderij beslaat amper een derde van het boek, en het hele stuk doet vlak en ongeïnteresseerd aan. Bijna alsof het een parodie is op een waargebeurd verhaal, een niet kloppende, verschoven, verbeterde en aangepaste mogelijke herinnering. Of een totale fictie, dat kan natuurlijk ook.
Het verhaal wordt pas echt wanneer Herman over zijn moeder vertelt: over haar persoonlijkheid, hoe ze met elkaar omgingen, over haar ziekte, de manier waarop ze probeerde te leven met het feit dat haar man haar bedroog en uiteindelijk haar ziekte en dood. Koch beschrijft dit weliswaar ook met een bepaalde, weloverwogen afstand, toch voelt de lezer de echtheid en diepte van zijn herinnering en verlies. Ook de relatie met zijn vader en diens minnares – die na de dood van zijn moeder een rol gaat spelen in het leven van Herman – is geloofwaardig, gelaagd en mooi.
Het verhaal in de Finse dagen wordt verteld in diverse verhaallijnen en tijden. Zijn ‘Finse dagen’ in 1973, zijn terugkeer naar Finland in 2012, terugblikken voor en na de dood van zijn moeder en zijn reis naar Finland met zijn vrouw A. Dat voortdurend heen en weer springen tussen de tijden en verhaallijnen maakt het verhaal fragmentarisch, bijna als een dagboek. De lezer wordt voortdurend op het verkeerde been gezet: is het boekje een autobiografisch vertelling? Zowel, in welke mate? Sommige passages doen gekunsteld en onecht aan, het cynische geamuseerdheid van de schrijver die het echte met het onechte bewust mixt is bijna voelbaar.
Koch verwijst in de tekst vaak naar de onbetrouwbaarheid van een herinnering. Wat is echt en wat is door de eigenaar van de herinnering zelf veranderd in de tijd? Aangedikt, afgevlakt, aangepast, weggelaten, mooier en krachtiger gemaakt. Want elke waarheid, net als onze herinneringen, is een subjectieve aangelegenheid. Is het überhaupt mogelijk om objectief om te gaan met ons verleden, met onze herinneringen? Of is het subjectieve ervan voor de eigenaar juist het enige wat objectief is?
Als drie mensen hetzelfde verhaal vertellen, krijgt men drie verschillende verhalen. En het is niet uitsluitend veroorzaakt door hun ‘point of view’, het komt ook door diverse lagen van emotie, betrokkenheid en interesse. Om nog maar te zwijgen over wat voor schade de verstrekkende tijd kan beteken voor de objectiviteit van elke herinnering. En misschien is het precies wat Herman Koch beoogt in zijn Finse dagen, een met ouder worden verkregen inzicht in en begrip van eigen verleden en herinneringen, wat uiteindelijk een sleutel is tot kennis van wie je echt bent.
Reageer op deze recensie