Zelfverzekerd en ondeugend: jonge bankier op liefdespad
Neem een onvoorstelbaar knappe, ongelooflijk rijke en machtige jongeman, gooi erbij een flinke portie cynisme, een vrachtwagen vol vrouwonvriendelijkheid, puberaal machogedrag en neiging tot snikkend instorten bij de eerste tegenslag en ziedaar: het hoofdpersonage Drew Evans, slechtst denkbaar voorbeeld van een retroseksueel pur sang. Op de dag waarop zijn pad gekruist wordt door lange benen van even ongelooflijk knappe, net zo zelfverzekerde, succesvolle en ambitieuze Kate Brooks, komt er een verandering in het simplistische geestelijke leven van Drew. Was hij voorheen meer van: “…zie je die vent - zwart pak, moorddadig knap?... ja, die vent die in het wc-hokje wordt gepijpt door een roodharige schoonheid. Dat ben ik. De echte ik…”, na zijn ontmoeting met Kate transformeert hij langzaam maar zeker in een gevoeliger variant van zichzelf. In beide gevallen blijft hij een ongeloofwaardig gefantaseerd personage. Maar wie wil nou fantaseren over een dergelijk misbaksel? Nog een raampje open in de deerniswekkende gedachtewereld van Drew: “…voor de dames die meeluisteren… als een man die je zojuist hebt ontmoet je een 'baby', 'schatje', 'lieveling' noemt... moet je vooral niet denken, dat hij je zo erg ziet zitten… hij doet het omdat hij zich je echte naam niet meer kan of wil herinneren… en geen meisje wil de verkeerde naam horen als ze op haar knieën zit op het herentoilet.” Volgende: “…rooie heeft immers goed haar best gedaan op de pijpbeurt…ze heeft een drankje verdiend….” Volgende: “…het is een beroerde wip. Een tip (voor dames): geen geluid maken en stil blijven liggen als een lijk… levert geen spetterende herinnering op.” Het is onvoorstelbaar dat deze woorden door een vrouw zijn geschreven en het is maar te hopen dat dit niet haar serieuze overtuiging is over hoe de meeste mannen in elkaar zitten (een tijdlang vond ik al lezend troost bij de gedachte dat dit bijna zeker humoristisch bedoeld moet zijn, maar ik vrees dat het niet zo is).
Zulke pareltjes sieren ongeveer elke tweede pagina en ondanks dat Drew zichzelf en aantal keren vergelijkt met Richard Gere in Pretty woman, heeft de lezer een sterk verlangen om een dergelijke macho zak nooit ofte nimmer in het echte leven te ontmoeten. Het personage Drew wordt dan plotseling anders als hij de mooie Kate ontmoet. Helaas weet de schrijfster hier niet voldoende uit te halen: het had best spannend kunnen zijn, twee vergelijkbaar narcistische en in wezen lege figuren die elkaar ontmoeten zowel op de werkvloer als in een ontluikend liefdesgevoel, maar helaas ontaardt het in een weinig subtiele strijd tussen de lakens en eindeloze herhalingen van het o zo bekende leidmotief: Jongen wil meisje. Meisje wil jongen niet. Jongen wil meisje nog steeds. Meisje wil jongen wel. Jongen wil meisje nog steeds. Meisje en jongen hebben seks. Meisje wil jongen niet (meer). Enzovoort, enzovoort.
Het is een vederlicht verhaal, de personages hebben geen enkele diepte en wekken op geen enkele manier de sympathieën of het medegevoel van de lezer op. De zich flink herhalende beschrijvingen van de seksuele daad zijn – ondanks de aantrekkingskracht die tussen Drew en Kate stroomt – slaapverwekkend. De uitdaging in een goede erotische roman is ook: show, don’t tell. Een goede schrijver laat ook iets aan de verbeelding van de lezer over, schept een wereld met hiaten die de lezer uitnodigen om ze op te vullen. Subtiliteit en fantasie prikkelende omschrijvingen, niet de expliciet gepresenteerde veelvoudige daad, dat zijn de ingrediënten die de lezer doen verlangen naar meer. En dat is de kunst die Emma Chase helaas niet meester is.
Reageer op deze recensie