Welk prijs betaalt men voor de waarheid?
Er zijn boeken die de lezer na afloop achterlaten met een gevoel alsof hen een thing of beauty heeft gepasseerd, iets van een vluchtige, niet te evenaren schoonheid die een smaak op het verhemelte achterlaat van de werkelijkheid zo mooi als een droom. Het huis aan de rand van de hemel is een dergelijk boek. En toch vraag je je tijdens het lezen de hele tijd af waarom.
Het verhaal op zich is inhoudelijk zeker niet zo mooi. Een onverkwikkelijke daad, generaties lang geheimgehouden. Een kleindochter, die een belofte doet zonder zich te realiseren hoe moeilijk het zal zijn om die na te komen. Een Joodse familie, gekrenkt, gekwetst, vermoord. Maar ook gered. Wie was de reddende engel en wie de verrader? Of is iedereen een mengsel van het slechte en het goede? Niets in het leven is zwart en wit, wij kijken allemaal met een oog de hemel in en met het andere de afgrond. Doet iedereen werkelijk alles voor het geld?
De grootindustrieel Bodo Kirchman richt op zijn sterfbed een mysterieus verzoek tot zijn kleindochter: “Zorg voor gerechtigheid! Beloof het!”. Samen met zijn onverwachte laatste wilsbeschikking, waarbij hij het geliefde familielandgoed nalaat aan een stel onbekenden, zet grootvader Bodo postuum een reeks gebeurtenissen in gang die het leven van alle betrokken zullen veranderen.
Bettina Storks onthult op een intelligente en tergende wijze steeds een nieuwe laag van talloze sluiers die de geschiedenis van de familie Kirchman omhullen. De eerste ongeveer dertig pagina’s is de verheven en übergecultiveerde taal enigszins irritant. Ook de persoon van Lizzie, gevangen in een emotionele rollercoaster en onder alle omstandigheden bloed-onder-je-nagels-vandaan-halend correct en welopgevoed, spreekt eerst beslist niet aan. Het rijke meisje, altijd beschermd opgegroeid in een beschaafd, afgesloten wereldje waar alle problemen van de tafel geveegd werden door het openen van een chequeboek. Niet bepaald een personage waar je warme gevoelens voor krijgt. En toch. Na afloop blijkt dat het boek het best omschreven kan worden met het woord ‘beschaafd’.
De schrijfster laat ons een elegante wereld zien, een wereld van oud geld, generaties lang gecultiveerd tot een moeiteloos verworven recht, onopvallend, vanzelfsprekend, een weelde die er altijd was en is en zal zijn. Het brengt precies dezelfde lome, elegante sfeer met zich mee van de rijke zuidelijke plantagebezitters in Gejaagd door de wind, of de relaxte oude Engelse adel in de film van Woody Allen, Matchpoint. Maar in tegenstelling tot Scarlett O’Hara en haar oppervlakkige, opportune en aangeleerde laagje beschaving, is Lizzie Kirchman echt beschaafd en zal in alle situaties beschaafd handelen. Wat in het begin irriteert, wordt later een kwaliteit die je vandaag maar zelden tegenkomt. Als de lezer zich ervoor openstelt, is de taal fantastisch, rijk, met sfeervolle omschrijvingen van de natuur en een bijna tastbare, liefdevolle entourage van de stad Freiburg. Verleden en heden met elkaar vermengd tot een onvergetelijk geheel.
In de loop van het verhaal, naarmate Lizzie meer ontdekt en de puzzelstukjes in elkaar beginnen te vallen, ontwikkelt Lizzie zich van een nogal besluiteloos, op verschillende gedachten hinkend vrouwtje met een vroegwijs kind en egoïstisch vriendje, tot een zelfstandige, gelouterde vrouw, die in staat is eigen morele keuzes te maken en in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Om het voltrekken van die verandering te kunnen volgen, geeft het verhaal een extra dimensie, verheven boven het familiegeheim, breder dan recht breien wat in verleden krom is gemaakt. Lizzie groeit boven het oorspronkelijke verhaal uit, haar keuzes zijn universeel en diep menselijk. Aan het einde heeft de schrijfster nog een klein verrassing in petto, iets wat de lezer niet aan ziet komen, maar wanneer het gebeurt, voelt het vanzelfsprekend en juist aan. En, zoals alles in dit boek, is het einde ook elegant en beschaafd.
Reageer op deze recensie