Deprimerend, maar echt en krachtig
Jeanine de Vries heeft gestudeerd aan de School voor Journalistiek in Ede en jaren gewerkt als journalist en freelance tekstschrijver. In 2015 debuteerde ze met de verhalenbundel Het kerstpakket en inmiddels heeft ze een aardig rijtje boeken op haar naam staan. Haar laatste boek is Het rupsenhuis, het verhaal van Joodse Jael – een vrouw die door haar man gedwongen wordt haar huis en de stad waar ze zielsveel van houdt te verlaten en een nieuw bestaan op te bouwen in het ongastvrije Franeker van 18e eeuw.
'Vuil, ziektes, armoede en voortdurende uitbuiting van de zwakkeren wordt beschreven met een nauwkeurigheid die de maag van de lezer doet omdraaien.' – Recensent Kamila
Het intrigerende aan het verhaal is dat Jael verbonden is aan Maria Sibylla Merian, een sterke en zelfstandige vrouw die haar dromen verkoos boven het keurslijf van tradities en de beperkingen die haar opgelegd werden, door haar huwelijk en het simpele feit dat ze een vrouw was in een tijd die vrouwen zeer ongunstig gezind was. Merian is de geschiedenis ingegaan als een kunstenares die insecten, planten en exotische bloemen tekende. In haar tekeningen heeft zij als eerste vastgelegd hoe een rups verandert in een vlinder. Op de voor die tijd vergevorderde leeftijd van vijftig is ze afgereisd naar Suriname op zoek naar een zeldzame soort vlinder.
Jael werkt in Het rupsenhuis bij Maria Sibylla Merian in haar atelier in Amsterdam, en is net als zij gefascineerd door de schoonheid van de verandering die plaatsvindt bij transformatie van een rups naar een vlinder. De man van Jael, een zwakke mislukkeling die door gokschulden in de problemen komt, ontvlucht zijn schuldeisers door hals over kop Amsterdam te verlaten en te vertrekken naar Franeker. Jael is doodongelukkig door het verlies van haar stad, haar huis en haar werk in het atelier van Maria Sibylla Merian. Franeker is geen stad waar Joden warm ontvangen worden en ook een Joodse gemeenschap bestaat er helemaal niet, in tegenstelling tot in Mokum. Jael en haar man proberen dan ook hun Joods-zijn dan ook te verbergen.
In de achttiende eeuw is het in Franeker voor vrouwen een stuk onvriendelijker dan in Amsterdam, waar de vooruitgang, handel, diverse religieuze overtuigingen en de vrijgevochten kosmopolitische inborst van een grote stad meer mogelijkheden geeft aan iedereen, inclusief vrouwen. De Vries heeft zorgvuldig en overtuigend onderzoek gedaan naar de periode die zij beschrijft in Het rupsenhuis. Het resultaat is een verrassend deprimerend beeld van een maatschappij waarin de vrouw eigendom is van de man, die haar ongeveer alles kan ontnemen wat hem belieft. Jael wordt dan ook gebruikt en misbruikt als kokkin, poetsvrouw en verpleegster voor haar man – zonder rechten, zonder weerwoord, zonder eigen geld en zonder kansen. Als ze zich probeert te verzetten, kan ze rekenen op een pak slaag.
De lezer wordt in de weerzinwekkende realiteit van een kleine plaats getrokken, met een bekrompen, roddelende, liegende en hatelijke gemeenschap waarin 'de gereformeerden' het voor het zeggen hebben en andere geloofsuitingen doodgezwegen, genegeerd of gehaat zijn. Vuil, ziektes, armoede en voortdurende uitbuiting van de zwakkeren wordt beschreven met een nauwkeurigheid die de maag van de lezer doet omdraaien. Iedereen is een leugenaar en iedereen volgt uitsluitend zijn eigen en geen ander belang.
Het verhaal zelf is beslist niet ingewikkeld en kan zich simpel samenvatten: Jael probeert uit man en macht Franeker te verlaten en op een schip te komen die over de Zuiderzee terugvaart naar Amsterdam. Telkens wordt het haar onmogelijk gemaakt en telkens probeert ze dat wanhopig en hardnekkig weer. Ze is vastberaden en soms een beetje naïef, maar in elk geval een vechter en een doorzetter en de lezer blijft voor haar duimen.
Het rupsenhuis is geen vrolijk verhaal, bijna alles is grauw, vuil, triest en hopeloos, behalve de kracht van een vrouw die uit alle macht en met alle beschikbare middelen probeert een heel klein stukje van haar eigen bescheiden droom terug te krijgen.
Reageer op deze recensie